ECLI:NL:RBROT:2013:BZ0333

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
29 januari 2013
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
416881 / HA RK 13-49
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek buiten behandeling gesteld wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid van verzoekster

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 29 januari 2013 een wrakingsverzoek van verzoekster buiten behandeling gesteld wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid. Het verzoek tot wraking werd ingediend na een eindbeslissing van de rechtbank op 9 januari 2013, waarbij verzoekster niet-ontvankelijk was verklaard in haar verzet tegen een eerder verstekvonnis. De rechtbank oordeelde dat het wrakingsverzoek niet meer kon worden gehonoreerd, omdat de rechter, mr. I. Bouter, die door verzoekster gewraakt werd, de zaak niet meer behandelde op het moment van indienen van het verzoek. Dit is in lijn met artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, dat stelt dat alleen rechters die een zaak behandelen gewraakt kunnen worden.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de comparitie van partijen op 26 oktober 2012 onder leiding van mr. I. Bouter heeft plaatsgevonden, maar dat deze rechter niet meer betrokken was bij de zaak op het moment dat het wrakingsverzoek werd ingediend. Verzoekster had eerder al een eindbeslissing gekregen, waardoor de behandeling van de zaak was geëindigd. De rechtbank concludeerde dat verzoekster niet had aangetoond dat zij daadwerkelijk een rechter wilde wraken, aangezien haar faxen geen duidelijke aanwijzingen bevatten voor een dergelijk verzoek.

De beslissing om het verzoek tot wraking buiten behandeling te stellen, werd genomen door de meervoudige kamer voor wrakingszaken, bestaande uit de rechters G.A.F.M. Wouters, M.G.L. de Vette en A.J.E. Cartigny. Deze uitspraak benadrukt het belang van de ontvankelijkheid van wrakingsverzoeken en de voorwaarden waaronder deze kunnen worden ingediend.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK ROTTERDAM
Meervoudige kamer voor wrakingszaken
zaaknummer / rekestnummer: 416881 /HA RK 13-49
Beslissing van 29 januari 2013
op het verzoek tot wraking ex artikel 36 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) in de zaak met kenmerk 98752/ HA ZA 12-2159 van
[naam verzoekster],
zonder vaste woon- of verblijfplaats in binnen- en buitenland,
verzoekster,
in rechte niet langer vertegenwoordigd.
Het verzoek strekt tot wraking van mr. I. Bouter,
rechter in team handel, afdeling privaatrecht van deze rechtbank.
1. Het procesverloop
1.1 Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het op 17 januari 2013 per fax ontvangen verzoek tot wraking,
- het griffiedossier van de zaak met het kenmerk 98752/ HA ZA 12-2159 met onder meer het op 9 januari 2013 gewezen vonnis,
- de op 10 december 2012 ter griffie binnengekomen fax van verzoekster, gedateerd 7 december 2012,
- de brief van de algemeen secretaris van de wrakingskamer aan verzoekster van 12 december 2012,
- de op 4 januari 2012 ter griffie binnengekomen fax van verzoekster, gedateerd 3 januari 2013,
- de brief van de algemeen secretaris van de wrakingskamer aan verzoekster van 8 januari 2013.
2. De beoordeling van de ontvankelijkheid van het verzoek
2.1 Wraking is een middel ter verzekering van de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechter. Op grond van hetgeen is bepaald in artikel 36 Rv kan de rechter die een zaak behandelt worden gewraakt. Het middel is derhalve toegekend aan een partij die wenst te voorkomen dat een rechter die jegens een partij een vooringenomenheid koestert, althans aan een partij die dienaangaande bestaande vrees heeft die objectief gerechtvaardigd is, (nog langer) bemoeienis met de zaak zal hebben; dat doel kan niet meer worden bereikt als de rechter reeds een einduitspraak heeft gedaan omdat de behandeling van de zaak daarmee is geëindigd.
2.2 De op 26 oktober 2012 gehouden comparitie van partijen heeft plaatsgevonden onder leiding van mr. I. Bouter, maar is feitelijk, met goedkeuring van partijen, gehouden voor [naam]. Laatstgenoemde is geen rechter, maar een bij de rechtbank werkzame stafjurist die deelneemt aan de procedure "interne doorstroom naar rechterschap". Zoals hiervoor is overwogen kunnen alleen rechters die een zaak behandelen worden gewraakt. Het verzoek tot wraking wordt derhalve aangemerkt als een verzoek tot wraking van mr. Bouter.
2.3 Bij het vonnis van 9 januari 2013 is verzoekster niet-ontvankelijk verklaard in het door haar ingestelde verzet tegen het op 16 november 2011 tegen haar gewezen verstekvonnis. Deze beslissing is een eindbeslissing waarmee de behandeling van de zaak met het kenmerk 98752/ HA ZA 12-2159 door de rechter is geëindigd.
2.4 Het verzoek tot wraking van verzoekster is na de uitspraak van voormeld vonnis ingediend. De op 10 december 2012 en 4 januari 2013 ontvangen faxen van verzoekster geven geen aanleiding tot een ander oordeel, nu zij bij brief van de algemeen secretaris op de onduidelijkheid van haar fax van 10 december 2012 is gewezen en ondanks uitdrukkelijk verzoek niet binnen de daarvoor geboden termijn heeft bevestigd dat zij een rechter wilde wraken. Uit de op 4 januari 2013 ontvangen fax blijkt, ook wanneer die wordt gelezen in samenhang met de fax van 10 december 2012, evenmin dat verzoekster een rechter wilde wraken.
2.5 Uit het vorenstaande volgt dat mr. Bouter de zaak niet meer behandelde op het moment dat het verzoek tot wraking is gedaan, zodat verzoekster niet-ontvankelijk is in haar verzoek tot wraking van mr. Bouter en het verzoek buiten behandeling dient te worden gesteld.
3. De beslissing
De rechtbank:
stelt het verzoek tot wraking van mr. I. Bouter wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid buiten behandeling.
Deze beslissing is genomen door mr. G.A.F.M. Wouters, mr. M.G.L. de Vette en mr. A.J.E. Cartigny en in het openbaar uitgesproken op 29 januari 2013.