ECLI:NL:RBROT:2013:CA0404

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 mei 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
C-11-100993 - HA ZA 12-2296
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Borgstelling voor toekomstige schulden en bewijsopdracht

In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam werd behandeld, stond de vraag centraal of een borgstelling ook geldt voor toekomstige schulden. De eiseressen, Eurovite Nederland B.V., Gebo B.V. en Gebo Badline B.V., vorderden betaling van openstaande facturen van de gedaagde, die in deze zaak zowel als gedaagde in conventie als eiser in reconventie optrad. De gedaagde had zich borg gesteld voor de schulden van de besloten vennootschap X Marmer en Tegels B.V., waarvan hij statutair bestuurder was. De rechtbank diende te beoordelen of de borgstelling ook van toepassing was op toekomstige schulden, zoals door de eiseressen werd gesteld.

De procedure begon met een tussenvonnis en een comparitie van partijen. De gedaagde betwistte de geldigheid van de borgstelling, stellende dat hij onder druk had getekend en nooit de intentie had gehad om zich privé borg te stellen. De rechtbank oordeelde dat de gedaagde de overeenkomst had ondertekend en dat er geen bewijs was van misbruik van omstandigheden of bedreiging. De rechtbank concludeerde dat de borgstelling ook voor toekomstige schulden kon gelden, mits dit expliciet was overeengekomen.

De rechtbank droeg de eiseressen op om bewijs te leveren dat de borgstelling ook voor toekomstige schulden gold. De zaak werd verwezen naar een rolzitting voor verdere bewijsvoering. De rechtbank hield iedere nadere beslissing aan, wat betekent dat de uiteindelijke uitkomst van de vordering nog niet was vastgesteld. Dit vonnis benadrukt de noodzaak van duidelijke afspraken in borgstellingsovereenkomsten en de rol van bewijs in civiele procedures.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ROTTERDAM
team handel
zaaknummer / rolnummer: C/11/100993 / HA ZA 12-2296
Vonnis van 22 mei 2013
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EUROVITE NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Ede,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GEBO B.V.,
gevestigd te Ede,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GEBO BADLINE B.V.,
gevestigd te Ede,
eiseressen in conventie,
verweersters in reconventie,
advocaat mr. H.C.W. Geffroy,
tegen
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie]
wonende te Leerdam,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. A.G.W. van Kessel.
Eisers zullen hierna gezamenlijk Eurovite Nederland B.V. c.s. en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] genoemd worden. Afzonderlijk worden eisers genoemd: eiser 1, eiser 2 en eiser 3.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 20 februari 2013
- het proces-verbaal van comparitie van 9 april 2013.
2. De feiten
2.1. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is, of was, statutair bestuurder van de besloten vennootschap [X Marmer en Tegels B.V.]. (hierna: [X Marmer]).
2.2. Eurovite Nederland B.V. c.s. hebben goederen verkocht aan [X Marmer].
2.3. Op 29 september 2011 is een schriftelijke overeenkomst gesloten tussen Eurovite Nederland B.V. c.s. en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie]. In de overeenkomst staat onder meer:
-[X Marmer] is nog verschuldigd: € 23.537,67 aan eiseres 1, € 22.457,22 aan eiseres 2 en € 1.21,10 aan eiseres 3;
-[X Marmer] zal € 1.150,- per week zal inlopen op de betalingsachterstand;
(waarvan € 675,- aan eiseres 1 en € 475,- aan eiseres 2 en 3 samen);
-de afspraken worden gemaakt onder voorbehoud van het privé meetekenen door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voor de schulden.
2.4. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft de overeenkomst van twee handtekeningen voorzien, éénmaal namens [X Marmer] en éénmaal voor zich zelf, in privé.
2.5. [X Marmer] is op 15 mei 2012 in staat van faillissement verklaard.
2.6. Eurovite Nederland B.V. c.s. hebben op 31 oktober 2012 conservatoir beslag doen leggen op onroerende zaken van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie].
3. De vordering in conventie
3.1. Eurovite Nederland B.V. c.s. vorderen, samengevat, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tot betaling van de openstaande factuurbedragen:
-€ 79.994,33 aan eiseres 1,
-€ 42.294,07 aan eiseres 2,
-€ 739,10 aan eiseres 3,
vermeerderd met wettelijke (handels) rente, incassokosten en proceskosten, waaronder beslagkosten en nakosten, en vermeerderd met wettelijke rente bij niet tijdige betaling daarvan.
3.2. Eurovite Nederland B.V. c.s. leggen aan hun vordering het volgende ten grondslag:
[X Marmer] had een achterstand in betaling van gekochte goederen. Eurovite Nederland B.V. c.s. wilden de leveringen wel voortzetten maar zij wilden daartoe meer betalingszekerheid. Daarom is de (onder rov. 2.3 aangehaalde) overeenkomst gesloten, waarbij [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zich in privé borg heeft gesteld, dit zowel voor bestaande als toekomstige schulden van [X Marmer]. Die overeenkomst moet [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] nakomen.
