ECLI:NL:RBROT:2013:8087

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
28 augustus 2013
Publicatiedatum
15 oktober 2013
Zaaknummer
C/10/ 331241 HA ZA 09-1466
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzekeringsovereenkomst en aansprakelijkheid bij deelname aan solozeilwedstrijd

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 28 augustus 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser 1] en BMAX aan de ene kant en Unigarant en [gedaagde 2] aan de andere kant. De eisers, [eiser 1] en BMAX, vorderden schadevergoeding van Unigarant en [gedaagde 2] na het zinken van hun zeiljacht tijdens de Route du Rhum, een solozeilwedstrijd. De rechtbank oordeelde dat [eiser 1] en BMAX niet als verzekeringnemers konden worden aangemerkt, omdat zij geen eigenaar waren van het jacht. Hierdoor had Unigarant terecht dekking geweigerd. De rechtbank overwoog dat de bepaling in de polisvoorwaarden, die vereiste dat er minimaal twee ervaren bemanningsleden aan boord moesten zijn, een primaire dekkingsomschrijving betrof. Dit betekende dat solozeilen niet verzekerd was. De rechtbank verwierp het beroep van [eiser 1] en BMAX op redelijkheid en billijkheid, omdat Unigarant niet op de hoogte was van het feit dat [eiser 1] geen eigenaar was en dat hij solo zeilde. De vorderingen van [eiser 1] en BMAX tegen Unigarant werden afgewezen.

In de procedure tegen [gedaagde 2] werd vastgesteld dat er geen overeenkomst tussen BMAX en [gedaagde 2] was gesloten. De rechtbank gelastte een comparitie van partijen om de aansprakelijkheid van [gedaagde 2] te bespreken, waarbij ook de eigendom van het jacht en de verzekerbaarheid bij deelname aan een solowedstrijd aan de orde zouden komen. De rechtbank hield verdere beslissingen aan totdat er een eindbeslissing zou zijn in de procedure tussen [eiser 1] en [gedaagde 2].

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel
zaaknummer: C/10/ 331241 HA ZA 09-1466
vonnis van 28 augustus 2013
in de zaak van

1.[eiser 1],

2. de vennootschap naar Frans recht
LA SARL B MAX,
beiden wonende c.q. gevestigd te [woonplaats 1],
eisers,
advocaat mr. M.F. de Vries Lentsch,
tegen
1. de naamloze vennootschap
UVM VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJ N.V., gevestigd te Hoogeveen,
advocaat mr. M.F.H.M. van Haastert,
2. [gedaagde 2],
wonende te [woonplaats 2],
advocaat mr. J.G. ter Meer,
gedaagden.
Partijen worden hierna aangeduid als [eiser 1], BMAX, Unigarant* en [gedaagde 2].

1.Het procesverloop

De rechtbank heeft kennis genomen van de volgende processtukken:
- dagvaardingen van 20 mei 2009,
- conclusie van antwoord van Unigarant,
- conclusie van antwoord van [gedaagde 2],
- conclusie van repliek,
- conclusie van dupliek van Unigarant,
- conclusie van dupliek van [gedaagde 2],
- akte van [eiser 1] en BMAX,
- akte van Unigarant,
- akte van [gedaagde 2],
- bij gelegenheid van de pleidooien overgelegde pleitnotities en ter zitting door [eiser 1] en BMAX genomen akte,
- door partijen overgelegde producties.

