ECLI:NL:RBROT:2013:BZ2635

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 februari 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
C/10/377379 / HA ZA 11-1016
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot verschaffen van gegevens in het kader van een mediacontract en de afwijzing van de eiswijziging

In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, heeft de eiseres, My Dream Music B.V., een vordering ingesteld op basis van artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De vordering was gericht op het verkrijgen van inzicht in de mediakosten per nieuw geworven huishouden, zowel in het jaar voorafgaand aan de samenwerking als gedurende het jaar van de samenwerking met de Nederlandse Energie Maatschappij B.V. De samenwerking tussen beide partijen, die begon in augustus 2009, werd na een jaar beëindigd door de Nederlandse Energie Maatschappij, die stelde dat de samenwerking niet het gewenste resultaat opleverde.

Tijdens de procedure heeft My Dream Music haar eis gewijzigd, waarbij zij niet langer een accountantsonderzoek nastreefde, maar in plaats daarvan nakoming van de samenwerking zoals vastgelegd in een dealmemo van 1 september 2009 vorderde. De Nederlandse Energie Maatschappij heeft bezwaar gemaakt tegen deze wijziging van eis, stellende dat deze in strijd was met de eisen van een goede procesorde. De rechtbank heeft geoordeeld dat de eiswijziging inderdaad in strijd was met de goede procesorde, omdat deze een wezenlijk ander debat tussen partijen vereiste en de procedure onredelijk zou vertragen.

