ECLI:NL:RBROT:2013:8286
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Buitenbehandelingstelling aanvraag bijstand wegens onvoldoende duidelijkheid omtrent waarde van woning in Armenië
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 24 oktober 2013 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening van verzoekster, die een aanvraag voor algemene bijstand had ingediend. De aanvraag was door het college van burgemeester en wethouders buiten behandeling gesteld vanwege onvoldoende duidelijkheid over de waarde van een woning in Yerevan, Armenië. Verzoekster had een taxatierapport ingediend van een erkend taxateur, maar het college stelde dat er aanvullende informatie ontbrak om de aanvraag te kunnen beoordelen. Verzoekster had bezwaar gemaakt tegen het besluit en verzocht om voorschotten op de bijstand terwijl het bezwaar in behandeling was.
De voorzieningenrechter oordeelde dat verzoekster een spoedeisend belang had bij de voorlopige voorziening, aangezien zij financieel in de problemen verkeerde. De rechter concludeerde dat het college onvoldoende had aangetoond dat de taxatie niet deugde en dat het college zelf een tegenonderzoek had moeten verrichten als zij twijfels had over de waarde van de woning. De voorzieningenrechter wees het verzoek toe en schorste het bestreden besluit, waardoor verzoekster recht had op voorschotten tot bijstandsniveau tot zes weken na de bekendmaking van het besluit op bezwaar. Tevens werd het college veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van verzoekster.
De uitspraak benadrukt de verplichtingen van bestuursorganen om zorgvuldigheid in acht te nemen bij de beoordeling van aanvragen voor bijstand en de noodzaak om bij twijfel zelf onderzoek te doen. De voorzieningenrechter heeft de waarde van het taxatierapport als voldoende geacht en de argumenten van verzoekster ondersteund, wat leidde tot een positieve uitkomst voor haar.