ECLI:NL:RBROT:2013:BZ2660
Rechtbank Rotterdam
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Minnelijke verwerving van grond door de overheid en de verplichtingen tot onderhandelen over schadeloosstelling
In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam werd behandeld, ging het om een kort geding tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Handelsbedrijf [X] B.V. (hierna: [Eiseres]) en de Gemeente Hendrik-Ido-Ambacht (hierna: de Gemeente). [Eiseres] vorderde dat de Gemeente haar verplichtingen zou nakomen met betrekking tot de minnelijke verwerving van grond, die eigendom was van [Eiseres]. De grond was bedoeld voor de realisatie van nieuwbouwprojecten, maar de Gemeente had in 2010 medegedeeld af te zien van de aankoop. In een brief van 8 mei 2012 gaf de Gemeente aan dat zij alsnog bereid was om de grond aan te kopen, mits er overeenstemming werd bereikt over de schadeloosstelling.
Tijdens de procedure werd duidelijk dat [Eiseres] een geldvordering had ingesteld, waarbij zij de Gemeente verzocht om de grond aan te kopen voor een bedrag van EUR 4.955.417,00. Subsidiair vorderde [Eiseres] dat de Gemeente zou dooronderhandelen over de hoogte van de schadeloosstelling. De voorzieningenrechter oordeelde dat er onvoldoende spoedeisend belang was bij de primaire vordering, omdat [Eiseres] niet had aangetoond dat zij in haar bedrijfsvoering werd belemmerd door de situatie. De Gemeente betwistte dat er een koopovereenkomst tot stand was gekomen en stelde dat zij slechts de verplichting had om in onderhandeling te treden.
De voorzieningenrechter concludeerde dat de Gemeente aan haar verplichtingen had voldaan door gedurende zes maanden in onderhandeling te treden over de schadeloosstelling. De vorderingen van [Eiseres] werden afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten. Dit vonnis werd uitgesproken op 28 februari 2013.