De gezamenlijke incassokosten bedragen € 2.842,- conform Voorwerk II waarvan toe te rekenen naar rato € 1.819,- aan eiseres 1, € 1.023,- aan eisers 2 en nihil aan eiseres 3.
4. Het verweer in conventie/ de eis in reconventie
4.1. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] erkent dat hij de overeenkomst van 29 september 2011 heeft ondertekend, zij het dan onder druk. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft nooit de intentie gehad om zich in privé borg te stellen. De tekst van de overeenkomst is aangeleverd door Eurovite Nederland B.V. c.s. en hij is opgesteld door [betrokkene 2], die (wel) jurist is.
[betrokkene 1] van Eurovite Nederland B.V. c.s. bracht onaangekondigd een bezoek aan [X Marmer] en hij dreigde direct 70 % van de showroom en de voorraad mee te nemen als [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de overeenkomst niet direct zou tekenen. [X Marmer] verkeerde in een zeer zwakke positie jegens Eurovite Nederland B.V. c.s. Er is geen sprake van aanbod en aanvaarding. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft onder mondeling protest getekend. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft geen enkele notie waarvoor hij zou hebben getekend. Niet duidelijk is op welke schulden de overeenkomst ziet. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft geen tijd gehad om na te denken of om juridisch advies in te winnen. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] beroept zich op art. 3:44 lid 1 BW (misbruik van omstandigheden en lid 2 (bedreiging met enig nadeel).
4.2. De echtgenote van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft niet meegetekend voor de borgstelling, zodat de overeenkomst nietig is op grond van art. 1:88 lid 1 onder c BW.
4.3. Eurovite Nederland B.V. c.s. dienen hun vorderingen bij de curator in te dienen. Doen zij dat niet dan kunnen de vorderingen niet erkend en dus ook niet gevorderd worden.
4.4. Als wel sprake is van een rechtsgeldige overeenkomst, dan ziet de borg slechts op “die 2 schulden (Eurovite en Gebo)” zoals vermeld in de tekst van de overeenkomst. Daarvan is al € 29.425,- afgelost en staat nog € 17.690,99 open. Op -toen nog- toekomstige schulden ziet de borgstellingovereenkomst niet.
4.5. In reconventie vordert [gedaagde in conventie, eiser in reconventie]:
-opheffing van de beslagen;
-veroordeling van Eurovite Nederland B.V. c.s. in de proceskosten in conventie en reconventie, vermeerderd met wettelijke rente vanaf drie dagen na betekening van het vonnis.
5. Het verweer in reconventie
5.1. Eurovite Nederland B.V. c.s. voeren verweer tegen de vordering van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie].
6. De beoordeling
in conventie
6.1. De geldvordering van eiseres 3 ligt beneden de competentiegrens van € 25.000,- tot aan welke de kantonrechter bevoegd is. Deze vordering mag niet ter bepaling van de absolute competentie worden opgeteld bij de vorderingen van de overige eisers.
Daarom is de vordering van eiseres 3 ter comparitie van partijen ter verdere behandeling verwezen naar de kantonrechter.
6.2. Over het verweer van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] inzake bedreiging/misbruik van omstandigheden.
wordt als volgt geoordeeld.
6.3. Als het toebrengen van het in het vooruitzicht gestelde nadeel op zichzelf ongeoorloofd is, is de bedreiging reeds daarom onrechtmatig. Echter, ook het bedreigen met een op zichzelf niet ongeoorloofde nadeelberokkening kan onrechtmatig zijn, ofwel wegens het beoogde doel, ofwel wegens de wijze waarop of de omstandigheden waaronder de bedreiging plaatsvindt.
6.4. Eisers 1 en 2 hebben geleverd onder eigendomsvoorbehoud. Aldus was het voornemen van eisers 1 en 2 om de desbetreffende goederen terug te nemen, zulks tenzij [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zich in privé borg stelde, op zich zelf niet ongeoorloofd, maar vormde dit slechts de uitoefening van een contractueel recht.
6.5. De gestelde omstandigheden waaronder de dreigende terugneming van de goederen in dit geval plaats vonden zijn niet voldoende zwaarwegend om, niettemin, van een wilsgebrek te mogen spreken. [X Marmer] had, toen [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zich borg stelde, al een forse betalingsachterstand. Dan wekt het in het handelsverkeer geen bevreemding dat eisers 1 en 2 aanvullende zekerheid verlangden als voorwaarde voor continuering van levering. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt dat zijn onderneming (al) sinds 1996 dealer/ wederverkoper was van eisers 1 en 2. Dan kan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] bezwaarlijk worden bestempeld als een persoon die niet heeft hoeven begrijpen wat het betekende dat hij zich in privé borg stelde toen zijn onderneming in financieel zwaar weer verkeerde en zijn leveranciers niet zonder meer de levering wensten te continueren.
