ECLI:NL:RBROT:2013:BZ2102
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- A.J.P. van Essen
- H. van Lokven-van der Meer
- E.D. Rentema
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen de gehele rechtbank Rotterdam niet-ontvankelijk verklaard
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 15 februari 2013 een wrakingsverzoek van een verzoeker buiten behandeling gesteld wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid. Het verzoek was gericht tegen de gehele rechtbank Rotterdam, wat in strijd is met de wet, aangezien een wrakingsverzoek enkel kan worden ingediend tegen individuele rechters. De verzoeker, bijgestaan door advocaat mr. A.P. Hovinga, voerde aan dat de wederpartij werd bijgestaan door een kantonrechter-plaatsvervanger die deel uitmaakt van dezelfde rechtbank, wat volgens hem de schijn van partijdigheid wekte. De wrakingskamer heeft het dossier van de civielrechtelijke procedure, waarin de verzoeker als gedaagde was betrokken, bestudeerd. De rechtbank oordeelde dat het verzoek niet specifiek een rechter aanwijst die de zaak behandelt en dat er geen feiten of omstandigheden zijn aangedragen die de onpartijdigheid van een specifieke rechter in gevaar zouden kunnen brengen. De rechtbank concludeerde dat het verzoek tot wraking niet voldoet aan de wettelijke vereisten en daarom niet-ontvankelijk is. De beslissing werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier J.A. Faaij.