Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de conclusie van eis in kort geding met producties;
- de pleitnota d.d. 25 juli 2013 van mr. M.M. van Leeuwen;
- de eis in reconventie met productie;
- de mondelinge behandeling d.d. 25 juli 2013;
- de faxbrief d.d. 31 juli 2013 van mr. van Leeuwen;
- de akte houdende overlegging producties, tevens wijziging van eis van mr. Schelling;
- de faxbrief d.d. 23 augustus 2013 van mr. Schelling;
- de faxbrief d.d. 30 juli 2013 van mr. G.H.A. Versluis;
- de faxbrief d.d. 2 augustus 2013 van mr. Versluis;
- de faxbrief d.d. 23 augustus 2013 van mr. van Brummelen-Tanis;
- de akte verandering van eis van mr. Broer;
- de pleitnota d.d. 26 augustus 2013 van mr. Schelling;
- de pleitnota d.d. 26 augustus 2013 van mr. Broer;
- de voortzetting van de mondelinge behandeling d.d. 26 augustus 2013.
2.De feiten
3.Het geschil in conventie
4.Het geschil in reconventie
5.De beoordeling in conventie
Partijen zijn verplicht voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren. Wordt deze verplichting niet nageleefd, dan kan de rechter daaruit de gevolgtrekking maken die hij geraden acht –geldt blijkens onderdeel 2 onder ‘A. Voorwaarden conservatoir beslag’ van de Beslagsyllabus ook bij een beslagrekest. Misleiding door onvoldoende toelichting in het beslagrekest kan de voorzieningenrechter reden geven om een latere vordering tot opheffing van het beslag reeds om die reden toe te wijzen.