3.1.[eiseres] heeft in de verstekprocedure gevorderd dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
a. a) voor recht zal verklaren dat Stichting Zuidwester aansprakelijk is voor de schade die het gevolg is geweest van het seksueel misbruik genoemd in de dagvaarding, alsmede voor schade die het gevolg is van het uitblijven van adequate nazorg;
b) Stichting Zuidwester zal veroordelen [Y] binnen 2 maanden na het te wijzen vonnis, over te plaatsen naar een andere (afdeling binnen haar) instelling opdat [X] niet meer met [Y] geconfronteerd kan worden, een en ander onder verbeurte van een dwangsom groot € 250,- voor iedere dag waarop Stichting Zuidwester in gebreke blijft hem over te plaatsen;
c) Stichting Zuidwester zal veroordelen tot betaling van:
a) immateriële schadevergoeding van € 10.000,-- vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2003;
b) materiële schadevergoeding ter zake
buitengerechtelijke incassokosten van € 2.500,--
overige schade van € 500,--
d) Stichting Zuidwester zal veroordelen om binnen 4 weken na het te wijzen vonnis [X] therapie aan te bieden die geschikt is om trauma’s te verwerken zoals een EMDR therapie, met veroordeling van Stichting Zuidwester in de kosten van die therapie;
e) Stichting Zuidwester zal veroordelen in de kosten van het geding en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
[eiseres] heeft aan haar vordering het volgende ten grondslag gelegd.
[X] is seksueel misbruikt door [Y]. Uit de diverse verklaringen die [X] heeft afgelegd, in het bijzonder tegenover de politie, blijkt dat [X] het seksueel contact niet wilde, dat hij pijn had en dat hij er boos van werd. Het initiatief is van [Y] uitgegaan en [X] kon daar vanwege zijn beperkingen geen weerstand tegen bieden. Het misbruik is waarschijnlijk in 2002 aangevangen. [eiseres] weet dit omdat [X] tegen [eiseres] heeft gezegd dat het al plaatsvond voordat zijn neefje op [geboortedatum] werd geboren. Daarnaast heeft [X] verklaard dat het niet alleen op Delta Boulevard gebeurde, maar ook (daarvoor) in De Hoeker. Stichting Zuidwester heeft onrechtmatig jegens [X] gehandeld omdat zij onvoldoende maatregelen heeft getroffen om hem te beschermen tegen seksueel misbruik door [Y] en omdat zij onvoldoende nazorg heeft geboden. Enerzijds had Stichting Zuidwester meer oog moeten hebben voor de kwetsbaarheid van [X] vanwege zijn handicap en omdat hij op 9-jarige leeftijd ook al slachtoffer was geworden van seksueel misbruik door een medebewoner van Stichting Zuidwester. [X] heeft [Y] jarenlang kunnen bezoeken zonder dat dit werd opgemerkt. Anderzijds had Stichting Zuidwester meer oog moeten hebben voor de risico’s van een persoon zoals [Y]. Stichting Zuidwester was op de hoogte van het zedenverleden van [Y]. Stichting Zuidwester heeft [Y] in 1993 overgeplaatst naar een andere instelling vanwege seksuele contacten. Het was Stichting Zuidwester bekend dat [Y] pedofiele neigingen heeft met een seksuele voorkeur voor jongens. Stichting Zuidwester had een risico-inventarisatie moeten maken en specifieke beschermingsmaatregelen voor medebewoners moeten treffen. Daarentegen had [Y] een zelfstandige woonruimte en vond er slechts tweemaal per week een contactmoment plaats. Stichting Zuidwester heeft geen protocollen of beleidsregels opgesteld ten aanzien van het voorkomen en/of signaleren van seksueel misbruik. [X] heeft schade geleden als gevolg van het seksueel misbruik, hij is aangetast in zijn persoon. Er zijn grote veranderingen in het gedrag van [X] waargenomen. Bovendien is het een feit van algemeen bekendheid dat slachtoffers van seksueel misbruik schade lijden, ook iemand met een handicap als [X]. Uit het rapport van Schuitemaker blijkt dat bij [X] aan trauma gerelateerde klachten zijn geconstateerd. [eiseres] vordert een bedrag van € 10.000,-- aan smartengeld.
Stichting Zuidwester is in de nazorg tekortgeschoten omdat zij geen aangifte tegen [Y] heeft gedaan, [Y] niet heeft overgeplaatst naar een andere (afdeling binnen de) instelling en omdat zij [X] heeft onthouden van een behandeling waarmee hij zijn trauma had kunnen verwerken. [eiseres] vordert materiële schade in de vorm van kosten rechtsbijstand en overige kosten. [X] kwam aanvankelijk niet in aanmerking voor gefinancierde rechtshulp en hij heeft (via [eiseres]) een bedrag van € 7.500,-- aan advocaatkosten voldaan in verband met het onderhavig geschil. Het is redelijk een derde deel van deze kosten toe te schrijven als kosten in de zin van artikel 6:96 BW. Voorts heeft [eiseres] kosten moeten maken ten behoeve van [X] zoals reiskosten in verband met de klaagschriftprocedure en onderhavig geschil. Het is redelijk deze kosten te begroten op € 500,--.