2.7
Een rapport d.d. 13 april 2010, opgesteld en getekend door [Persoon 1] (een door de vof aangewezen expert) aan de ene zijde en [Persoon 2], verbonden aan JP Survey BV (een door Onderlinge aangewezen expert) aan de andere zijde luidt voor zover thans van belang als volgt :
”(…)
2. Aard van opdracht
Het vaststellen van de totale reparatiekosten, welke nodig zijn de schade aan het motorvrachtschip “[het schip]”als gevolg van zinken te herstellen in de staat zoals het verkeerde voor het evenement, teneinde te kunnen vaststellen of er, uitgaande van het verzekeringsreglement Beroepsvaart van (…)sprake is van een totaal verlies.
3. Geconstateerde schade
Als gevolg van zinken zijn alle aan boord aanwezige mechanische en elektrische installaties, de betimmeringen in de woningen op het voor- en achterschip, de gehele inventaris en inboedel aangetast en beschadigd door zout water. (…)
(…)
7. Reparatiekosten direct na evenement
Uitgaande van bovengenoemde feiten zouden de reparatiekosten van het motorvrachtschip "[het schip]” direct na het evenement, als volgt zijn geweest:
(…)
Totaal € 566.358.--,
(…)
8. Reparatiekosten, incl. revisie hoofdmotor, keerkoppeling en boegschroefmotor
(uitgaande van de op 03 december 2009 uitgebrachte offerte, naar aanleiding van de op 18 juni 2009 gevoerde bespreking)
Op 26 maart 2009 werd geconcludeerd dat de conservering niet afdoende zou zijn geweest en dat de motoren en de keerkoppeling niet meer zonder extra werkzaamheden in bedrijf konden worden gesteld. Uit de correspondentie over dit feit en de mededelingen die door betrokken partijen zijn gedaan, blijkt dat hierover een duidelijk verschil van mening bestaat. In verband met de verstreken tijd is door ondergetekenden niet meer in te schatten wat op eerder genoemde datum de werkelijke situatie was.(…)Gezien de inmiddels verstreken tijd en de op 18 december 2009 aangetroffen situatie zijn ondergetekenden van mening dat de motoren nu niet meer “gewoon”’ in bedrijf kunnen worden gesteld en dat een revisie van de hoofdmotor, de keerkoppeling en boegschroefmotor noodzakelijk is.
(…)
Uitgaande van bovengenoemde feiten zouden de reparatiekosten van het motorschip “[het schip]” als volgt zijn
(…)
Totaal € 632.495,--
(…)
9. Inachtneming van het verzekeringsreglement
(uitgaande van de op 03 december 2009 uitgebrachte offerte, naar aanleiding van de op 18 juni 2009 gevoerde bespreking)
Volgens het verzekeringsreglement Beroepsvaart van Vereniging Noord Nederland U.A., onderlinge verzekering van schepen te Heerenveen, heeft verzekerde recht op uitkering op basis van de herstelkosten van de geleden schade, minus omschreven eigenrisico en een aftrek op basis van ouderdom.
Volgens het verzekeringsrecht is tevens het indemniteitsbeginsel van toepassing (art. 7:960 BW). (…) Dit zou betekenen, dat wanneer de reparatiekosten van de motoren en de keerkoppeling de dagwaarde juist voor het evenement overschrijden, de dagwaarde zou moeten worden gehanteerd bij het afhandelen van de schade.
De dagwaarde van de hoofdmotor, de keerkoppeling, de boegschroefmotor en de generatormotoren werd door ons berekend volgens de richtlijnen voor motordagwaarde van de VEKRB, versie 2.1.33. Voor bijtelling van revisiewerkzaamheden werden de aan ons overgelegde revisienota's gehanteerd (…). Tevens geldt dan voor de overige componenten dat er een aftrek nieuw voor oud zal worden toegepast overeenkomstig het verzekeringsreglement Beroepsvaart (…).
Uitgaande van bovengenoemde feiten zouden de reparatiekosten van het motorschip “[het schip]” als volgt zijn:
(…)
Totaal € 471.341,=.
(…)
12. Conclusie
De verzekerde waarde van het schip bedraagt € 825.000,--.
Dit betekent dat wanneer de herstelkosten meer dan € 618.750,-- bedragen, het schip verzekeringstechnisch totaal verloren zou zijn.
Nadat het schip is geborgen zijn alle motoren en de keerkoppeling direct geconserveerd.
Er van uitgaande dat de conservering van de motoren en de keerkoppeling op de juiste wijze was uitgevoerd, zouden de reparatiekosten volgens de offerte van Admiraal jacht & scheepsbetimmeringen te Hasselt, d.d. 06 maart 2009 van toepassing zouden zij geweest (zie schadeopstelling onder punt 7 van dit rapport). In dit geval is er geen sprake van een totaal verlies.
Volgens artikel 13, lid 2 van het verzekeringsreglement Beroepsvaart van Vereniging Noord Nederland U.A., onderlinge verzekering van schepen te Heerenveen is er sprake van een totaal verlies, wanneer de herstelkosten meer dan 75% van de verzekerde waarde bedragen.
Of er sprake is van een totaal verlies, nadat werd geconstateerd dat de motoren en keerkoppeling niet meer zonder extra kosten in bedrijf zouden kunnen worden gesteld is afhankelijk van de navolgende vraag.
Valt de verzekerde waarde aan te merken als een voortaxatie?
(…)
Indien dit het geval is, zou na het ontdekken van de problemen met de motoren en keerkoppeling de schadeopstelling onder punt 8 van dit rapport van toepassing zijn, en zou er sprake zijn van een totaal verlies.
Wanneer er geen sprake is van een voortaxatie overeenkomstig het verzekeringsrecht, is het indemniteitsbeginsel wél van toepassing en zal de schadeopstelling onder punt 9 van dit rapport moeten worden gehanteerd. In deze situatie geen sprake van een totaal verlies.
De in dit rapport genoemde bedragen zijn exclusief BTW. (…)”