6.6. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft ook geen verklaringen of gedragingen gesteld op grond waarvan de conclusie mag worden getrokken dat hij zich, in weerwil van hetgeen in de overeenkomst staat, toch niet in privé heeft willen verbinden. Integendeel, uit de overgelegde correspondentie waar [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zich op beroept, blijkt dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet plotsklaps is overvallen door een binnenstormende wederpartij die borgstelling eiste. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft zelf ter comparitie van partijen erkend dat hij, minst genomen, al op 20 september 2011 kennis nam van het voorstel tot borgstelling in privé. Dat leverde dus 9 dagen bedenktijd op. Voorts blijkt dat de onderhandelingen van partijen over de betalingsachterstand van [X Marmer] zich kennelijk afspeelden in een amicale sfeer (“beste [gedaagde in conventie, eiser in reconventie”) en ook dat wijst niet op ongeoorloofde pressie. Overigens is het verweer van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] innerlijk tegenstrijdig: [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voert zowel aan dat hij onder protest heeft getekend voor borgstelling in privé als dat hij niet begreep dát hij zich in privé borg stelde. Het verweer faalt derhalve.
6.7. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt, onder rov. 4.4 en ter comparitie van partijen, dat hij meer heeft betaald dan eisers 1 en 2 erkennen. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] kan deze stelling desgewenst nog adstrueren. Zo nodig zal hieromtrent nog bewijs worden opgedragen.
6.8. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft ter comparitie van partijen zijn verweer ingetrokken ter zake van ontbrekende toestemming van zijn echtgenote voor de borgstelling, omdat hij ten tijde van het sluiten van de borgstellingovereenkomst nog niet was gehuwd. Dit verweer behoeft mitsdien geen bespreking meer.
6.9. Over de vraag of de borgstelling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ook ziet op destijds toekomstige schulden wordt als volgt geoordeeld. Het kan geoorloofd zijn om zich borg te stellen voor
-ten tijde van de borgstelling- nog toekomstige schulden (art. 7:851 lid 2 BW). Dit moet dan wel overeen gekomen zijn. Volgens eisers 1 en 2 is zulks overeengekomen, volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet.
6.10. De betekenis van een omstreden beding in een schriftelijke overeenkomst moet door de rechter worden vastgesteld aan de hand van hetgeen partijen over en weer hebben verklaard en uit elkaars verklaringen en gedragingen overeenkomstig de zin die zij daaraan in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs mochten toekennen, hebben afgeleid en van hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Uit een en ander volgt dat redelijkheid en billijkheid hierbij een rol spelen.
6.11. In de borgstellingovereenkomst staat niet dat die ook voor toekomstige schulden geldt. De stelling van eisers 1 en 2 dat het er wel staat, wordt niet door de rechtbank onderschreven. Daarvoor is de tekst te onduidelijk.
6.12. Eisers 1 en 2 stellen over nog andere bewijsmiddelen te beschikken om hun stelling te staven dat de borgstelling door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ook voor toekomstige schulden geldt. De rechtbank zal eisers 1 en 2 in de gelegenheid stellen deze stelling te bewijzen.
in reconventie
6.13. Er bestaat geen reden om het beslag op te heffen reeds omdat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] erkent dat hij nog een bedrag verschuldigd is, daargelaten de omvang daarvan.
7. De beslissing
De rechtbank:
in conventie
7.1. draagt eisers 1 en 2 op om te bewijzen, desgewenst door middel van getuigen, dat de borgstelling door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ook geldt voor -ten tijde van het sluiten van de borgstellingovereenkomst- toekomstige schulden;
7.2. verwijst de zaak naar de rolzitting van 5 juni 2013 om eisers 1 en 2 in de gelegenheid te stellen alsdan bij akte bewijsstukken over te leggen en/of de namen en woonplaatsen van de voor te brengen getuigen op te geven en de verhinderdata van die getuigen en van beide partijen en hun raadslieden in de daaropvolgende vier maanden mede te delen;
7.3. bepaalt dat het eventuele getuigenverhoor zal worden gehouden voor
mr. E.D. Rentema, die daartoe zal overgaan op een nader te bepalen datum en tijdstip in het gebouw van de rechtbank aan het Steegoversloot 36 te Dordrecht;
7.4. houdt iedere nadere beslissing aan;
in reconventie
7.5. houdt iedere nadere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.D. Rentema en in het openbaar uitgesproken op 22 mei 2013.?