2.De vaststaande feiten in beide procedures

2.1
[eiser 1] is directeur-grootaandeelhouder van BMAX.
2.2
Unigarant treedt op als gemachtigde van UVM verzekeringsmaatschappij N.V.
2.3
[gedaagde 2] is een in pleziervaartuigen en scheepsfinancieringen gespecialiseerde assurantietussenpersoon.
2.4
[eiser 1] heeft [gedaagde 2] verzocht te bemiddelen bij het sluiten van een cascoverzekering voor het zeiljacht Championnat 5, type POGO 40 (hierna het jacht).
2.5
Unigarant heeft op verzoek van [gedaagde 2] een op 21 september 2006 gedateerde offerte (Unigarant prod. 3, [gedaagde 2] prod. 4) uitgebracht met, voor zover thans van belang, daarop vermeld de volgende gegevens:
N.a.w. gegevens verzekeringnemer
Naam : [eiser 1]
(…)
Gegevens dekking
Voorwaarden : WSP UGB
(…)
Vaargebied : ligplaats Europa (Zeeën)
(…)
Bijzonderheden indien van toepassing:
(…)
Vaargebied ‘Wereld’: Indien ‘Wereld’ dekking van toepassing is, is de verzekering van kracht voor de vaart en het verblijf in de gehele wereld, mits de geldende toeslag is betaald. Tijdens de vaart ter zee dienen er minimaal 2 bemanningsleden met voldoende aantoonbare nautische ervaring aan boord van het verzekerde vaartuig (lees: te zijn)(…)
2.6
[gedaagde 2] heeft [eiser 1] op 29 september 2006 een email gestuurd (Unigarant prod. 7, [gedaagde 2] prod. 6) met, voor zover thans van belang, de volgende inhoud:
Allereerst wil ik jullie hartelijk danken, dat ik zorg mag dragen voor de verzekering van jullie pleziervaartuig. In de bijlage het aanvraagformulier. Eveneens de voorwaarden wat de verzekering betreft.(…)
Wat betreft de Route Du Rhum, wanneer het zeker is dat [eiser 1] deze wedstrijd gaat meevaren, gelieve dit aan mij door te geven. (…)
2.7
Het aanvraagformulier (Unigarant prod.10, [gedaagde 2] prod. 13) stelt een aantal vragen over de aanvrager en over het vaartuig, waaronder de aankoopdatum. Of de aanvrager eigenaar is van het vaartuig wordt niet gevraagd.
2.8
[eiser 1] heeft het aanvraagformulier ingevuld en opgestuurd aan Unigarant. Het ingevulde formulier (Unigarant prod. 8, [gedaagde 2] prod.14) houdt, voor zover thans van belang, het volgende in, waarbij de letter X een handmatig geplaatst kruisje weergeeft:
(…)
gebruik
gebruik voor:Xparticulier _zakelijk _verhuur _anders, nl
aantal wedstrijden
per jaar: _ (…)
Over de Route du Rhum is geen mededeling gedaan in het aanvraagformulier.
2.9
Unigarant heeft ten behoeve van [eiser 1] aan [gedaagde 2] een polisblad (dagvaarding prod. 1) met voorwaarden watersportverzekering WSP UGB (dagvaarding prod. 2) voor het jacht afgegeven. [eiser 1] en BMAX hebben bij gelegenheid van het pleidooi bij monde van hun advocaat hun verweren tegen de toepasselijkheid van de voorwaarden (repliek 3) niet gehandhaafd.
Op het polisblad is vermeld, voor zover thans van belang:
(…)
Polisgegevens:
Soort verzekering: watersportverzekering
Voorwaardennummer: WSPUGB
Ingangsdatum: 05-10-2006
Verzekeringsgegevens:
Omschrijving van de dekking: WA+ Casco Uitgebreid
Verzekerd bedrag vaartuig: € 248.000,--
Verzekeringsgebied: Gehele wereld
Eigen risico per gebeurtenis: € 5.150,--
De voorwaarden WSP UGB houden, voor zover thans van belang, het volgende in:
Artikel 1. Definities en begripsomschrijvingen
(…)
Verzekeringnemer
Degene die de verzekering heeft gesloten en tevens (mede)eigenaar is van het vaartuig, hierna ook aangeduid met “u” of “uw”, dan wel inwonende echtgeno(o)t(e)of partner van de (mede)eigenaar;
Verzekerde
Verzekeringnemer, de door de verzekeringnemer gemachtigde gebruiker en de met het vaartuig vervoerde personen;
(…)
Vaartuig
Het op de polis genoemde vaartuig, bestemd of geschikt voor particulier gebruik (…)
