ECLI:NL:RBROT:2013:BY8881
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid zeevervoerder voor ladingschade onder de Hague-Visby Rules
In deze zaak vorderen de eiseressen, IF Skadeförsäkering AB en SCA Timber AB, vergoeding van ladingschade aan houten planken die zijn vervoerd van Zweden naar de Verenigde Staten. De schade is ontstaan tijdens het zeevervoer met de schepen 'Flinterdijk' en 'Flinterduin'. De eiseressen stellen dat de gedaagden, Flinterduin B.V. en Flinter Shipping B.V., als vervoerders aansprakelijk zijn voor de schade, omdat deze is ontstaan tijdens de periode waarin de gedaagden verantwoordelijk waren voor de lading. De gedaagden betwisten hun aansprakelijkheid en beroepen zich op de uitsluiting van aansprakelijkheid wegens 'insufficiency of packaging' volgens artikel 4 lid 2 aanhef en onder n) van de Hague-Visby Rules (HVR). De rechtbank overweegt dat de stelplicht voor de feiten en omstandigheden die de schade door onvoldoende verpakking aantonen, bij de gedaagden ligt. De rechtbank stelt vast dat de enkele omstandigheid dat ladingschade is ontstaan tijdens het zeevervoer niet automatisch leidt tot aansprakelijkheid van de vervoerder. De gedaagden moeten bewijzen dat zij de ladingen op een behoorlijke en zorgvuldige manier hebben behandeld, zoals vereist door artikel 3 lid 2 HVR. De rechtbank laat de gedaagden toe om bewijs te leveren van hun stelling dat zij de ladingen correct hebben gestuwd en dat de schade niet is ontstaan door onvoldoende zorg voor de lading. De beslissing over de aansprakelijkheid wordt aangehouden totdat het bewijs is geleverd.