ECLI:NL:RBROT:2013:9884

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 december 2013
Publicatiedatum
12 december 2013
Zaaknummer
C-10-418953 - HA ZA 13-214
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding en verklaring voor recht inzake schadevaststelling door expert

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, vorderden de eisers, vertegenwoordigd door mr. H.E. de Leeuw - Blokland, schadevergoeding en een verklaring voor recht dat de schadevaststelling door de benoemde expert nietig was. De eisers, een vennootschap onder firma, hadden hun bedrijfspand verzekerd bij Allianz Nederland Schadeverzekering N.V. De verzekering liep van 16 december 2008 tot 1 juli 2009 en werd stilzwijgend verlengd. Na schade door zware hagelbuien op 26 mei 2009, werd de schade gemeld bij Allianz, die een expert benoemde. De eisers benoemden ook een expert, en er werd een derde expert aangesteld om de schade vast te stellen. De experts kwamen echter niet tot overeenstemming, wat leidde tot een akte van disakkoord. De derde expert, [betrokkene 3], stelde de schade vast op € 65.586,57, wat de eisers betwistten. Ze stelden dat deze vaststelling niet binnen de grenzen van de eerdere taxaties viel en dat de expert niet voldoende gemotiveerd had waarom hij tot dit bedrag was gekomen. De rechtbank oordeelde dat de schadevaststelling door de derde expert rechtsgeldig was, omdat deze binnen de grenzen van de eerdere taxaties viel en de expert voldoende gemotiveerd had gehandeld. De vorderingen van de eisers werden afgewezen, en zij werden veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/10/418953 / HA ZA 13-214
Vonnis van 4 december 2013
in de zaak van
1. de vennootschap onder firma
STAALCONSTRUCTIEBEDRIJF [X],
gevestigd te Ossendrecht,
2.
[eiser 2],
3.
[eiser 3]
4.
[eiser 4],
vennoten van eiseres sub 1,
allen wonende te Ossendrecht,
eisers,
advocaat mr. H.E. de Leeuw - Blokland,
tegen
de naamloze vennootschap
ALLIANZ NEDERLAND SCHADEVERZEKERING N.V.,
gevestigd te Rotterdam,
gedaagde,
advocaat mr. B.S. Janssen.
Partijen zullen hierna [eisers] en Allianz genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 19 juni 2013 en de daaraan ten grondslag liggende processtukken
  • het proces-verbaal van comparitie van 13 september 2013 en de daarin genoemde processtukken.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eisers] heeft zijn bedrijfspand bij Allianz verzekerd. De verzekering is ingegaan op 16 december 2008 en liep tot 1 juli 2009, met stilzwijgende verlenging telkens voor twaalf maanden. De toepasselijke polisvoorwaarden betreffen de BRU07 (productie 2 bij dagvaarding).
2.2.
Op 26 mei 2009 is als gevolg van zware hagelbuien schade ontstaan aan het dak van het bedrijfspand van [eisers]. De schade is gemeld aan Allianz. Op grond van artikel 2.2.7.3 van de polisvoorwaarden is deze schade gedekt.
2.3.
Artikel 5.3 van de polisvoorwaarden luidt - voor zover relevant - :
“De schade wordt (…) vastgesteld door twee experts waarvan de verzekeraar en de verzekerde ieder één benoemen.
In het laatste geval benoemen beide experts vóór de aanvang van hun werkzaamheden samen een derde expert. Bij gebrek aan overeenstemming stelt deze, na beide experts gehoord of behoorlijk opgeroepen te hebben, de omvang van de schade vast overeenkomstig de poliscondities en binnen de grenzen van beide taxaties.”
2.4.
Allianz heeft de heer[betrokkene 1], werkzaam bij Cunningham Lindsey Nederland B.V. (hierna: Cunningham Lindsey), benoemd als expert.
[eisers] heeft de heer [betrokkene 2], werkzaam bij Nassau Poort Expertisebureau B.V., benoemd als expert.
Beide experts hebben overeenkomstig voornoemd artikel 5.3. van de polisvoorwaarden op 17 juni 2009 bij akte benoeming van experts (productie 5 bij dagvaarding) de heer [betrokkene 3] (hierna: [betrokkene 3]), werkzaam bij Crawford & Company (Nederland) B.V., benoemd als derde expert.
2.5.
