Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 26 augustus 2013;
- de brief van verzoekster d.d. 3 oktober 2013, met bijlage.
- mr. W.H. Benard;
- mr. A.C.M. Fokkema-Schute.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 28 november 2013 een beschikking gegeven in de procedure betreffende de benoeming van een vereffenaar voor de nalatenschap van Laurina Céline Maria Emilie Marianne Badoux, die op 7 maart 2012 te Rotterdam is overleden. De verzoekster, DIREKTBANK N.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. W.H. Benard, heeft verzocht om de benoeming van notaris mr. A.C.M. Fokkema-Schute als vereffenaar. De procedure is gestart met een verzoekschrift dat op 26 augustus 2013 is ingediend, gevolgd door aanvullende brieven van verzoekster op 3 oktober 2013, 18 november 2013 en 26 november 2013. De behandeling vond plaats op 14 november 2013, waarbij zowel de verzoekster als de notaris zijn gehoord.
De rechtbank heeft vastgesteld dat erflaatster geen testament heeft achtergelaten en dat de nalatenschap niet onder voorrecht van boedelbeschrijving is aanvaard. De erfgenamen, waaronder de broer en zussen van erflaatster, hebben de nalatenschap verworpen. Verzoekster is schuldeiser van de nalatenschap en heeft daarom belang bij de benoeming van een vereffenaar. De rechtbank overweegt dat op grond van artikel 4:204 lid 1 sub b van het Burgerlijk Wetboek het verzoek in beginsel kan worden toegewezen, mits het verzoek tot vaststelling van het loon als vereffenaar door de kantonrechter wordt goedgekeurd.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de benoeming van de vereffenaar kan plaatsvinden, maar dat de goedkeuring van het loon door de kantonrechter een voorwaarde is. De notaris heeft aangegeven dat deze voorwaarde geen belemmering vormt voor haar benoeming en dat zij de werkzaamheden zal uitvoeren. Daarnaast heeft de rechtbank het verzoek om ontheffing van de publicatieplicht beoordeeld. Gezien de omstandigheden, waaronder het feit dat alle erfgenamen afstand hebben gedaan van de nalatenschap, heeft de rechtbank besloten om ontheffing van de publicatieplicht te verlenen. De beschikking zal op internet bekend worden gemaakt.
De rechtbank heeft in haar beslissing de benoeming van mr. A.C.M. Fokkema-Schute als vereffenaar bevestigd, de griffier opgedragen de benoeming in het boedelregister in te schrijven, en de verzoekster ontheven van de publicatieplicht. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Den Haag binnen de gestelde termijnen.