De rechtbank heeft vervolgens de oorspronkelijke vordering van My Dream Music beoordeeld, maar deze afgewezen omdat My Dream Music niet had voldaan aan de instructies van de rechtbank met betrekking tot de benoeming van een deskundige. De rechtbank heeft My Dream Music veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de Nederlandse Energie Maatschappij zijn begroot op € 2.376,00, en heeft de nakosten toegewezen. Het vonnis is uitgesproken op 13 februari 2013 door mr. F. Damsteegt-Molier.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ROTTERDAM
Team haven en handel
zaaknummer / rolnummer: C/10/377379 / HA ZA 11-1016
Vonnis van 13 februari 2013
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MY DREAM MUSIC B.V.,
gevestigd te Velp,
eiseres,
advocaat mr. P.J.A. Plattel,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DE NEDERLANDSE ENERGIE MAATSCHAPPIJ B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
gedaagde,
advocaat mr. J.G.M. Roijers.
Partijen zullen hierna My Dream Music en de Nederlandse Energie Maatschappij genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 5 september 2012
- de conclusie houdende wijziging van eis van My Dream Music
- de akte verzet wijziging van eis tevens antwoordakte tevens nadere conclusie van de Nederlandse Energie Maatschappij.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald, aanvankelijk op 6 februari 2013.
2. De verdere beoordeling
2.1. Het gaat in deze zaak om het volgende. My Dream Music en de Nederlandse Energie Maatschappij hebben vanaf eind augustus 2009 enige tijd samengewerkt. Uitgangspunt was een samenwerking van twee jaar; de Nederlandse Energie Maatschappij kon de samenwerking tussentijds beëindigen als deze niet aan de gestelde doelstelling voldeed, waarbij als uitgangspunt is genomen dat de mediakosten per nieuw geworven huishouden boven de € 100 zouden komen. In dat kader was kennelijk voorts uitgangspunt dat de mediakosten per nieuw geworven huishouden ten tijde van het aangaan van de samenwerking € 60 waren. De samenwerking is na een jaar beëindigd, omdat volgens de Nederlandse Energie Maatschappij de samenwerking te weinig resultaat en rendement opleverde.
2.2. My Dream Music heeft de onderhavige kwestie – bij dagvaarding van 13 april 2011 – ingestoken als een vordering ex artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv); My Dream Music wil van de Nederlandse Energie Maatschappij inzicht in de mediakosten per nieuw geworven huishouden, zowel in het jaar voorafgaande aan de samenwerking als gedurende het jaar van de samenwerking. Het doel van deze vordering is dat My Dream Music aldus in de gelegenheid wordt gesteld te toetsen of de opzegging van de samenwerking door de Nederlandse Energie Maatschappij rechtmatig was.
2.3. De Nederlandse Energie Maatschappij heeft ter gelegenheid van de – door de rechtbank bij tussenvonnis van 23 november 2011 gelaste – comparitie van partijen een overzicht verschaft van de mediakosten per nieuw geworven huishouden. My Dream Music heeft zich vervolgens op het standpunt gesteld dat zij recht en belang heeft bij inzage in de stukken die aan dit overzicht ten grondslag liggen. Bij tussenvonnis van 5 september 2012 is overwogen – samengevat – dat My Dream Music inderdaad een rechtmatig belang heeft bij inzage in die onderliggende stukken, doch dat gelet op de vertrouwelijkheid van deze stukken My Dream Music genoegen zal moeten nemen met een onderzoek naar die stukken door een deskundige. De zaak is vervolgens naar de rol verwezen opdat partijen zich kunnen uitlaten over hoedanigheid en/of persoon van de te benoemen deskundige en de aan deze te stellen vragen.
2.4. In haar na dit tussenvonnis genomen conclusie brengt My Dream Music tot uitdrukking dat zij niet langer een accountantsonderzoek nastreeft. Zij wijzigt haar eis en wel zodanig, dat van een vordering ex artikel 843a Rv geen sprake (meer) is. My Dream Music vordert thans nakoming van de samenwerking zoals vastgelegd in het dealmemo van
1 september 2009. Zij betoogt in dat kader dat de Nederlandse Energie Maatschappij de samenwerking onterecht heeft beëindigd. De Nederlandse Energie Maatschappij heeft bezwaar gemaakt tegen de wijziging van eis; volgens haar is de eiswijziging in strijd met de eisen van een goede procesorde.
2.5. De rechtbank is van oordeel dat de eiswijziging in strijd is met de eisen van een goede procesorde. Tot aan het tussenvonnis van 5 september 2012 was de insteek van de procedure een vordering gegrond op artikel 843a Rv. Deze vordering is door My Dream Music uitgewerkt bij dagvaarding en conclusie van repliek en vervolgens, nadat deze vordering reeds (gedeeltelijk) inhoudelijk was beoordeeld in het tussenvonnis van 23 november 2011, ter gelegenheid van de comparitie van partijen gewijzigd. Die eiswijziging is door de rechtbank geaccepteerd en de rechtbank heeft over deze eis een inhoudelijk oordeel gegeven in het tussenvonnis van 5 september 2012. Het enige nog openstaande punt was welke deskundige(n) moest(en) worden benoemd en welke vragen aan deze deskundige(n) moesten worden voorgelegd; de zaak is hiertoe naar de rol verwezen voor een aktewisseling. Uitgangspunt is dat de rechtbank na die aktewisseling eindvonnis had kunnen wijzen. De eiswijziging die My Dream Music thans aan de rechtbank voorlegt is zo ver verwijderd van de vordering zoals ingesteld bij dagvaarding en gewijzigd ter comparitie, dat deze een wezenlijk ander debat tussen partijen vereist. Dit debat kan, zo moet worden aangenomen, niet worden gevoerd in een enkele schriftelijke ronde. De gewijzigde vordering vraagt ook een wezenlijk andere beoordeling. Het toestaan van de gewijzigde eis zou om die reden leiden tot een onredelijke bemoeilijking van de verdediging, terwijl de procedure ook onredelijk zou worden vertraagd. De wijziging van eis zal dan ook niet worden toegestaan.
2.6. Daarmee komt de rechtbank toe aan beoordeling van de vordering van My Dream Music zoals die luidde voorafgaand aan de beoogde eiswijziging. Deze vordering is weergegeven in het tussenvonnis van 5 september 2012. Zoals in het voorgaande aan de orde kwam, is in dat tussenvonnis overwogen dat een deskundige moet worden benoemd om de stukken te onderzoeken en is de zaak naar de rol verwezen teneinde partijen in de gelegenheid te stellen zich uit te laten over de persoon van de te benoemen deskundige en de aan deze te stellen vragen. My Dream Music heeft niet voldaan aan deze instructie van de rechtbank. Dat staat aan toewijsbaarheid van de vordering van My Dream Music in de weg; daartoe was immers de benoeming van een deskundige een vereiste. Dat brengt mee dat de vordering van My Dream Music zal worden afgewezen.
2.7. My Dream Music zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van de Nederlandse Energie Maatschappij worden begroot op:
- griffierecht 568,00
- salaris advocaat 1.808,00 (4,0 punten × tarief € 452,00)
Totaal € 2.376,00
De gevorderde nakosten zullen worden toegewezen als in het dictum vermeld.
3. De beslissing
De rechtbank
3.1. wijst de vorderingen af,
3.2. veroordeelt My Dream Music in de proceskosten, aan de zijde van de Nederlandse Energie Maatschappij tot op heden begroot op € 2.376,00,
3.3. veroordeelt My Dream Music in de na de uitspraak nog vallende kosten (de nakosten), aan de zijde van de Nederlandse Energie Maatschappij bepaald op € 131,00 aan salaris voor de advocaat en verhoogd met € 68,00 ingeval van betekening, waarbij die verhoging slechts verschuldigd is indien My Dream Music 14 dagen na aanschrijving de tijd heeft gehad om in der minne aan dit vonnis te voldoen,
3.4. verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. F. Damsteegt-Molier en in het openbaar uitgesproken op 13 februari 2013.
[2148/1729]