In zijn rapportage van 11 februari 2010 (productie 2 bij conclusie van antwoord) komt de expert van [eisers] tot het volgende schadeoverzicht:
Kosten boven verzekerde som vlg polis en voorwaarden:
Bereddingskosten 9.662,00
Opruimingskosten51.506,76
61.238,00
5% algemene kosten3.061,90
64.299,90
8% winst & risico5.143,99
69.443,89
Huurderving3.750,00
73.193,89 73.193,89
Schade verzekerd belang
Herstelkosten 61.400,00
Diversen11.669,22
73.069,22
5% algemene kosten3.653,46
76.722,68
8% winst en risico6.137,81
82.860,50 82.860,50
totaalschade excl. BTW156.054,39
waarde voor 329.500,00 excl. BTW
waarde na 246.639,50 excl. BTW
schade 82.860,50 excl. BTW”
2.6.
In zijn rapportage van 24 februari 2010 (productie 3 bij conclusie van antwoord) komt de expert van Allianz tot het volgende schadeoverzicht:
“Opruimingskosten:
opruimen restanten gevelglas eigen beheer 250
demontage asbestdakplaten en isolatieplaten
Volgens opgave van Koole 13.430
Hulp door verzekerde: tijdelijk
afdekken/verplaatsen inventaris/toezicht 32,00 40,001.28
14.96
Opstallen:
verloren gegaan gevelglas, offerte Staut 4.869
nieuwe golfplaten, eenheidsprijs conform claim
Nassaupoort 410,00 22,50 9.225
scharniernokken 34,00 37,00 1.258
windveren 27,00 30,00 810
5cm minerale wolplaat, prijs als Nassaupoort
maar afvaltoeslag verlaagd naar 10% 410,00 31,80 13.038
verlichting hangt aan spanten: geen werk nodig
29.2
begeleiding en toezicht 32,00 40,001.28
30.48
Huurderving:
de sanering duurt 1 week
herstel dak en plafond duurt 1,5 week
totaal 2,5 week is (ruim) de helft van het pand
beperkt bruikbaar.
vergoeding huurderving 1.000
Diversen:
huur hoogwerker om dak te inspecteren1.5nota??
Totale schadevaststelling excl. Btw EUR 47.940”
2.7.
Bij brief van 14 juni 2011 (productie 8 bij dagvaarding) heeft de expert van Allianz aan de expert van [eisers] het volgende geschreven - voor zover relevant - :
“Dit schadegeval dient nog immer door ons te worden vastgesteld. De belangrijkste discussie hieromtrent was nog de waarde vóór van het object. U heeft daar nog nieuwe informatie over toegezonden. Deze globale indicatie is niet gecalculeerd, maar is afgeleid uit taxatieboekjes met normbedragen, waaraan wij wij geen al te grote waarde hoeven toe te kennen. Hetzelfde geldt voor de “waardering” van Berk en Kerkhof van 18 mei jl.. Desondanks hebben wij toch gemeend onze berekening nog eens kritisch door te nemen. Dat heeft nog geleid tot een enkele aanpassing. Wij verwijzen u naar de bijlage. Een lagere waarde is ons inziens beslist onaanvaardbaar.
Omdat daarmee, wat ons betreft, de uiterste waarden bepaald zijn, zenden wij u hierbij ter ondertekening de akte van taxatie in tweevoud.”
In deze akte komt de expert van Allianz tot het volgende schadeoverzicht:
“Ondergetekenden,
(…)
Verklaren de volgende bedragen te hebben vastgesteld:
Opstal Op basis van
herbouwwaarde
Waarde vóór EUR 498.797
Waarde na EUR 441.570
Verschil EUR 57.227
In de waarde vóór zijn niet de twee kleine bijgebouwen, met een waarde van circa EUR 25.000, betrokken omdat deze volgens mededeling van verzekerde niet tot het verzekerd belang behoren.
In deze akte is uitgegaan van de volgende waardebegrippen: herbouwwaarde
Bijkomende kosten:
Opruimingskosten EUR 30.030
Huur hoogwerker EUR 1.500
Huurderving EUR 2.000
Opmerking ten aanzien van de btw: de btw is verrekenbaar.
De taxatie is geschied onder uitdrukkelijk voorbehoud van de rechten, die de betrokken verzekeraar(s) kan(kunnen) ontlenen aan de in de polis gestelde voorwaarden.”
2.8.
