1.2.Eiser heeft bij brief van 15 december 2009 aan verweerder verzocht hem te doen toekomen het rapport, alsmede de daarbij behorende brief, toelichting en andere bijlagen die zijn opgemaakt in het kader van een second opinion opgesteld door of verstuurd naar verweerder, het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling of een andere overheids-organisatie. Bij brief van 23 december 2009 heeft eiser aan verweerder verzocht hem de gegevens te verstrekken welke door verweerder zijn verkregen op grond van de Gestructureerde Checklist Toegang en het Licht Instrument Risicotaxatie Kinder-mishandeling. Bij besluit van 7 januari 2010 heeft verweerder dit verzoek afgewezen, welke beslissing is gehandhaafd bij besluit op bezwaar van 29 april 2010. Bij uitspraak van 9 juni 2011 (AWB 10/1398) heeft de rechtbank Alkmaar eisers beroep tegen dat besluit ongegrond verklaard.
1.3.Bij uitspraak van 23 november 2011 (ECLI:NL:RVS:2011:BU5396) heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) geoordeeld dat verweerder met betrekking tot een aantal passages in redelijkheid de bescherming van gevoelige persoonsgegevens dan wel het belang van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer zwaarder heeft kunnen laten wegen dan het algemene belang van openbaarheid. Deze passages zijn: - bladzijde 1, de naam van de opsteller;
- bladzijde 2, de naam van de bestuurder van verweerder;
- bladzijde 6, de zin onder het kopje 'Contacten leggen met het gezin' en de eerste vijf zinnen onder het kopje 'Gesprekken met de ouders (1)';
- bladzijde 7, de daar genoemde geboortejaren, de zin volgend op het woord 'gefiatteerd.', de zinnen na het woord 'binnen.' En de zin na het woord 'orde.';
- bladzijde 8, vanaf de tweede zin onder het kopje 'Gesprekken met de ouders (2)' tot het schuingedrukte woord 'Gesprekken' en hetgeen in het blok bij 'Mogelijk alternatief' staat;
- bladzijde 9, vanaf de derde zin onder het kopje 'Beoordeling' tot het schuingedrukte woord 'Beoordeling' en hetgeen in het blok bij 'Mogelijk alternatief' staat;
- bladzijde 10, de zinnen in de tweede alinea vanaf het woord 'gemaakt.' tot de laatste zin.
Voor wat betreft de overige passages is volgens de Afdeling niet sprake van persoonsgegevens als bedoeld in artikel 10, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) en heeft verweerder zich voorts ten onrechte met een beroep op artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, van de Wob op het standpunt gesteld dat het belang van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer aan de openbaarmaking van de second opinion in de weg staat. De Afdeling heeft verweerder gelast deze gegevens aan eiser te verstrekken.
1.4.Op 14 december 2011 heeft verweerder eiser bedoelde second opinion (“Rapport van bevindingen, Werkwijze van Bureau Jeugdzorg Noord-Holland, Inzake een melding van een vermoeden van kindermishandeling”) van 28 oktober 2009 verstrekt. Verweerder heeft daarbij diverse passages onleesbaar gemaakt, conform voormelde uitspraak van de Afdeling.