ECLI:NL:RBROT:2013:9500

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
28 november 2013
Publicatiedatum
3 december 2013
Zaaknummer
C/10/433422
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een vereffenaar over de nalatenschap van Laurina Céline Maria Emilie Marianne Badoux

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 28 november 2013 een beschikking gegeven in de procedure betreffende de benoeming van een vereffenaar voor de nalatenschap van Laurina Céline Maria Emilie Marianne Badoux, die op 7 maart 2012 te Rotterdam is overleden. De verzoekster, DIREKTBANK N.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. W.H. Benard, heeft verzocht om de benoeming van notaris mr. A.C.M. Fokkema-Schute als vereffenaar. De procedure is gestart met een verzoekschrift dat op 26 augustus 2013 is ingediend, gevolgd door aanvullende brieven van verzoekster op 3 oktober 2013, 18 november 2013 en 26 november 2013. De behandeling vond plaats op 14 november 2013, waarbij zowel de verzoekster als de notaris zijn gehoord.

De rechtbank heeft vastgesteld dat erflaatster geen testament heeft achtergelaten en dat de nalatenschap niet onder voorrecht van boedelbeschrijving is aanvaard. De erfgenamen, waaronder de broer en zussen van erflaatster, hebben de nalatenschap verworpen. Verzoekster is schuldeiser van de nalatenschap en heeft daarom belang bij de benoeming van een vereffenaar. De rechtbank overweegt dat op grond van artikel 4:204 lid 1 sub b van het Burgerlijk Wetboek het verzoek in beginsel kan worden toegewezen, mits het verzoek tot vaststelling van het loon als vereffenaar door de kantonrechter wordt goedgekeurd.

De rechtbank heeft geoordeeld dat de benoeming van de vereffenaar kan plaatsvinden, maar dat de goedkeuring van het loon door de kantonrechter een voorwaarde is. De notaris heeft aangegeven dat deze voorwaarde geen belemmering vormt voor haar benoeming en dat zij de werkzaamheden zal uitvoeren. Daarnaast heeft de rechtbank het verzoek om ontheffing van de publicatieplicht beoordeeld. Gezien de omstandigheden, waaronder het feit dat alle erfgenamen afstand hebben gedaan van de nalatenschap, heeft de rechtbank besloten om ontheffing van de publicatieplicht te verlenen. De beschikking zal op internet bekend worden gemaakt.

De rechtbank heeft in haar beslissing de benoeming van mr. A.C.M. Fokkema-Schute als vereffenaar bevestigd, de griffier opgedragen de benoeming in het boedelregister in te schrijven, en de verzoekster ontheven van de publicatieplicht. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Den Haag binnen de gestelde termijnen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team familie 1
zaaknummer / rekestnummer: C/10/433422 / FA RK 13-7667
Beschikking van 28 november 2013 in de zaak van:
de naamloze vennootschap DIREKTBANK N.V.
gevestigd te Amsterdam,
hierna te noemen verzoekster,
advocaat mr. W.H. Benard te Rotterdam.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 26 augustus 2013;
  • de brief van verzoekster d.d. 3 oktober 2013, met bijlage.
1.2.
De behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden ter zitting van 14 november 2013.
Bij die gelegenheid zijn gehoord:
  • mr. W.H. Benard;
  • mr. A.C.M. Fokkema-Schute.
1.3.
Zoals afgesproken ter zitting zijn van de zijde van verzoekster brieven met bijlagen ingekomen, gedateerd 18 november 2013 en 26 november 2013.

2.De vaststaande feiten

2.1.
Op 7 maart 2012 is te Rotterdam overleden Laurina Céline Maria Emilie Marianne BADOUX , laatst gewoond hebbende te Rotterdam (hierna: erflaatster).
2.2.
Erflaatster heeft geen testament gemaakt.
2.3.
De nalatenschap is niet onder voorrecht van boedelbeschrijving aanvaard.
2.4.
Erflaatster was ten tijde van haar overlijden ongehuwd en had geen geregistreerd partner.
2.5.
De ouders van erflaatster zijn overleden. De broer en twee zussen van erflaatster, alsmede hun partners, kinderen, partners van de kinderen en de kleinkinderen van één van de zussen, hebben de nalatenschap verworpen.
2.6.
Verzoekster is schuldeiser van de nalatenschap.

