Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 31 mei 2013 met producties;
- herstelexploot van 18 juni 2013;
- de incidentele conclusie tot onbevoegdverklaring;
- de incidentele conclusie van antwoord.
2.De vordering in de hoofdzaak
- € 67.105,00, samengesteld uit de koopsom van € 27.105,00 en de contractuele boete van € 40.000,00, te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente;
- buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente;
- proceskosten en de nakosten.
3.Het geschil in het incident
“geen aangelegenheden die dit kantoor of dit filiaal betreffen”zoals bedoeld in artikel 1:14 BW. Van kantoor houden in die zin dat het betreffende kantoor het centrum van beroeps- of bedrijfsmatige werkzaamheden zou vormen, is geen sprake.
4.De beoordeling in het incident
5.De beslissing
18 december 2013voor conclusie van antwoord.