ECLI:NL:RBROT:2013:BZ2098
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechters in strafzaak
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 21 februari 2013 een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door de verdediging in een strafzaak. Het verzoek was gericht tegen de rechters J.H. Janssen, A.J.P. van Essen en E.J. Stalenberg, die de verdediging beschuldigde van vooringenomenheid. De wrakingskamer oordeelde dat de beslissing van de rechters om getuigen niet te horen, goed gemotiveerd was en in lijn met de geldende jurisprudentie. De verdediging had aangevoerd dat de rechters in strijd met de jurisprudentie handelden door te stellen dat het horen van getuigen niet relevant was voor de ontvankelijkheid van de zaak. De wrakingskamer benadrukte dat een onwelgevallige beslissing van een rechter op zichzelf geen grond voor wraking oplevert, tenzij de beslissing zo onbegrijpelijk is dat deze alleen door vooringenomenheid kan worden verklaard. De rechtbank concludeerde dat de beslissing van de rechters niet onbegrijpelijk was en dat er geen aanwijzingen waren voor vooringenomenheid. Het verzoek tot wraking werd daarom ongegrond verklaard.