3.De beoordeling

3.1.
Het verzoek strekt tot benoeming van notaris mr. A.C.M. Fokkema-Schute tot vereffenaar over de nalatenschap van erflaatster indien het verzoek tot vaststelling van het loon als vereffenaar wordt goedgekeurd door de kantonrechter, alsmede ontheffing van de publicatieplicht te verlenen.
3.2.
Op grond van het bepaalde in artikel 4:204 lid 1 sub b van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) kan het verzoek in beginsel worden toegewezen. Echter aan de benoeming is de voorwaarde verbonden dat het verzoek tot vaststelling van het loon als vereffenaar wordt goedgekeurd door de kantonrechter.
3.3.
In artikel 4:206 lid 3 BW is bepaald dat de door de rechter benoemde vereffenaar recht heeft op het loon dat door de kantonrechter vóór het opmaken van de uitdelingslijst wordt vastgesteld. Ingevolge de Handleiding Erfrechtprocedures Kantonrechter d.d. 10 november 2008 wordt het verzoek tot vaststelling van het loon aangehouden zolang de activa en de passiva van de nalatenschap nog niet in kaart zijn gebracht, omdat het loon (en de redelijke omvang de werkzaamheden) daarmee verband houdt.
3.4.
Het loon hangt derhalve af van de werkzaamheden, die de notaris eerst dient te verrichten. Het is aan de notaris om daar eventueel met de kantonrechter vooraf afspraken te maken. De notaris en de advocaat van verzoekster zijn bekend met het feit dat zulke afspraken kunnen worden gemaakt met de kantonrechter. De notaris heeft ter zitting aangegeven dat deze voorwaarde niet aan haar benoeming in de weg staat en dat zij hoe dan ook de werkzaamheden zal uitvoeren. Het verzoek zal dan ook worden toegewezen.
3.5.
Resteert ter beoordeling het verzoek om ontheffing van de publicatieplicht te verlenen. Artikel 4:206 lid 6 BW schrijft voor dat de vereffenaar haar benoeming in de Staatscourant en in een of meer nieuwsbladen bekend dient te maken. Vaststaat dat in deze nalatenschap de schulden de lasten zullen overstijgen. De dwingende noodzaak voor de kostbare wettelijk voorgeschreven wijze van bekendmaking als hiervoor weergegeven, acht de rechtbank thans niet noodzakelijk omdat alle erfgenamen afstand hebben gedaan zodat niemand in zijn belang wordt geschaad. De rechtbank zal dan ook ontheffing van de publicatieplicht verlenen en bepalen dat deze beschikking op internet (rechtspraak.nl) bekend wordt gemaakt.

4.De beslissing

De rechtbank:
4.1.
benoemt tot vereffenaar over de nalatenschap van Laurina Céline Maria Emilie Marianne BADOUX, geboren op 10 februari 1959 te Voorburg, laatst gewoond hebbende te Rotterdam en overleden op 7 maart 2012 te Rotterdam:
mr. A.C.M. Fokkema-Schute, notaris te Rotterdam;
4.2.
verstaat dat de griffier de benoeming onverwijld doet inschrijven in het boedelregister van de rechtbank op de voet van het bepaalde in artikel 4:206 lid 6 van het Burgerlijk Wetboek;
4.3.
ontheft verzoekster van de publicatieplicht;
4.4.
bepaalt dat deze beschikking op internet (rechtspraak.nl) bekend wordt gemaakt;
4.5.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
Deze beschikking is gegeven door mr. H.I. Kernkamp-Maathuis, rechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. E.L. Visser op 28 november 2013.
Tegen deze beschikking kan - voor zover er definitief is beslist - door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Den Haag. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.