In zijn rapportage van 26 september 2011 (productie 9 bij dagvaarding) komt de expert van [eisers] tot het volgende schadeoverzicht:
Kosten vlg polis en voorwaarden:
Saneringskosten51.506,76
5% algemene kosten2.575,34
54.082,10
8% winst & risico4.326,57
58.408,67
Huurderving3.750,00
62.158,67 62.158,67
Schade verzekerd belang
Herstelkosten 78.392,83
5% algemene kosten3.919,64
82.312,47
8% winst en risico6.585,00
88.897,47 88.897,47
Diversen 20.471,54 20.471,54
totaalschade excl. BTW171.527,68
waarde voor 342.749,00 excl. BTW
waarde na 253.852,00 excl. BTW
schade 88.897,00 excl. BTW”
2.9.
Op 25 oktober 2011 hebben de expert van [eisers], de expert van Allianz en [betrokkene 3] een akte van disakkoord (productie 10 en 12 bij dagvaarding) ondertekend. Relevant in deze akte zijn de volgende passages:
“Ondergetekenden,
(…)
Verklaren niet tot eenstemmige schadevaststelling te zijn gekomen. Zij verzoeken derhalve de volgens de akte benoeming van experts aangewezen derde expert,[betrokkene 3], re, de schade binnen de grenzen van hun taxaties bindend vast te stellen.
De door hen vastgestelde bedragen zijn als volgt:
Expert voor verzekeraars
Opstal
Waarde vóór EUR 576.705,00
Waarde na EUR 546.225,00
Verschil EUR 30.480,00
Bijkomende kosten:
Opruimingskosten EUR 14.960,00
Huurderving EUR 1.000,00
Expert voor verzekerde
Opstal
Waarde vóór EUR 342.749,00
Waarde na EUR 253.852,00
Verschil EUR 88.897,00
Bijkomende kosten:
Saneringskosten EUR 58.408,67
Huurderving EUR 3.750,00
Diversen EUR 20.471,54
Zij verklaren de derde expert alle noodzakelijke medewerking te zullen verlenen.
Door medeondertekening verklaart de derde expert zijn benoeming te aanvaarden en de grootte van de schade bindend te zullen vaststellen, na beide experts te hebben gehoord of behoorlijk te hebben opgeroepen.”
2.10.
[betrokkene 3] heeft in zijn rapport van 12 juni 2012 (productie 12 bij dagvaarding) de schade vastgesteld op € 65.586,57.
2.11.
Allianz heeft op 6 september 2012 voornoemd bedrag van € 65.586,57 aan [eisers] uitgekeerd.
2.12.
[eisers] heeft het dak van zijn bedrijfspand in oktober 2012 gesaneerd en vervangen.

3.Het geschil

3.1.
[eisers] vordert  samengevat - om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
te verklaren voor recht dat de schadevaststelling op een bedrag van € 65.586,57 door [betrokkene 3] in zijn rapport van arbitrage onverbindend, althans nietig is, althans deze schadevaststelling te vernietigen;
de schade aan het bedrijfspand overeenkomstig de polis(voorwaarden) vast te stellen op een bedrag van € 165.754,56, althans een bedrag dat de rechtbank in goede justitie mocht menen juist te zijn;
Allianz te veroordelen tot betaling aan [eisers] van een bedrag van € 100.168,00 te vermeerderen met de wettelijke rente;
Allianz te veroordelen tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten ad € 2.841,00 en expertisekosten ad € 10.615,00, te vermeerderen met de wettelijke rente;
Allianz te veroordelen tot vergoeding van de schade nader op te maken bij staat;
Allianz te veroordelen in de (na)kosten van deze procedure, met rente.
Hij stelt daartoe het volgende.
De schadevaststelling door [betrokkene 3] is niet rechtsgeldig, omdat deze niet op de juiste wijze tot stand is gekomen. Immers heeft [betrokkene 3] de omvang van de schade vastgesteld op € 65.586,57. Dit bedrag valt niet binnen de grenzen van de twee taxaties van de taxateurs van [eisers] en Allianz van € 171.527,68 respectievelijk
€ 90.757,00, hetgeen in strijd is met artikel 5.3 van de polisvoorwaarden. Voorts heeft [betrokkene 3] niet gemotiveerd waarom, in strijd met de hem ter beschikking gestelde stukken, van een lager schadebedrag moet worden uitgegaan en waarom tot vervanging van alleen het zuidelijke dakvlak moet worden overgegaan. Evenmin heeft [betrokkene 3] gemotiveerd hoe hij tot het schadebedrag van € 65.586,57 is gekomen. Gebondenheid aan dit bedrag is derhalve naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. De schadevaststelling door [betrokkene 3], die ervan uitgaat dat enkel het zuidelijke dakvlak vervangen moet worden, is bovendien in strijd met asbesteregelgeving en in strijd met goede zeden en openbare orde.
