Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verdere verloop van de procedure
2.De vorderingen en de verweren
- a) In december 2009 heeft [eiseres 1], ingevolge een overeenkomst van goederenvervoer in de vorm van reisbevrachting, vastgelegd in een op 16 december 2009 gedateerd “Charter”, in opdracht van Transito met het duwstel bestaande uit de binnenschepen [X]” en [X II]” ladingen pakketschroot vervoerd van Born naar Rotterdam-Botlek ter aflevering bij EBS aan de Laurenshaven. Op de overeenkomst zijn van toepassing de IVTB 1999 en de CMNI.
- b) EBS heeft de ladingen pakketschroot op 23 december 2009 gelost aanvankelijk met gebruikmaking van een kraan met een (te) grote en zware poliepgrijper. Bij de lossingwerkzaamheden zijn de punten van de grote poliepgrijper herhaaldelijk op de ruimvloeren van de beide schepen gestoten waardoor 85 inzettingen (hierna: deukjes) in de ruimvloeren zijn ontstaan. EBS heeft de lossing voltooid met gebruikmaking van een lichtere grijper, waarbij geen beschadiging van de schepen is ontstaan.
- c) EBS is voor de schade aan de ruimvloeren aansprakelijk, omdat de schade is ontstaan doordat EBS, althans haar personeel, een te zware poliepgrijper heeft gebruikt, ook bij het lossen van de onderste lagen van de ladingen, en deze telkens met open poliepen en veel kracht op de ruimvloeren heeft laten neerkomen. Nadat [eiseres 1] over de beschadigingen had geklaagd, heeft EBS een lichtere poliepgrijper ingezet en heeft zij de ruimvloeren niet meer beschadigd. Ook daaruit blijkt dat EBS, althans haar personeel, eerst op onzorgvuldige, derhalve onrechtmatige wijze de lossing heeft verricht.
- d) Om de volgende redenen is Transito naast EBS aansprakelijk voor de bij de lossing ontstane schade.
- a) EBS betwist dat de gestelde deukjes bij de lossing op 23 december 2009 zijn ontstaan. EBS betwist dat vanwege [eiseres 1] tijdens de lossing is geklaagd over de zwaarte van de poliepgrijper of de wijze van lossing. Bij EBS is een intern incidentenregistratieformulier opgesteld, waarin geen melding is gemaakt van enige klacht vanwege [eiseres 1]. EBS heeft evenmin van Transito enige klacht over de (wijze van) lossing ontvangen. Pas na enige tijd hebben eiseressen gesteld dat schade aan de ruimvloeren was ontstaan. Omdat [eiseres 1] vóór de reis van Born naar Rotterdam-Botlek al eerder ladingen met de [X]” en [X II]” had vervoerd, kunnen de deukjes ook bij (een van) die gelegenheden zijn ontstaan.
- b) EBS heeft een voor het lossen van de partijen pakketschroot geëigende en gebruikelijke poliepgrijper ingezet. De ladingen van het duwstel [X]”-[X II]” zijn eerst boord-boord gelost in het zeeschip “Arklow Ranger” met behulp van de brugkraan “MAN 2”, waaraan een poliepgrijper met een gewicht van maximaal 14,2 ton hangt. Dat gewicht is niet te zwaar voor het lossen van binnenschepen als de [X]” en [X II]”. Vervolgens is het duwstel verhaald naar kraan “D”, waaraan een kleinere en lichtere grijper hangt, waarmee de rest van de lading op de wal is gelost.
- c) EBS betwist dat zij bij de onderhavige lossing de grijper met (te veel) kracht op de ruimvloeren heeft laten neerdalen of te snel heeft gewerkt, dan wel anderszins onzorgvuldig te werk is gegaan.
- d) Voor zover de gestelde deukjes bij de onderhavige lossing zijn ontstaan, is sprake van bij normale grijperlossing onvermijdelijke en daarom niet onrechtmatige beschadigingen. De gestelde deukjes zijn klein en vormen louter cosmetische onvolkomenheden vormen.
- e) Indien geoordeeld wordt dat EBS door met een zware poliepgrijper te werken op een onveilige wijze de schepen loste, was ingevolge artikel 8:898 in samenhang met artikel 8:929 lid 2 BW de schipper van de van de [X]” en [X II]”, [Y], verplicht in te grijpen. Dat heeft schipper [Y] niet gedaan. Daarom valt in dat geval de schade geheel, althans ten dele aan het verzuim vanwege [eiseres 1] toe te rekenen.
- f) EBS voerde de onderhavige lossing uit in opdracht van [Z] (hierna: MBT). Op de rechtsverhouding tussen EBS en MBT zijn de algemene voorwaarden van EBS van toepassing.
- g) EBS betwist de gestelde omvang van de schade. Volgens EBS zijn de herstelkosten beperkt tot € 1.690,-. EBS betwist dat [eiseres 1] bedrijfsschade heeft geleden, omdat het herstel niet dadelijk nodig was en heeft kunnen worden uitgevoerd gedurende een normale garantie- of onderhoudsbeurt van de schepen. Voorts betwist EBS dat [eiseres 1] daadwerkelijk schade heeft geleden ter hoogte van het gevorderde “Nederlands wettelijke liggeld” en dat die maatstaf niet van toepassing is op de rechtsverhouding tussen EBS en [eiseres 1].
