Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 22 september 2011
- de akte overlegging producties
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie
- de conclusie van repliek in conventie, tevens akte houdende vermeerdering van eis, tevens conclusie van antwoord in reconventie
- de conclusie van dupliek tevens antwoordakte houdende vermeerdering van eis tevens conclusie van repliek in reconventie
- de akte houdende uitlating producties in conventie, tevens conclusie van dupliek in reconventie
- de pleidooien en de ter gelegenheid daarvan overgelegde stukken.
2.De vaststaande feiten
er al af is. Dus dat ziet er heel erg goed uit!”
, in april 2010, is U tegelijkertijd ter kennis gebracht dat voor beide tarieven, in een naar verwachting snel groeiende portefeuille, resultaatontwikkelingen scherp gemonitoord zouden worden. Bij bovengemiddelde afwijkingen ten opzichte van onze schaderatio’s, zouden de tarieven weer worden ingetrokken.
over de resultaatontwikkeling in onze aan U uitgegeven volmacht. (…)”
kunnen beschikken over juiste cijfers, die blijkbaar gewoon in uw bedrijf voorhanden zijn, had OVZ al in een vroegtijdig stadium, dus ruimschoots voor de grote premietoename in het 4e kwartaal 2010, adequate maatregelen genomen.”
geeft aan dat V&V verkeerde gegevens heeft aangeleverd over 2010 in de vorm van premiereserves. OVZ heeft haar voorlopige resultaten mede aan de hand van deze premiereserves vastgesteld. (...)
) geeft aan niet van plan te zijn dit te compenseren aangezien OVZ op basis van de aan haar verstrekte resultaatoverzichten had kunnen zien dat het resultaat zich anders ontwikkelde tov van hoe zij het zelf had ingeschat. Tijdens een gesprek in september is een overzicht gegeven aan [Q](OVZ, toev. rb.)
waarin zichtbaar was dat het personenautotarief minder goed was dan het totaal resultaat. Op 5 oktober heeft [W]([gedaagde], toev. rb.)
aan [X](OVZ, rb)
een overzicht gestuurd waarbij het WA personenauto resultaat op 198,82 % stond. Beperkt casco stond op 76,18% en het WA - volledig casco resultaat stond op 96,57 %. Deze percentages hebben betrekking op het resultaat netto/netto.
) ook geen terugkoppeling is gevraagd door OVZ op het resultaat was zijn(de rechtbank leest: dat zij)
heeft berekend op basis van de premiereserve. Als die zo belangrijk waren voor het geven van de actiekorting dan had zij dit wel kunnen doen. (…)
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
in conventie
“elkaar naar beste weten op de hoogte te stellen en te houden van de bijzonderheden waarvan zij in het kader van de volmacht en de samenwerkingsovereenkomst op de hoogte dienen te zijn”, heeft niet de strekking om [gedaagde] te verplichten op gezette tijden financiële informatie aan OVZ te verstrekken. In een brief van 8 april 2011 aan OVZ verwijst [gedaagde] naar de “toelichting” op het betreffende artikel 3 van de samenwerkingsovereenkomst. De rechtbank heeft vastgesteld dat de tekst van de samenwerkingsovereenkomst op dit punt overeenkomt met de tekst van de “Voorbeeld Samenwerkingsovereenkomst Volmacht” zoals die is gepubliceerd door de Werkgroep Toezichtsvereisten Verbond van Verzekeraars – NVGA. In de door [gedaagde] aangehaalde toelichting op dat voorbeeld valt te lezen dat deze bepaling dient om financiële dienstverleners in staat te stellen te voldoen aan het bepaalde in de Wet financieel toezicht, voor zover zij daarvoor van elkaar afhankelijk zijn. Nu van de zijde van OVZ hierop nimmer is gereageerd, heeft als uitgangspunt te gelden dat partijen met bedoeld artikel 3 geen andere doelstelling voor ogen heeft gestaan dan weergegeven in de door [gedaagde] aangehaalde toelichting. Op grond hiervan constateert de rechtbank dat er geen grondslag is voor de stelling van OVZ dat de verstrekking van financiële informatie omtrent de verzekeringsportefeuille was gebaseerd op de samenwerkingsovereenkomst. Van tekortschieten zoals door OVZ gesteld is derhalve geen sprake, zodat strikt genomen de vordering voor afwijzing gereed ligt.
- griffierecht € 560,00
- salaris advocaat