Uitgaande van de door [betrokkene 3] bepaalde bedragen voor één dakvlak (410 m2), dient het schadebedrag terzake opruimingskosten en vervanging van het gehele dak (955 m2) te worden bepaald op € 165.754,56 excl. BTW.
Allianz heeft aan [eisers] een bedrag betaald van € 65.586,57, zodat [eisers] thans nog aanspraak maakt op € 100.168,00.
Er zijn buitengerechtelijke werkzaamheden verricht die meer omvatten dan de verrichtingen waarvoor de artikelen 237 tot en met 240 rechtsvordering een vergoeding plegen in te sluiten. Het gevorderde bedrag van € 2.841,00 is vastgesteld conform Rapport Voorwerk II (2 punten van het liquidatietarief).
De gevorderde expertisekosten betreffen de door de expert van [eisers] aan [eisers] gefactureerde werkzaamheden, waarvan door Allianz reeds een bedrag van
€ 8.121,00 aan [eisers] is vergoed, zodat thans nog een bedrag resteert van
€ 10.615,00.
De onjuiste en onzorgvuldige totstandkoming van de schadevaststelling door [betrokkene 3] en de lange duur van de schadevaststelling leveren een tekortkoming in de nakoming van de verplichtingen, althans een onrechtmatige daad op van Allianz als verzekeraar ten opzichte van [eisers] wegens nalatigheid, strijd met de maatschappelijke taak en positie van een verzekeringsmaatschappij, strijd met de Gedragscode Verzekeraars en strijd met de betrouwbaarheid en rechtszekerheid. Omringende daken zijn wel vergoed door verzekeraars. [eisers] heeft hierdoor schade geleden en zal nog schade kunnen lijden. Gedurende de jaren dat [eisers] het beschadigde dak voor de experts beschikbaar moest houden heeft het risico van asbestverspreiding kunnen voortduren met alle mogelijke schadelijke gevolgen van dien, zoals vervuiling van het eigen terrein van [eisers] en dat van de omliggende terreinen en personen die met asbestvezels in aanraking zijn gekomen, waarvoor [eisers] in de toekomst aansprakelijk gehouden kan worden.
3.2.
Allianz heeft alle stellingen van [eisers] gemotiveerd betwist.

4.De beoordeling

4.1.
Op grond van artikel 5.3 van de polisvoorwaarden (zie 2.3.) stelt de derde expert, bij gebrek aan overeenstemming, de omvang van de schade vast, binnen de grenzen van de twee taxaties van de expert van de verzekerde en de expert van de verzekeraar, na beide experts gehoord of behoorlijk opgeroepen te hebben. Het rapport van [betrokkene 3] moet dan ook worden beschouwd als een vaststellingsovereenkomst ten aanzien van de schade aan het bedrijfspand van [eisers] in de zin van artikel 7:900 BW.
4.2.
Ingevolge artikel 7:904 lid 1 BW kan een vaststellingsovereenkomst alleen worden vernietigd indien gebondenheid daaraan in verband met inhoud of wijze van totstandkoming in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Gebondenheid aan een vaststellingsovereenkomst is regel, strijd met redelijkheid en billijkheid is uitzondering. Uitsluitend ernstige gebreken geven aanleiding tot een sanctie. De vraag is of daarvan in het onderhavige geval sprake is.
4.3. Met zijn schadevaststelling van € 65.586,57 is [betrokkene 3] binnen de grenzen van de twee taxaties van de experts van [eisers] en Allianz gebleven, zoals vereist in artikel 5.3 van de polisvoorwaarden. Blijkens de akte van disakkoord (zie 2.9.), moest [betrokkene 3] immers uitgaan van het door de expert van [eisers] vastgestelde schadebedrag van € 171.527,21
(€ 88.897,00 + € 58.408,67 + € 3.750 + € 20.471,54) en het door de expert van Allianz vastgestelde schadebedrag van € 46.440,00 (€ 30.480,00 + € 14.960,00 + € 1.000,00). Met het ondertekenen van de akte van disakkoord op 25 oktober 2011, heeft ook (de expert van) [eisers] aan [betrokkene 3] verzocht om de schade binnen de in die akte ogenomen grenzen bindend vast te stellen. Dat heeft [betrokkene 3] vervolgens ook gedaan. Het bedrag van € 65.586,57 ligt tussen € 171.527,21 en € 46.440,00.
