Ten aanzien van de vraag of eiseres de artikelen 40, eerste en tweede lid, en artikel 84, eerste lid, van de Geneesmiddelenwet heeft overtreden, overweegt de rechtbank als volgt. Zowel op de tijdens de inspecties op 14 december 2009 en 14 juni 2010 bekeken websites als in de op 5 juli 2010in de winkel aangetroffen folders wordt niet alleen naar eigenschappen van de Manuka honing(-producten) verwezen, maar is eveneens de relatie gelegd met het behandelen en voorkomen van medische klachten bij mensen. Er zijn verwijzingen naar (het verminderen van) ontstekingsklachten, artritis en klachten van de maag en spijsverteringsproblemen. De stelling van eiseres dat zij de Manuka Honing producten nimmer als geneesmiddel heeft gepresenteerd en dat zij slechts algemene informatie heeft verstrekt over de antibacteriële, ontstekingsremmende en anti-oxidante werking van honing, is derhalve niet juist en kan dan ook niet leiden tot de conclusie dat eiseres de Manuka Honing producten niet heeft aangediend als geneesmiddel. Naar de rechtbank ter zitting heeft geconstateerd wordt dit door de directeur van eiseres, [naam], ook niet langer betwist.
Dat honing een eetwaar is, betekent gelet op artikel 1, zesde lid, van de Geneesmiddelenwet niet dat in dit geval deze wet niet op deze producten van toepassing is.
Door deze producten in de handel te brengen in Nederland en in voorraad te houden en te leveren zonder de benodigde vergunningen/registraties, heeft eiseres het bepaalde in artikel 40, eerste en tweede lid, van de Geneesmiddelenwet overtreden.
De informatie op de websites [naam website] en [naam website] en in de op 5 juli 2012 in een winkel aangetroffen folder dienden om de verkoop van de Manuka producten te stimuleren, zodat verweerder terecht heeft gesteld dat eiseres ook het verbod van artikel 84, eerste lid, van de Geneesmiddelenwet heeft overtreden.
Gelet op het bepaalde in artikel 101 van de Geneesmiddelenwet was verweerder daarom bevoegd om aan eiseres een boete op te leggen wegens tijdens de inspecties op 14 december 2009, 14 juni 2010 en 5 juli 2010 geconstateerde overtredingen van de artikelen 40, eerste en tweede lid, en artikel 84, eerste lid, van de Geneesmiddelenwet. Gezien het tijdsverloop tussen de inspecties van 14 december 2009 en 14 juni 2010 heeft verweerder zich op het standpunt kunnen stellen dat sprake is van twee afzonderlijke overtredingen waarvoor elk een boete kon worden opgelegd. Dit temeer, nu uit het proces-verbaal van 16 augustus 2010 van de inspectie op 5 juli 2010 volgt dat de in de winkel aangetroffen folders begin 2010 door eiseres zijn geleverd, derhalve na de inspectie van 14 december 2009, hetgeen door eiseres niet is betwist. Bovendien is eiseres, nadat haar het boeterapport bij brief van 3 maart 2010 was toegezonden, bij e-mail van 10 maart 2010 door een medewerkster van verweerder er op gewezen dat was geconstateerd dat ook de vermelding bij het product ‘Propolis Herbal Elixer’ op de betreffende websites medische claims bevatte en op korte termijn diende te worden aangepast.
De stelling van eiseres dat sprake is van strijd met het gelijkheidsbeginsel, omdat er meerdere aanbieders van Manukaproducten zijn die niet zijn beboet, volgt de rechtbank niet. Verweerder heeft gesteld dat ten aanzien van andere aanbieders mogelijk nog niet opgetreden is, omdat nog niet is geconstateerd dat zij beboetbare feiten hebben begaan. Nu niet gebleken is dat verweerder de beweerde overtreding wel kende maar gekozen heeft voor afzien van beboeting, is het gelijkheidsbeginsel niet geschonden.