ECLI:NL:RBROT:2013:BZ6614
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake invoer rundvlees uit Argentinië
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 21 maart 2013 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van douanerecht. Het verzoek was ingediend door de verzoeksters, waaronder Frigorificos ArreBeef SA, Thermotraffic Holland B.V. en Hansa Meat, tegen een besluit van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) van 23 januari 2013. Dit besluit weigerde de invoer van een partij rundvlees uit Argentinië, die in een container was vervoerd en met de aanduiding 'zonder been' was gemarkeerd. De NVWA had bepaald dat de partij rundvlees, bestaande uit 21.965 kilogram, niet in de Europese Unie mocht worden toegelaten en dat deze binnen 60 dagen na het besluit teruggestuurd moest worden naar een derde land, in dit geval Argentinië.
De verzoeksters maakten bezwaar tegen dit besluit en vroegen de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, zodat de partij rundvlees alsnog in de EU zou worden toegelaten. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen spoedeisend belang meer bestond, aangezien de partij rundvlees al was teruggezonden naar Argentinië. De voorzieningenrechter baseerde zijn oordeel op de informatie van de NVWA, die had aangegeven dat Thermotraffic op 4 maart 2013 had verklaard de partij vlees voor 11 maart 2013 terug te zenden. Bovendien was de partij verzegeld door een officiële NVWA-dierenarts en was deze inmiddels op transport gegaan.
De voorzieningenrechter concludeerde dat het verzoek om voorlopige voorziening kennelijk ongegrond was en wees dit af. Tevens werd er geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en een afschrift werd verzonden aan de betrokken partijen, waaronder de verzoeksters en de NVWA.