4.4.
[betrokkene 3] mocht niet uitgaan van het bedrag van € 90.757,00. Dit bedrag stond niet vermeld in de akte van disakkoord, maar is door de expert van Allianz genoemd in de akte van taxatie die was gevoegd bij zijn brief van 14 juni 2011 aan de expert van [eisers] (zie 2.7.). De expert van [eisers] heeft daarop het rapport opgemaakt van 26 september 2011 (zie 2.8.), waarin hij de schade heeft vastgesteld op € 171.527,68. Op dat moment bevonden de experts zich nog in een stadium waarin zij samen probeerden om tot overeenstemming te komen. Dit is echter niet gelukt en daarom hebben zij op 25 oktober 2011 de akte van disakkoord ondertekend, waarmee de discussie of het hele dak of alleen het zuidelijke dakvlak van het bedrijfspand van [eisers] moest worden vervangen weer open lag. Volgens de expert van [eisers] moest het hele dak worden vervangen. Volgens de expert van Allianz was vervanging van alleen het zuidelijke dakvlak voldoende. Het was aan [betrokkene 3] om hier een eindoordeel over te geven.
4.5.
[betrokkene 3] heeft geoordeeld dat alleen het zuidelijke dakvlak vervangen moest worden. Hij heeft afdoende gemotiveerd hoe hij tot deze beslissing en het schadebedrag is gekomen. In zijn rapport van 12 juni 2012 (zie 2.10.) staat immers vermeld - voor zover relevant - :
“VERSCHIL VAN INZICHT TUSSEN DE TWEE SCHADE-EXPERTS
Expert namens verzekeraars
De expert optredende voor verzekeraars (…) is van mening dat er slechts één dakvlak van de bedrijfshal dusdanig is beschadigd dat dit moet worden vernieuwd. Voorts zijn door deze expert de kosten voor het afvoeren van het desbetreffende dakvlak onder asbestcondities in zijn schaderegeling opgenomen. De huurderving heeft de expert becijferd op basis van het niet kunnen gebruiken van een gedeelte van de bedrijfshal gedurende een gedeelte van één maand. De expert voor verzekeraars heeft tevens een berekening van de herbouwwaarde gemaakt waaruit blijkt dat de verzekerde som ontoereikend zou zijn voor het aanwezige risico.
Expert namens verzekerde
De schade-expert optredende voor verzekerde (…) is de mening toegedaan dat de totale asbesthoudende golfplaten dakbedekking door de hagel is aangetast en vervangen moet worden. Door het saneren van de asbesthoudende dakbeplating moet tevens de onderliggende isolatie onder asbestcondities worden verwijderd. Voorts heeft de expert namens verzekerde het stofzuigen en met water spoelen van alle vloerdelen en erfverharding na de sanering in de schadeopstelling opgenomen. Naast de schade aan de kapconstructie is tevens de de- en montage van de verlichting in het bedrijfsgebouw opgenomen in verband met de uit te voeren werkzaamheden. Tevens is de reeds herstelde glasschade in de schadeopstelling verwerkt.
Naast de herstelkosten heeft deze expert tevens een groot aantal kostenposten opgenomen voor het verzorgen van asbestinventarisatierapporten, asbestvrijwaringscertificaten, projectbegeleiding etc. De expert namens verzekerde is ervan uitgegaan dat de herstelwerkzaamheden één maand duren waardoor de huurderving werd vastgesteld op basis van een door de expert vastgestelde fictieve huurwaarde per maand.
SCHADEVASTSTELLING DOOR DERDE EXPERT/ARBITER
Ondergetekende verklaart:
  • Dat hij op 20 december 2011 een inspectie op het schadeadres heeft doorgevoerd, waarbij op zijn verzoek een hoogwerker was geregeld, teneinde een gedegen inspectie van de dakconstructie door te nemen;
  • Dat bij deze inspectie zowel de expert namens verzekerde als de expert namens verzekeraars aanwezig waren en beiden de gelegenheid werden gegeven de overwegingen verbonden aan hun taxaties nader toe te lichten;
  • Dat hij kennis heeft genomen van de motiveringen van de verschillen in de taxaties en de onderbouwing daarvan;
  • Dat de ter zake overgelegde bescheiden zijn beoordeeld en bestudeerd;
  • Dat de door hem gevraagde toelichting en verkregen inlichtingen – voor zover voorhanden – zijn verwerkt.
