Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
[erflater],
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 26 november 2013 een beschikking gegeven in de zaak van ABN AMRO Bank N.V. betreffende de nalatenschap van een overleden persoon, hierna aangeduid als erflater. De verzoekster, ABN AMRO Bank N.V., heeft verzocht om de benoeming van notaris mr. A.C.M. Fokkema-Schute als vereffenaar van de nalatenschap. De procedure is gestart met een verzoekschrift dat op 30 augustus 2013 is ingediend. Tijdens de zitting op 21 november 2013 zijn de advocaat van de verzoekster, mr. W.H. Benard, en notaris mr. M. Nonhebel gehoord. De dochter van de erflater, die als belanghebbende is aangemerkt, is niet verschenen op de zitting.
De feiten van de zaak zijn als volgt: de erflater is overleden op een onbekende datum te Rotterdam en heeft op 3 augustus 1989 een testament opgemaakt waarin zijn dochter als enige erfgenaam is aangewezen. Het vruchtgebruik van de nalatenschap is gelegateerd aan [persoon B]. De dochter heeft de nalatenschap verworpen, en bij beschikking van 2 september 2013 is haar toestemming verleend om dit te doen namens haar minderjarige zoon. De nalatenschap omvat een onverdeeld aandeel in een woning en twee hypothecaire leningen verstrekt door de verzoekster aan de erflater en [persoon B].
De rechtbank heeft het verzoek tot benoeming van de vereffenaar toegewezen, met de voorwaarde dat het verzoek tot vaststelling van het loon als vereffenaar en de pre-vereffeningskosten goedgekeurd worden door de kantonrechter. Tevens heeft de rechtbank het verzoek van de verzoekster om ontheffing van de publicatieplicht toegewezen, zodat de beschikking bekendgemaakt zal worden op rechtspraak.nl, in plaats van via de traditionele publicatiemiddelen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en zal worden ingeschreven in het boedelregister. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Den Haag binnen de gestelde termijnen.