Artikel 13. Schadebetaling
De schadevergoeding wordt door ons voldaan binnen 30 dagen nadat wij alle noodzakelijke gegevens hebben ontvangen, op grond waarvan wij kunnen concluderen dat er sprake is van een schadegebeurtenis die valt onder de dekking van deze verzekering en de aansprakelijkheid, onze betalingsverplichting en de schadeomvang zijn vastgesteld en in ons bezit zijn. (…)
Artikel 16. Geldigheidsgebied
(…)
16.5
Vaargebied ‘Wereld’
a. Indien op de polis staat vermeld ‘Wereld’, is de verzekering van kracht voor de vaart (…) in de gehele wereld, mits de geldende toeslag is betaald.
b.
Tijdens de vaart op zee dienen er minimaal 2 bemanningsleden met voldoende aantoonbare nautische ervaring aan boord van het verzekerde vaartuig (…) (lees: te) zijn;
(…)
Artikel 19. Algemene uitsluitingen
Van de verzekering is uitgesloten een schadegebeurtenis:
(…)
b.
Niet nakomen verplichtingen
waarbij u en/of verzekerden zich niet houd(t)(en) aan de door ons opgelegde verplichtingen en daardoor onze belangen scha(a)d(t)(en), kunnen er geen rechten worden ontleend aan deze verzekering;
(…)
BIJZONDERE VOORWAARDEN BASIS en UITGEBREID CASCO
(…)
Artikel 8 Schaderegeling
(…)
8.8
Recht op schade-uitkering
Alleen verzekeringnemer heeft recht op de schadeuitkering (...)
2.1
In de productwijzer ‘Verzekering Pleziervaartuigen’ (dagvaarding prod. 9) is in de trefwoordenlijst vermeld, voor zover hier van belang:
(…)Ook verzekerd
Wanneer schade aan uw boot is verzekerd, zal uw verzekeraar eerst de schade aan u vergoeden wanneer iemand schade aan uw boot veroorzaakt. Uw verzekeraar zal dan vervolgens de schade op de dader verhalen. Op deze manier krijgt u snel en gemakkelijk uw schade vergoed. (…)
2.11
[eiser 1] heeft met het jacht deelgenomen aan de Route du Rhum Transatlantique 2006, een solozeilwedstrijd van Saint Malo (Frankrijk) naar Pointe à Pitre (Guadeloupe). Op 9 november 2006 is het jacht bij windkracht 7 à 9 platgegaan. Daarna bleek dat de verbinding tussen de kiel en de romp gedeeltelijk was losgeraakt, waardoor zeewater de romp binnenstroomde. [eiser 1] is door een voorbijvarend schip gered. Het jacht kon niet worden geborgen en is gezonken.
2.12
In een brief van 21 november 2006 (repliek prod.11) heeft Unigarant aan [gedaagde 2] meegedeeld, voor zover thans van belang,
(…) De verzekering is gesloten met als dekkingsgebied “Wereld” zoals verzocht door de schipper dhr. [eiser 1]. Bij deze dekkingsvorm is het te allen tijde verplicht met minimaal twee ervaren bemanningsleden aan boord te zijn tijdens het varen, waar ook ter wereld op straffe van verval van dekking. Dit gegeven is kenbaar gemaakt middels de bijlage bij de offerte waarin deze bepaling is opgenomen onder dekkingsgebied Wereld waarin tevens verwezen wordt naar de polisvoorwaarden UGB waarin dezelfde bepaling is opgenomen. Indien bekend is dat er solo gezeild wordt is acceptatie bij Unigarant in het geheel niet mogelijk. (…)
Ook is niet aan Unigarant meegedeeld dat de desbetreffende zeilrace een solo race betrof. Had Unigarant dit geweten dan was er tijdens de periode dat verzekerde alleen voer geen dekking verleend (…)
Op basis van de nu bekende gegevens zal Unigarant geen uitkering verlenen voor de geleden schade ten gevolge van het zinken van het schip. Er is niet voldaan aan de verplichting in de polisvoorwaarden om met minimaal twee ervaren bemanningsleden te varen. (…)
2.13
[eiser 1] en BMAX hebben de Franse bouwer van het jacht aangesproken tot schadevergoeding. De Franse rechter heeft deze vordering in hoogste instantie (Cour de Cassation) afgewezen in de uitspraak van 31 oktober 2012.

3.De vordering

3.1
[eiser 1] en BMAX vorderen, na wijziging van eis, dat bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
  • primair Unigarant en subsidiair [gedaagde 2] wordt veroordeeld tot betaling aan [eiser 1] en BMAX van cascoschade tot een bedrag van € 242.850,-- vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 december 2009;
  • Unigarant en [gedaagde 2] hoofdelijk worden veroordeeld om aan [eiser 1] en BMAX te betalen:
a. € 12.765,56 ter zake buitengerechtelijke kosten;
b. € 57.795,86 + € 17.199,42 ter zake de kosten van de Franse procedure;
c. de kosten van deze procedure met nakosten en met wettelijke rente.
3.2
Unigarant noch [gedaagde 2] heeft bezwaar gemaakt tegen de wijziging van eis. Er zal worden beslist op de gewijzigde eis.
3.3
[eiser 1] en BMAX leggen het volgende aan hun (hoofd)vorderingen ten grondslag:
cascoschade
Unigarant dient € 242.850,-- (€ 248.000,-- cascoschade verminderd met het eigen risico van € 5.150,--) op grond van de verzekeringsovereenkomst uit te keren.
Indien zal worden geoordeeld dat [eiser 1] en BMAX niet verzekerd waren, is [gedaagde 2] tekortgeschoten in haar verplichting om een op de situatie van [eiser 1] toegesneden verzekeringsovereenkomst af te sluiten en [eiser 1] op dit punt voldoende te informeren. [gedaagde 2] dient de schade die [eiser 1] en BMAX daardoor lijden te vergoeden.
kosten Franse procedure
Door de dekkingsweigering van Unigarant en de fout van [gedaagde 2] waren [eiser 1] en BMAX genoodzaakt de bouwer van het schip aan te spreken. In dit verband wijzen [eiser 1] en BMAX op de productenwijzer (zie hiervoor onder 2.10).

4.Het verweer van Unigarant

4.1
De conclusie van Unigarant strekt tot afwijzing van de vordering, met veroordeling, uitvoerbaar bij voorraad, van [eiser 1] en BMAX in de kosten van het geding.
4.2
Unigarant betwist dat [eiser 1] en BMAX rechten kunnen ontlenen aan de polis en dat zij recht hebben op vergoeding van de Franse proceskosten.
Als verweer voert zij het volgende aan.
a. Artikel 16.5 sub b van de voorwaarden betreft een primaire dekkingsomschrijving. [eiser 1] heeft het jacht gebruikt voor een solorace en dat is een evenement waarvoor Unigarant geen dekking heeft willen verlenen, zodat geen recht op dekking bestaat;
b. [eiser 1] heeft Unigarant verkeerd geïnformeerd. Als hij zou hebben meegedeeld dat hij geen eigenaar van het jacht was en dat hij het jacht gebruikte voor zijn zakelijke onderneming zou Unigarant deze overeenkomst niet zijn aangegaan. Unigarant doet een beroep op de vernietigbaarheid van de overeenkomst.

5.Het verweer van [gedaagde 2]

5.1
De conclusie van [gedaagde 2] strekt tot afwijzing van de vordering, met hoofdelijke veroordeling van [eiser 1] en BMAX in de kosten van het geding.
5.2
[gedaagde 2] betwist dat zij een contractuele relatie heeft met BMAX, dat zij is tekortgekomen in de uitvoering van de door [eiser 1] gegeven opdracht en dat er causaal verband bestaat tussen haar eventuele fout en de thans gevorderde schade.
Als verweer voert zij het volgende aan.
i [eiser 1] heeft de schade aan zichzelf te wijten, want hij heeft de waarschuwing van [gedaagde 2] om aan Unigarant te melden dat hij zou deelnemen aan de Route du Rhum in de wind geslagen. Eventuele schuld van [gedaagde 2] valt hierbij in het niet.
ii Als de bouwer van het schip wordt veroordeeld om de thans gevorderde schade te voldoen, dient [eiser 1] deze vordering aan [gedaagde 2] over te dragen.

6.Rechtsmacht en toepasselijk recht in beide procedures

6.1
De Nederlandse rechter heeft rechtsmacht omdat gedaagden in Nederland zijn gevestigd.
6.2
De vorderingen zullen worden beoordeeld naar (intern) Nederlands recht, omdat partijen bij gelegenheid van het pleidooi hebben verklaard hiervoor te hebben gekozen.

7.De beoordeling in de procedure [eiser 1] en BMAX tegen Unigarant

7.1
Ingevolge art. 8.8 van de bijzondere voorwaarden bij de polisvoorwaarden heeft alleen de verzekeringnemer recht op uitkering. Een verzekeringnemer is volgens de toepasselijke algemene voorwaarden degene die de overeenkomst heeft gesloten en die eigenaar is van het jacht. [eiser 1] noch BMAX kunnen worden aangemerkt als verzekeringnemer, omdat geen van beiden eigenaar is van het jacht. BMAX heeft bovendien de overeenkomst niet gesloten.
7.2
[eiser 1] en BMAX voeren aan dat het beroep van Unigarant op het ontbreken van verzekerd belang op grond van de hiervoor genoemde bepalingen, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.
In dit verband stellen zij het volgende:
  • In de brief van 21 november 2006 wordt [eiser 1] als verzekerde aangemerkt en is de afwijzing van Unigarant gebaseerd op het schenden van de verplichting om met minimaal twee bemanningsleden te varen (art 16.5 sub b. van de polisvoorwaarden). Een zorgvuldig verzekeraar kan zich niet drie jaar later op het standpunt stellen dat het verzekerd belang bij [eiser 1] ontbreekt;
  • Unigarant wist dat [eiser 1] de verzekering sloot voor BMAX, omdat [gedaagde 2] in
een mail van 23 augustus 2006 aan Unigarant heeft meegedeeld:
‘Assuré: B.MAX pour JOE [eiser 1]’;
  • Unigarant heeft niet gevraagd wie eigenaar is van het jacht; het aanvraagformulier spreekt van ‘aanvrager’ en niet van ‘eigenaar’;
  • Unigarant wist of behoorde te weten dat BMAX (als huurkoopster) mede eigenaar zou worden van het jacht; in de verzekeringsdocumenten werden de bankgegevens van BMAX vermeld;
  • [eiser 1], als aandeelhouder van BMAX, en BMAX als (toekomstig) mede eigenaar hadden belang bij behoud van het jacht;
  • [eiser 1] spreekt geen Nederlands. Uitsluitingen dienen voldoende duidelijk te worden gemaakt door de verzekeraar. Indien dit zou zijn gebeurd, zou deze verzekering niet zijn afgesloten.
7.3
Een tussen partijen als gevolg van de overeenkomst geldende regel is niet van toepassing, voor zover dit in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn (art. 6:248 lid 2 BW).
7.4
Vast staat dat [gedaagde 2] voor het sluiten van de overeenkomst beschikte over de tekst van de voorwaarden van Unigarant. [eiser 1] (ook in de hoedanigheid van directeur van BMAX) heeft daarvan dus kennis kunnen nemen. Dat [eiser 1] de Nederlandse taal niet machtig was, blijkt niet uit het door hem ingevulde formulier. Voorts valt niet in te zien hoe Unigarant van deze omstandigheid op de hoogte had kunnen of moeten zijn. Bovendien werd [eiser 1] bijgestaan door een Nederlands sprekende en gespecialiseerde assurantietussenpersoon. Uit artikel 1 van de aan [gedaagde 2] verzonden voorwaarden (zie hiervoor onder 2.9) blijkt duidelijk dat alleen het eigenaarsbelang van de aanvrager verzekerd is. Als [eiser 1] geen eigenaar is maar niettemin een aanvraag doet voor deze verzekering, mag Unigarant daar uit opmaken dat [eiser 1] eigenaar van het jacht is. Voor een onderzoek door Unigarant naar de juistheid van deze aanname bestond bij het sluiten van de overeenkomst of na de schademelding geen aanleiding. Dat het nog duidelijker zou zijn geweest als Unigarant in het aanvraagformulier specifiek zou hebben gevraagd of de aanvrager ook eigenaar van het jacht is, doet daaraan niet af.
[eiser 1] en BMAX betwisten niet dat pas uit de dagvaarding van 20 mei 2009 blijkt dat [eiser 1] geen eigenaar is en dat in de loop van de procedure blijkt dat BMAX evenmin eigenaresse van het jacht is. Ten tijde van de afwijzing van de dekking (in de brief van 21 november 2006) was het Unigarant dus niet bekend dat [eiser 1] noch BMAX eigenaar van het jacht waren. Zij konden aan het feit dat [eiser 1] in de brief van 21 november 2006 als ‘verzekerde’ wordt aangeduid daarom niet het gerechtvaardigd vertrouwen ontlenen dat dit betekende dat Unigarant hem als eigenaar van het jacht aanmerkte.
Gelet op deze omstandigheden valt niet in te zien dat een beroep op het ontbreken van belang naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.
7.5
Nu [eiser 1] en BMAX niet als verzekeringnemer zijn aan te merken, heeft Unigarant terecht dekking geweigerd. Hun vorderingen zullen worden afgewezen. Ten overvloede wordt nog het volgende overwogen.
7.6
In geschil is de uitleg van art. 16.5 sub b. van de voorwaarden.
Unigarant, die zich op deze bepaling beroept, stelt dat het een zogenaamde primaire dekkingsomschrijving behelst, hetgeen in het onderhavige geval betekent dat -kortweg- solozeilen niet is verzekerd.
[eiser 1] en BMAX voeren het volgende aan. Deze bepaling is een verval- of garantiebeding, hetgeen inhoudt dat dekking kan vervallen indien niet wordt voldaan aan deze bepaling èn Unigarant daardoor in haar belangen is geschaad (art. 19 aanhef en onder b van de voorwaarden). Van dit laatste is geen sprake, want ook als er twee bemanningsleden aan boord waren geweest, zou het jacht verloren zijn gegaan. Indien onduidelijkheid bestaat over uitleg, moet dit voor risico van Unigarant blijven. Gelet op het feit dat het ontbreken van een tweede bemanningslid Unigarant niet heeft benadeeld, is een beroep op art. 16.5 sub b van de voorwaarden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar.
7.7
De vraag wat partijen zijn overeengekomen kan niet worden beantwoord enkel op grond van een (zuiver) taalkundige uitleg van de bewoordingen van de overeenkomst. Steeds komt het aan op de zin die partijen over en weer redelijkerwijs aan elkaars verklaringen en gedragingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Daarbij kan van belang zijn tot welke maatschappelijke kringen partijen behoren en welke rechtskennis van zodanige partijen kan worden verwacht.
7.8
Het staat vast staat dat [eiser 1] werd bijgestaan door een in het verzekeren van pleziervaartuigen gespecialiseerde assurantietussenpersoon. Unigarant stelt onbetwist dat het [gedaagde 2] uit een eerdere aanvraag voor een ander jacht bekend was dat met art. 16.5 sub b van de voorwaarden tot uitdrukking wordt gebracht dat solozeilers bij een dergelijke (wereld) dekking niet verzekerd zijn. Dat dit haar bekend was wordt bevestigd door haar verzoeken aan [eiser 1] om haar op de hoogte te stellen van deelname aan de Route du Rhum omdat de polis dan aangepast diende te worden. [gedaagde 2] moest hieruit begrijpen dat het ging om een primaire dekkingsomschrijving en niet om een verval- of garantiebeding. De kennis en wetenschap van [gedaagde 2] moet aan [eiser 1] worden toegerekend.
7.9
Aangezien art. 16.5 sub b een primaire dekkingsomschrijving betreft, is de omstandigheid dat een tweede bemanningslid het onheil niet had kunnen keren niet van belang. Een beroep op art. 16.5 sub b is dus niet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar.
7.1
De overige vorderingen en verweren kunnen onbesproken blijven.
7.11
[eiser 1] en BMAX zullen als de in het ongelijk gestelde partijen worden veroordeeld in de proceskosten. De kosten aan de zijde van Unigarant worden tot heden begroot op:
exploitkosten -
griffierecht € 4.938,--
advocaat
€ 9.000,--+ (4,5 punten tarief VI à € 2.000,--)
€ 13.938,--

8.De beoordeling in de procedure [eiser 1] en BMAX tegen [gedaagde 2]

De vorderingen van BMAX
8.1
Het staat vast staat dat [gedaagde 2] en BMAX geen overeenkomst hebben gesloten. BMAX heeft niets gesteld op grond waarvan moet worden geoordeeld dat [gedaagde 2] schadeplichtig jegens BMAX is geworden. De vordering van BMAX zal worden afgewezen met veroordeling van BMAX in de proceskosten. De kosten aan de zijde van [gedaagde 2] worden begroot op nihil, omdat deze procedure, naast die tegen [eiser 1], nauwelijks kosten voor [gedaagde 2] zal hebben meegebracht.
De vorderingen van [eiser 1]
8.2
Een assurantietussenpersoon dient tegenover zijn opdrachtgever de zorg te betrachten die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend beroepsgenoot mag worden verwacht. Het is zijn taak te waken voor de belangen van de verzekeringnemers bij de tot zijn portefeuille behorende verzekeringen.
8.3
Alvorens de aansprakelijkheid van [gedaagde 2] te beoordelen wenst de rechtbank met partijen te bespreken hoe partijen te werk zijn gegaan bij het sluiten van de verzekeringsovereenkomst. Hierbij zal aan de orde komen of is gesproken over de eigendom van het jacht en de verzekerbaarheid daarvan bij deelname aan een solowedstrijd. Er zal een comparitie van partijen worden bevolen om deze en de volgende punten te bespreken.
8.4
Nu reeds wordt over de schade het volgende overwogen.
Indien [gedaagde 2] aansprakelijk is voor door haar veroorzaakte schade, is zij verplicht [eiser 1] in dezelfde positie te brengen als waarin hij verkeerd zou hebben zonder schadetoebrengend feit. Concreet komt het er op neer, dat de situatie waarin [eiser 1] wel zou zijn verzekerd vergeleken moet worden met de werkelijke situatie. Het verschil is in beginsel de schade. Ter voorbereiding van de comparitie van partijen wordt [eiser 1] verzocht de schade in deze zin nader te concretiseren en hierover een akte te nemen (zie 8.7 hierna).
8.5
Indien een deel van de schade mede is veroorzaakt door [eiser 1], zal dit deel in mindering worden gebracht op de schadevergoeding. Ook dit door [gedaagde 2] gevoerde verweer zal ter comparitie worden besproken.
8.6
De proceskosten in de Franse procedure staan niet in rechtstreeks verband met de door [eiser 1] gestelde tekortkomingen van [gedaagde 2], zodat reeds hierom dit onderdeel van de vordering moet worden afgewezen. Bij het verweer onder 5.2 onder ii heeft [gedaagde 2] geen belang meer nu vast staat dat de vordering van [eiser 1] in de Franse procedure is afgewezen.
8.7
Naast bespreking van de hiervoor genoemde punten zal ter comparitie een minnelijke regeling van het geschil worden beproefd.
8.8
Indien partijen zich ter comparitie nog op bescheiden willen beroepen, dienen zij deze uiterlijk twee weken voor de comparitiedatum in kopie te zenden aan de rechter-commissaris en aan de wederpartij.

9.Recapitulatie

De vorderingen van BMAX tegen Unigarant en [gedaagde 2] en de vorderingen van [eiser 1] tegen Unigarant zullen worden afgewezen. De beslissing in deze procedures zal worden aangehouden tot ook een eindbeslissing gegeven wordt in de procedure tussen [eiser 1] en [gedaagde 2].

10.De beslissing

De rechtbank:
in de procedure [eiser 1] tegen [gedaagde 2]
gelast partijen in persoon, vergezeld van hun raadslieden, te verschijnen voor een comparitie van partijen, die gehouden zal worden voor mr. J.C. Halk in het gebouw van de rechtbank aan het Steegoversloot 36 te Dordrecht op een in overleg met de procesadvocaten van partijen te bepalen tijdstip;
verwijst de zaak naar de rol van 11 september 2013 voor opgave verhinderdata over de maanden oktober tot en met december 2013 door beide partijen;
in alle procedures
houdt elke verdere beslissing aan;
Dit vonnis is gewezen door mrs. J.C. Halk, J.W. Van den Hurk en R.Ch.Verschuur en uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 28 augustus 2013.
2396/427/2323