  • Dat hij tot de navolgende uitspraak is gekomen:
waarde voor waarde na schade
Opstallen (bedrijfspand) EUR 394.904,32 EUR 353.575,87 EUR 42.328,45
Opstallen (bijgebouwen)EUR 25.000,00 EUR 25.000,00 Nihil
Opstallen, totaal EUR 419.904,32 EUR 377.575,87 EUR 42.328,45
Opruimingskosten (exclusief BTW) EUR 17.657,00
Huurderving (1 maand) EUR 2.625,00
Huur hoogwerker i.v.m. inspectie verzekeraar (exclusief BTW) EUR 1.802,32
Huur hoogwerker i.v.m. inspectie arbiter (exclusief BTW) EUR 1.173,80
MOTIVATIE UITSPRAAK VAN ARBITER
  • Ondergetekende is van mening dat er slechts één dakvlak inclusief onderliggende isolatie onder asbestcondities moet worden vervangen evenals nagenoeg alle hulpstukken zoals scharniernokken, windveerstukken en windveerelementen. De door Koole B.V. geoffreerde kosten voor het demonteren en afvoeren van de asbesthoudende golfplaten inclusief onderliggende isolatie is gebaseerd op het asbestvrij opleveren van dit gedeelte en werd door mij als marktconform beoordeeld.
  • Door deze werkzaamheden en het door loskomen van kleine stukjes asbest is het terrein rondom het pand van verzekerde mogelijkerwijs asbest besmet. Deze asbestdeeltjes, die visueel waarneembaar zijn, zullen middels handpicking moeten worden verwijderd. Deze kosten heeft ondergetekende in de opruimingskosten opgenomen.
  • In de opruimingskosten werden tevens de kosten voor de asbestinventarisatie, verricht door RPS, opgenomen.
  • De huurderving werd door ondergetekende vastgesteld op de fictieve huurwaarde van de onderhavige opstal voor de periode van één maand. De herbouwwaarde van het pand werd door ondergetekende becijferd waarbij is gebleken dat de door de expert namens verzekeraars vastgesteld herbouwwaarde te hoog is en de herbouwwaarde, berekend door de expert van verzekerde, te laag.
  • De bijgebouwen werden eveneens op basis van herbouw gewaardeerd, daar de in de van toepassing zijnde voorwaarden wordt aangegeven dat voor zover niet afzonderlijk verzekerd alle bouwsels zijn medebegrepen, die naar hun aard en inrichting bestemd zijn om duurzaam ter plaatse te blijven. Dit was mijns inziens de intentie met betrekking tot de aangetroffen bijgebouwen.”
4.6.
[eisers] heeft ter zitting nog aangevoerd dat de expert van Allianz in de akte van disakkoord bij de herstelkosten niet is uitgegaan van het bedrag dat door hem was berekend in juni 2011, terwijl het bedrag dat door hem was berekend in juni 2011 voor de “waarde vóór” wel in de akte van disakkoord is opgenomen. Volgens [eisers] is het daar “misgegaan in de arbitrage.”
Deze - eerst ter zitting naar voren gebrachte - explicatie van haar stelling dat [betrokkene 3] niet heeft gemotiveerd waarom, in strijd met de hem ter beschikking gestelde stukken, van een lager schadebedrag moet worden uitgegaan, is, tegen de achtergrond van de hiervoor geciteerde passages uit het rapport van [betrokkene 3], onbegrijpelijk, althans onvoldoende om tot het oordeel te komen dat de schadevaststelling door [betrokkene 3] niet rechtsgeldig is of naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Uit het rapport van [betrokkene 3] blijkt dat [betrokkene 3] het dak van het bedrijfspand zelf heeft geinspecteerd, dat daarbij zowel de expert van [eisers] als de expert van Allianz aanwezig waren en dat [betrokkene 3] aan hen de gelegenheid heeft gegeven om hun taxaties nader toe te lichten, waarbij het verschil in de taxaties en de motivering en onderbouwing daarvan aan de orde is gekomen. Op basis daarvan is [betrokkene 3] tot zijn conclusie gekomen dat alleen het zuidelijke dakvlak vervangen moest worden. Wat de opruimingskosten betreft heeft [betrokkene 3] aansluiting gezocht bij de offerte van Koole B.V. Mede gelet op de door [eisers] niet weersproken stelling van Allianz dat [betrokkene 3] de beschikking had over het door de expert van Allianz opgemaakte schadeoverzicht met het daarin opgenomen bedrag van € 47.940,00, is niet gebleken van een ernstig gebrek in de beslissing van [betrokkene 3].
