Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 14 augustus 2013 en de daarin genoemde stukken;
- de brief met bijlage van 8 oktober 2013 van mr. J.C. Noordijk;
- het proces-verbaal van comparitie van 14 oktober 2013.
2.De feiten
€ 57.917,00 tegen een variabele rentevergoeding (hierna: de kredietovereenkomst). Op grond van de kredietovereenkomst is [gedaagde] gehouden de bedragen die zijn opgenomen onder het krediet en de verschuldigde rente in maandelijkse termijnen van € 579,17 terug te betalen.
4.De beoordeling
heeft ter zitting verklaard dat zij Geldshop.nl in eerste instantie heeft verzocht om een krediet van (ruim) € 27.000,00, waarmee zij twee lopende leningen kon aflossen. Aan [gedaagde] is uiteindelijk een krediet verstrekt van € 57.917,00; ruim twee keer zo hoog als het bedrag dat zij in eerste instantie wenste te lenen. Het feit dat dit geen rond bedrag is, doet vermoeden dat dit het maximale bedrag betrof dat aan [gedaagde] geleend mocht worden. Dit bedrag komt de rechtbank bovendien hoog voor gelet op de verklaring van [gedaagde] dat zij werkzaam is als lasser en gelet op het inkomen dat in die functie redelijkerwijs wordt verdiend.
Arenda wordt verzocht zich bij akte uit te laten over de maximale leencapaciteit van [gedaagde] ten tijde van het aangaan van de kredietovereenkomst alsmede de wijze waarop Arenda dit destijds heeft gecontroleerd, opdat beoordeeld kan worden of Arenda in deze aan haar zorgplicht jegens [gedaagde] heeft voldaan. [gedaagde] zal hier vervolgens op mogen reageren.
Gelet op al het voorgaande, wordt het beroep op artikel 6:89 BW verworpen.
r.o. 4.11 wordt iedere beslissing aangehouden.
5.De beslissing
8 januari 2014voor het nemen van een akte door Arenda uitsluitend ter zake hetgeen is vermeld onder r.o. 4.11,