ECLI:NL:RBROT:2013:BZ8995
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- A.J.P. van Essen
- P.H. Veling
- H. van Lokven-van der Meer
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek niet-ontvankelijk wegens te late indiening
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 26 april 2013 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van verzoeker tegen mr. A.J.L.M. van der Wildt, rechter in de rechtbank Rotterdam, afdeling privaatrecht, team kanton. Het wrakingsverzoek werd ingediend op 15 maart 2013, terwijl de feiten en omstandigheden waarop het verzoek was gegrond, verzoeker bekend waren geworden tijdens de zitting op 4 maart 2013. De rechtbank oordeelde dat het verzoek niet-ontvankelijk was, omdat het niet tijdig was ingediend, zoals voorgeschreven in artikel 37 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De rechtbank benadrukte dat het overleg tussen verzoeker en zijn gemachtigde en het maken van een afspraak geen rechtvaardiging bood voor de late indiening van het wrakingsverzoek.
Tijdens de zitting van 24 april 2013, waar het wrakingsverzoek werd behandeld, waren verzoeker, zijn raadsman mr. R. Zwiers en de rechter aanwezig. De raadsman en verzoeker hebben hun standpunt nader toegelicht. De rechter heeft in zijn verweer aangegeven dat het verzoek te laat was ingediend en dat er geen feiten of omstandigheden waren die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar zouden kunnen brengen. De rechtbank heeft de argumenten van verzoeker en zijn raadsman zorgvuldig overwogen, maar kwam tot de conclusie dat het wrakingsverzoek niet aan de vereisten voldeed.
De beslissing van de rechtbank werd uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier, mr. N. Jallal. De rechtbank heeft de verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot wraking, waarmee de rechtbank de procedure afsloot.