ECLI:NL:RBROT:2013:8487
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Sluiting van een horecabedrijf wegens overlast en geweld door bezoekers
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 29 oktober 2013 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een horecabedrijf in Schiedam. De burgemeester had op 19 september 2013 besloten het horecabedrijf, een koffiehuis, met onmiddellijke ingang te sluiten voor de duur van drie maanden en de exploitatievergunning in te trekken. Dit besluit volgde op meerdere incidenten waarbij bezoekers van het koffiehuis zich schuldig maakten aan intimidatie en geweld jegens toezichthouders, alsook overlast voor omwonenden. De verzoeker, exploitant van het koffiehuis, had bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, zodat het koffiehuis open kon blijven.
Tijdens de zitting op 17 oktober 2013 werd duidelijk dat er zich in het koffiehuis diverse verboden gedragingen hadden voorgedaan, zoals het gebruik van harddrugs en mogelijk gokken. De voorzieningenrechter oordeelde dat er voldoende gronden waren voor de sluiting van het koffiehuis, gezien de ernst van de overlast en het geweld. De voorzieningenrechter nam daarbij in overweging dat de verzoeker niet adequaat had opgetreden tegen de overlastgevende bezoekers en dat er een gevaar voor de openbare orde bestond.
De voorzieningenrechter concludeerde dat het verzoek om voorlopige voorziening moest worden afgewezen, omdat de sluiting van het koffiehuis en de intrekking van de vergunning gerechtvaardigd waren op basis van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Schiedam. De voorzieningenrechter benadrukte dat de burgemeester bevoegd was om in te grijpen bij ernstige incidenten en dat de verzoeker niet had aangetoond dat de sluiting onterecht was. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.