Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 24 november 2010 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 21 maart 2011;
- het proces-verbaal van niet-gehouden getuigenverhoor van 18 april 2011;
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 19 september 2011;
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 14 november 2011;
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 28 november 2011;
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 19 maart 2012;
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 27 augustus 2012;
- de conclusie na getuigenverhoor van verzekeraars;
- de antwoordconclusie na getuigenverhoor.
2.De verdere beoordeling
- op het moment van de koop van de Horizon noch op het moment van de levering bestonden al concrete plannen, Princess koopt namelijk schepen voor de handel;
- ten tijde van de levering bestond al wel het plan om kleinere dingen aan te pakken, zoals de ramen;
- half oktober zijn de verbouwingsplannen concreter geworden;
- in september is een afspraak met een reisorganisatie voor een charter van de Horizon tot stand gekomen; voor dit charter moest het schip grondig gerenoveerd worden, omdat de inrichting van het schip niet geschikt was voor het traditionele publiek van de reisorganisatie;
- de charterafspraak ligt vast in e-mails, die vermoedelijk nog beschikbaar zijn;
- uit een vergelijking van de bouwtekeningen uit augustus en november 2008 blijkt dat er aanzienlijke verschillen bestaan ten aanzien van de inrichting van de Horizon.
- met betrekking tot de Horizon geldt dat [A] ten tijde van de koop (die tot stand gekomen is op 9 juli 2008) nog geen “echte plannen” had, reden waarom de getuige zich wel heeft afgevraagd wat hij met het schip van plan was (“maar ja, hij is een handelaar dus als hij op termijn mogelijkheden ziet met zo’n schip, is hij er altijd wel bij”);
- de levering aan Princess is enkele keren uitgesteld, maar dat was geen probleem, omdat er vanwege het ontbreken van concrete opdrachten voor dit schip geen tijdsdruk op stond;
- na een inbraak en vernielingen in de Horizon, voorafgaande aan de levering, behoefde het schip van [A] niet in de oorspronkelijke staat te worden hersteld, omdat de inrichting er toch uit moest;
- de getuige heeft niet concreet met [A] over verbouwingen gesproken, maar hij heeft aangenomen dat [A] wel enige verbouwing zou willen verrichten als hij niet met het bestaande concept zou willen doorgaan.
- [A] heeft expliciet gevraagd om een verzekering voor stilliggen;
- de getuige heeft [A] gevraagd wat hij met het schip van plan was, waarop deze heeft gezegd dat het voorlopig om stilliggen ging;
- in de mail van 26 mei 2008, waarin de voorwaarden voor de verzekering zijn opgesomd, heeft de getuige opgemerkt dat eventuele verbouwingen tijdens het stilliggen tevoren dienen te worden doorgegeven;
- die opmerking is gemaakt, omdat vrij vroeg in het sluittraject bekend was dat [A] op enig moment eventueel verbouwingen wilde gaan laten verrichten;
- [A] heeft de getuige tot aan de ingangsdatum van de verzekering niet geïnformeerd over concrete verbouwingsplannen.
- bij gelegenheid van die eerdere bezoeken heeft de getuige van de curator gehoord dat het schip “omgebouwd” zou worden;
- na de inbraak zei de curator tegen de getuige dat het schip niet in oorspronkelijke staat hersteld behoefde te worden, “omdat het er toch uit ging”;
- kort voor de brand, op 11 november 2008, is de getuige om een andere reden nog eens op het schip geweest, en toen heeft hij gezien dat het bovendek volledig, althans grotendeels gestript was en dat er toen slijpwerk werd verricht;
- uit de stand van de verbouwing ten tijde van de brand heeft de getuige afgeleid “dat dit al even bezig was”.
- [A] heeft hem medio augustus gevraagd om ideeën voor het schip;
- eind augustus heeft een oriënterend, informeel gesprek plaats gevonden, “een soort brainstorm”, concrete wensen waren er op dat moment niet;
- op basis van dat gesprek is de getuige aan het werk gegaan;
- het zou een “behoorlijke” verbouwing worden, waarbij in elk geval “iets” moest gebeuren met de salon, de bar, de wc’s en de aantallen hutten – in die zin is er ook tijdens het eerste gesprek over gesproken, maar toen was nog niet zeker dat het zou doorgaan;
- het plan om het achterschip te verlengen is in de loop der tijd ontstaan;
- het verbouwingsplan was vermoedelijk pas begin november echt af.
- de getuige weet niet meer wanneer hij precies bij de verbouwing van de Horizon betrokken is geraakt, vermoedelijk “meer in de winter dan in de zomer”;
- er was bij het begin van zijn betrokkenheid nog geen vastgesteld plan, nog niet alles was uitgeëngineerd;
- er was wel een algemeen plan, in vergelijking waarmee later slechts “kleinere dingetjes” zijn gewijzigd;
- op het moment van de brand was de getuige enkele weken op de Horizon aan het werk;
- de te verrichten werkzaamheden hadden betrekking op het interieur, staalwerkzaamheden, waterdichte deuren, de eetzaal, de bemanningshutten, de salon, “eigenlijk gewoon alles”, “het was een enorm veelomvattende verbouwing”;
- het “staalwerk” was op basis van het algemene plan al duidelijk en moest als eerste gebeuren.
- op 24 september 2008 heeft zijn bedrijf [J] een offerte voor de levering van een partij ramen verstrekt, dus de getuige is omstreeks 22 september 2008 voor het eerst op de Horizon geweest;
- aanvankelijk ging het slechts om die ramen, later heeft [A] ook een prijsopgave voor de entreepui gevraagd;
- [A] heeft over zijn plannen slechts gezegd dat hij een cruiseschip had gekocht dat hij wilde verbeteren.
- de getuige vermoedt dat hij “aan het eind van de zomer, begin van het najaar” de eerste gesprekken met [A] heeft gevoerd;
- hij heeft met [A] over meerdere schepen gesproken en gezegd dat hij interesse had om de Horizon voor een stuk van het seizoen te huren;
- [A] heeft daarop gezegd dat dit een reden was om verder te gaan met het opkalefateren van het schip, waarmee de getuige bedoelt dat het nodige aan de inrichting gedaan moest worden, omdat die inrichting niet geschikt was voor het publiek van zijn reisorganisatie en het schip nogal was “afgeleefd”;
- over de details van de benodigde verbouwing heeft hij niet met [A] gesproken;
- tussen hem en [A] is wekenlang veelvuldig over een contract gecorrespondeerd; er is sprake van ongeveer vijftien à zestien conceptcontracten.
- van zijn collega [D] heeft de getuige gehoord dat [A] tijdens het sluittraject had gezegd dat er nog geen plannen voor een grootscheepse verbouwing bestonden en dat daarom is gekozen voor een verzekering voor stilliggen met reparatieclausule;
- onder die polis mag je wel een kleine verbouwing uitvoeren, bijvoorbeeld het plaatsen van een nieuwe motor.
anderestukken heeft overgelegd. Nu Princess er voor heeft gekozen de hier bedoelde stukken niet over te leggen, terwijl het haar in redelijkheid niet kan zijn ontgaan dat die stukken in het kader van de bewijsvoering van belang waren, moet het er naar het oordeel van de rechtbank, mede gelet op artikel 21 Rv, voor worden gehouden dat het overleg over het charter al liep toen op 15 september 2008 de verzekeringsovereenkomst tot stand kwam, en voorts dat het voor de gesprekspartners al vóór die datum duidelijk was dat het charter een grondige verbouwing vergde.