Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[eiser 1],
2. [eiser 2],
3. [eiser 3],
1.Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 28 maart 2013, met producties;
- de conclusie van antwoord in conventie tevens houdende een eis in reconventie, met producties;
- het tussenvonnis van 22 april 2013, waarin een comparitie van partijen is bepaald;
- de bij brieven van 23 mei 2013, 29 mei 2013 en 12 juni 2013 van de zijde van [eiser 1], [eiser 2] en [eiser 3] in het geding gebrachte producties;
- de bij brieven van 3 juni 2013, 25 juni 2013 en 4 juli 2013 van de zijde van [gedaagde] in het geding gebrachte producties.
2.De vaststaande feiten
3.De vordering en de stellingen van partijen
4.De beoordeling van de vordering
5.De beslissing
woensdag 18 september 2013 te 15:30 uurteneinde [gedaagde] in staat te stellen zich bij akte uit te laten of en op welke wijze zij het bewijs wenst bij te brengen, dan wel dat zij om haar moverende redenen van die bewijslevering wenst af te zien;