ECLI:NL:RBROT:2013:CA3410
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- C.M.E. Russell-van der Hoeven
- Rechtspraak.nl
Vermeerdering van eis en vordering tot afgifte van bescheiden in een hypothecaire procedure
In deze zaak vorderden eisers, [eiser 1] en [eiser 2], dat de SNS Bank N.V. niet ontvankelijk werd verklaard in haar vordering tot executie van een hypothecaire geldlening. De rechtbank Rotterdam oordeelde dat de vermeerdering van eis door eisers, die een vordering ex artikel 843a Rv tot afgifte van bescheiden inhield, in strijd was met de eisen van goede procesorde. De rechtbank stelde vast dat eisers niet hadden aangetoond dat de SNS Bank de afgifte van de bescheiden had geweigerd voordat zij deze dagvaardden. De SNS Bank had de hypothecaire geldlening opgeëist omdat de onroerende zaak, die als onderpand diende, in strijd met de hypotheekvoorwaarden was verhuurd. De rechtbank oordeelde dat de SNS Bank gerechtigd was om de lening op te eisen, aangezien eisers de voorwaarden van de hypotheekovereenkomst hadden geschonden door de onroerende zaak zonder toestemming te verhuren. De rechtbank wees de vordering van eisers af en veroordeelde hen in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van het naleven van hypotheekvoorwaarden en de rol van de rechter bij het beoordelen van vermeerderingen van eis in civiele procedures.