4.7.
Ten aanzien van haar stelling dat de schadevaststelling door [betrokkene 3] in strijd is met asbesteregelgeving en met de goede zeden en openbare orde, heeft [eisers] niet voldaan aan haar stelplicht. De enkele verwijzing naar door [eisers] overgelegde rapporten van Huipen (productie 7 bij dagvaarding), RPS Advies B.V. (productie 4 bij dagvaarding) en Aquatest B.V. (productie 24 bij de brief d.d. 5 september 2013 zijdens [eisers]) is, mede gelet op de betwisting van Allianz dat deze rapporten onderbouwing bieden voor de stelling van [eisers], onvoldoende. Ter zitting is zijdens [eisers] nog verklaard dat RPS Advies B.V. en Aquatest B.V. hebben geadviseerd om het hele dak te saneren. Zou van een dergelijk advies sprake zijn, dan volgt daaruit niet zonder meer dat deelsanering in strijd is met asbestregelgeving, de goede zeden of de openbare orde. Dit volgt evenmin uit de door [eisers] in het geding gebrachte, in algemene bewoordingen gestelde, niet op het onderhavige geval toegesneden e-mail d.d. 4 juli 2013 van de gemeente (productie 20 bij de brief d.d. 5 september 2013 zijdens [eisers]).
4.8.
Nu geen sprake is van onjuiste en onzorgvuldige totstandkoming van de schadevaststelling door [betrokkene 3], resteert de vraag of de lange duur van de schadevaststelling een tekortkoming van Allianz in de nakoming van haar verplichtingen, althans een onrechtmatige daad oplevert. Deze vraag dient ontkennend te worden beantwoord. Gesteld noch gebleken is dat Allianz onnodig vertragend heeft gewerkt. Dat de expert van [eisers] en de expert van Allianz van mening verschilden, waardoor vaststelling van de schade door [betrokkene 3] nodig was en er ruim drie jaar tussen het ontstaan van de schade en de schadevaststelling door [betrokkene 3] is gelegen, kan Allianz niet worden tegengeworpen.
De stelling van [eisers] dat Allianz in strijd heeft gehandeld met de Gedragscode Verzekeraars is niet onderbouwd en wordt daarom gepasseerd. Dat geldt ook voor de stelling van [eisers] dat omringende daken wel zijn vergoed door verzekeraars.
Wat eventuele door hagelschade veroorzaakte vervuiling met asbestdeeltjes en de daaruit voortvloeiende mogelijke schade betreft, geldt dat het aan [eisers] is om te voorkomen dat zijn dak asbestbesmetting veroorzaakt en dat hij zo nodig maatregelen neemt.
4.9.
Ten aanzien van de kosten van de expert van [eisers] geldt dat deze op grond van artikel 3.2.1 van de polisvoorwaarden (productie 2 bij dagvaarding) worden vergoed, voor zover deze kosten de kosten van de expert van Allianz niet overtreffen. De expert van Allianz heeft een bedrag van € 8.121,03 gedeclareerd. Tot dat bedrag komen de kosten voor vergoeding in aanmerking. Allianz heeft dit bedrag reeds aan [eisers] vergoed.
4.10.
Het voorgaande brengt mee dat de vorderingen van [eisers] zullen worden afgewezen.
4.11.
[eisers] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld, waarbij - anders dan gevorderd - de rente in zal gaan vanaf 14 dagen na betekening (dus niet na dagtekening) van dit vonnis. De kosten aan de zijde van Allianz worden begroot op:
- griffierecht € 3.715,00
- salaris advocaat
2.842,00(2 punten × tarief € 1.421,00)
Totaal €  6.557,00

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [eisers] in de proceskosten, aan de zijde van Allianz tot op heden begroot op € 6.557,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van 14 dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt [eisers] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [eisers] niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de nakosten met ingang van 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.D. Rentema en in het openbaar uitgesproken op 4 december 2013.
615/2477