ECLI:NL:RBROT:2013:8196

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
2 oktober 2013
Publicatiedatum
18 oktober 2013
Zaaknummer
C/10/431109 / HA ZA 13-832
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Te late betaling griffierecht en de toepassing van de hardheidsclausule in civiele procedures

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam, ging het om de te late betaling van griffierecht door de eiseres, Xylem Water Solutions Nederland B.V. De procedure begon op 7 augustus 2013, maar het griffierecht werd pas op 10 september 2013 ontvangen, wat te laat was volgens de wettelijke termijn van vier weken. Xylem voerde aan dat de vertraging het gevolg was van een administratieve fout van haar advocaat, en vroeg de rechtbank om toepassing van de hardheidsclausule, zodat de gedaagde, Rood Wit Blauw Afvalwater B.V., niet van de instantie zou worden ontslagen.

De rechtbank oordeelde dat er geen grond was voor toepassing van de hardheidsclausule. De rechtbank benadrukte dat een advocaat geacht wordt op de hoogte te zijn van de verplichtingen die voortvloeien uit de Wet tarieven burgerlijke zaken, en dat het de verantwoordelijkheid van de eiser is om ervoor te zorgen dat het griffierecht tijdig wordt betaald. De rechtbank concludeerde dat de te late betaling het gevolg was van een fout in de administratie van het kantoor van de advocaat van Xylem, en dat dit voor rekening van Xylem kwam.

Uiteindelijk besloot de rechtbank om Rood Wit Blauw van de instantie te ontslaan en Xylem te veroordelen in de proceskosten, die werden begroot op € 3.715,--. Dit vonnis werd uitgesproken op 2 oktober 2013 door mr. Th. Veling.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team haven en handel
zaaknummer / rolnummer: C/10/431109 / HA ZA 13-832
Vonnis van 2 oktober 2013
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
XYLEM WATER SOLUTIONS NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Dordrecht,
eiseres,
advocaat mr. L.V. Claassens,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ROOD WIT BLAUW AFVALWATER B.V.,
gevestigd te Andelst,
gedaagde,
advocaat mr. L.P.J. Krijgsman.
Partijen zullen hierna Xylem en Rood Wit Blauw genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding d.d. 19 juli 2013;
  • de brief van mr. Claassens van 10 september 2013;
  • de akte van Xylem.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Op grond van artikel 3 lid 1 Wet griffierechten burgerlijke zaken (Wgbz) is iedere verschenen partij in een civiele procedure een griffierecht verschuldigd. Op grond van het derde lid van die bepaling dient de eiser ervoor te zorgen dat het verschuldigde griffierecht binnen vier weken na de eerstdienende dag op de rekening van de rechtbank is bijgeschreven. Voor de gedaagde geldt een termijn van vier weken na zijn verschijning.
2.2.
Deze zaak diende voor het eerst op 7 augustus 2013. Uit de administratie van de rechtbank blijkt dat het griffierecht van Xylem pas op 10 september 2013 is ontvangen. Dat is dus te laat.
2.3.
Op grond van artikel 127a lid 2 Rv ontslaat de rechter de gedaagde van de instantie als de eiser het griffierecht niet tijdig heeft voldaan. Op grond van artikel 127 lid 3 Rv laat de rechter deze consequentie buiten toepassing als hij van oordeel is dat dit, gelet op het belang van één of meer van de partijen bij toegang tot de rechter, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.
2.4.
Bij akte heeft Xylem aangevoerd dat te laat is betaald als gevolg van een abusievelijk onjuist ingevoerde betaaldatum. Zou Rood Wit Blauw van de instantie worden ontslagen, dan zou dat betekenen dat het gelegde beslag komt te vervallen en dat de zaak opnieuw zou moeten worden aangebracht. Aldus zou sprake zijn van een aanzienlijke schade voor Xylem, terwijl Rood Wit Blauw niet in haar belangen is geschaad. Bovendien blijkt uit een recente aanmaning ter zake het griffierecht dat aan Xylem nog een extra termijn van twee weken is gegund. Dit alles betekent dat ontslag van de instantie leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard, aldus Xylem.
2.5.
De rechtbank is van oordeel dat in dit geval geen grond bestaat voor toepassing van de hardheidsclausule. Zij wijst daartoe op het volgende.
2.6.
Xylem wordt bijgestaan door een advocaat, van wie gelet op zijn deskundigheid verwacht mag worden op de hoogte te zijn van de verplichtingen die voortvloeien uit de Wet tarieven burgerlijke zaken (Wtbz). Uit die wet volgt dat het griffierecht betaald moet zijn binnen vier weken na verschijning, ongeacht of door de griffie van het desbetreffende gerecht een factuur of nadien nog een aanmaning wordt verstuurd. Van een advocaat mag verwacht worden zijn bedrijfsvoering zodanig in te richten dat wordt toegezien op tijdige betaling van verschuldigde griffierechten. De te late betaling heeft in dit geval klaarblijkelijk plaats gevonden als gevolg van een fout op de administratie van het kantoor van de advocaat van Xylem. Dat komt in beginsel voor haar rekening. De rechtbank ziet in de concrete omstandigheden van dit geval geen aanleiding om daarover anders te oordelen. In dat verband wijst de rechtbank er op dat Xylem geen duidelijkheid heeft geschapen omtrent die concrete omstandigheden. Bij akte heeft Xylem gesteld dat de te late betaling slechts het gevolg is van een onjuist ingevoerde betaaldatum (hetgeen zou kunnen duiden op niet meer dan een typefout), terwijl uit de brief van mr. Claassens van 10 september 2013 moet worden afgeleid dat pas op die dag het griffierecht is overgemaakt en voorts uit de als productie 9 bij akte overgelegde correspondentie lijkt te volgen dat het griffierecht al eerder was betaald, zij het met een verkeerd kenmerk. Dat Xylem inmiddels een aanmaning heeft ontvangen waarin wordt gesproken van een termijn van (nog eens) twee weken, doet aan dit alles niet af. Het griffierecht blijft immers verschuldigd, ook als de wettelijke betaaltermijn is verstreken en de procedure als gevolg daarvan tot een einde is gekomen. Tot slot wijst de rechtbank er op dat Xylem opnieuw een procedure aanhangig zal kunnen maken, zodat de toegang tot de rechter niet in het geding is.
2.7.
De rechtbank zal Rood Wit Blauw dan ook overeenkomstig het uitgangspunt van de wet van de instantie ontslaan.
2.8.
Gelet op het bepaalde in artikel 127a lid 2 Rv wordt Xylem veroordeeld in de proceskosten, te begroten op € 3.715,-- aan griffierecht.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
ontslaat Rood Wit Blauw van de instantie;
3.2.
veroordeelt Xylem in de proceskosten van Rood Wit Blauw, begroot op € 3.715,--.
Dit vonnis is gewezen door mr. Th. Veling en in het openbaar uitgesproken op 2 oktober 2013. [1]
1980/
1729

Voetnoten

1.type: