Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
[gedaagde 2],
1.Het verloop van de procedure
2.De verdere beoordeling
3.De beslissing
25 september 2013voor het nemen van een akte door Belamio waarbij zij die bewijsstukken in het geding brengt;
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 28 augustus 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen Belamio B.V. en Ushant B.V. met betrekking tot een overeenkomst van geldlening. Belamio vorderde betaling van een bedrag van € 62.750,- van Ushant en [gedaagde 2], als hoofdelijke schuldenaren, na de ontbinding van de leningsovereenkomst. De rechtbank heeft vastgesteld dat de overeenkomst van geldlening in januari 2012 is gesloten, waarbij Belamio € 60.000,- aan Ushant heeft geleend. De lening was bedoeld voor de inbreng in een vennootschap, ZP Service B.V., en de overeenkomst bevatte bepalingen over rente en terugbetaling.
Tijdens de procedure heeft Belamio haar eis gewijzigd en vorderde zij de wettelijke rente over het uitgeleende bedrag. Ushant en [gedaagde 2] hebben de vordering betwist en aangevoerd dat Belamio de leensom niet daadwerkelijk heeft verschaft. De rechtbank heeft de bewijslast bij Belamio gelegd om aan te tonen dat zij het bedrag daadwerkelijk heeft betaald voor Ushant en [gedaagde 2].
De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de ontbinding van de overeenkomst op 28 november 2012 gevolgen heeft voor de verplichtingen van Ushant en [gedaagde 2]. Na de ontbinding zijn zij bevrijd van de verplichting tot terugbetaling van het geleende bedrag, maar zijn zij wel verplicht om de waarde van de prestatie van geldverschaffing te vergoeden. De rechtbank heeft de zaak aangehouden voor bewijslevering door Belamio en verdere beslissingen in de reconventie.