- h) EBS betwist de gevorderde buitengerechtelijke kosten, omdat [eiseres 1] voor rechtsbijstand is verzekerd bij ARAG en ARAG klaarblijkelijk voor [eiseres 1] optreedt.
- i) EBS betwist dat EFM door subrogatie in de rechten van [eiseres 1] is getreden.
- a) Transito betwist bij gebrek aan wetenschap dat bij de lossing op 23/24 december 2009 schade aan de ruimvloeren van het duwstel [X]”-[X II]” is ontstaan. De gestelde schade kan evengoed bij een eerder vervoer van partijen schroot zijn ontstaan.
- b) Tussen [eiseres 1] en Transito geldt inderdaad de gestelde vervoerovereenkomst, in de vorm van reisbevrachting, waaronder Transito de afzender dan wel de bevrachter is. Op de reisbevrachting zijn de CMNI, de IVTB 1999 en aanvullend Nederlands recht van toepassing.
- c) Anders dan eiseressen betogen, brengt de overeenkomst van reisbevrachting, noch artikel 6 of 8 CMNI, noch artikel 8:929 BW een verplichting mee voor de afzender/bevrachter ten aanzien van (schade bij) lossing. Artikel 8:913 BW schept evenmin zodanige verplichting voor de afzender/bevrachter. Transito had geen verplichting tot lossing van de [X]” en de [X II]”. EBS kan daarom niet als uitvoeringshulp van Transito worden aangemerkt.
- d) Transito betwist dat zij ingevolge de IVTB 1999 aansprakelijk is voor bij de lossing ontstane schade. Op grond van §9 lid 1 IVTB 1999 had [eiseres 1] de mogelijkheid en behoorde [eiseres 1], indien zij meende dat EBS de partijen pakketschroot ondeugdelijk loste, om de lossing te stoppen en zelf tot lossing en opslag van de lading over te gaan.
- e) Transito heeft aan [eiseres 1] slechts medegedeeld dat de partijen pakketschroot bij EBS zouden moeten worden afgeleverd. EBS trad niet op in opdracht van Transito. Transito heeft aan [eiseres 1] niet medegedeeld in wiens opdracht EBS zou handelen; Transito wist dat ook niet. Tussen Transito en EBS bestaat geen rechtsverhouding. Ook daarom kan EBS niet als hulppersoon van Transito worden aangemerkt.
- f) De charterclausule “Eventuele schade bij het … lossen rechtstreeks met de stuwadoor of ontvanger regelen” vormt een in de binnenvaart gebruikelijke uitsluiting van aansprakelijkheid van de bevrachter voor elke vorm van schade aan het schip, ook voor schade als de in de dagvaarding gestelde schade.
- g) Door de schepen te vervrachten voor het vervoer van partijen schroot heeft [eiseres 1] het risico aanvaard dat bij lossing, die gebruikelijk met behulp van poliepgrijpers wordt uitgevoerd, deukjes en krassen van niet meer dan 10 mm diep in de ruimvloeren zouden ontstaan. Het leeuwendeel van de gestelde deukjes valt binnen die aanvaarde marge. Dergelijke geringe beschadigingen zijn onvermijdelijk bij mechanische lossing als de onderhavige. Het ontstaan van dergelijke geringe beschadigingen levert geen onrechtmatige daad van de stuwadoor op.
- h) Transito betwist dat EBS op onzorgvuldige wijze heeft gelost. Transito betwist dat er een zorgvuldigheidsnorm geldt op grond waarvan EBS de lossing niet met de gebruikte, zware poliepgrijper had mogen uitvoeren. Transito betwist dat de deukjes zijn ontstaan doordat EBS de poliepgrijper met (te) veel kracht op de ruimvloeren heeft laten neerkomen. Weliswaar is tijdens de lossing vanwege [eiseres 1] naar Transito opgebeld en geklaagd over een ruwe wijze van lossing, maar Transito heeft daarop telefonisch contact opgenomen met EBS en deze gevraagd voorzichtiger te lossen. Transito heeft daarmee alles gedaan wat in haar vermogen lag.
- i) Transito betwist de schadeomvang. Omdat de [X]” en de [X II]” ondanks de gestelde deukjes konden blijven varen en geëxploiteerd worden, behoefden die schepen voor het hertstel daarvan niet uit exploitatie te worden genomen. Daarom heeft [eiseres 1] geen bedrijfsschade behoeven te lijden.
- j) Transito erkent weliswaar dat EFM de cascoverzekeraar is van [eiseres 1], maar betwist dat EFM onder de verzekeringsovereenkomst aan [eiseres 1] heeft betaald en daardoor in de rechten van [eiseres 1] is getreden.
- k) Transito betwist de gevorderde buitengerechtelijke kosten, omdat [eiseres 1] voor rechtsbijstand is verzekerd bij ARAG en ARAG klaarblijkelijk voor [eiseres 1] optreedt.
- l) Transito maakt bezwaar tegen de gevorderde uitvoerbaarverklaring bij voorraad, omdat Transito en restitutierisico vreest.
3.De beoordeling
4.De beslissing
mei tot en met juli 2013, opdat aan de hand daarvan dag en uur van de verhoren zullen worden bepaald;