In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, gaat het om een geschil tussen de Stichting Maasdelta Groep (MDG) en Stadstimmerwerf B.V. (Stadstimmerwerf) naar aanleiding van een aannemingsovereenkomst voor de realisatie van 25 wooneenheden voor psychiatrische patiënten. De overeenkomst, gesloten op 5 oktober 2010, bevatte bepalingen over de aanneemsom en de betaling daarvan, evenals over de mogelijkheid van subsidieaanvragen. MDG heeft in totaal € 2.126.032,99 aan Stadstimmerwerf betaald, terwijl de vaste aanneemsom € 2.042.598,39 bedroeg. MDG vorderde in conventie een verklaring voor recht dat zij onverschuldigd een bedrag van € 83.434,60 aan Stadstimmerwerf heeft betaald, en verzocht om terugbetaling van dit bedrag, vermeerderd met wettelijke rente. Stadstimmerwerf betwistte de onverschuldigde betaling en voerde aan dat zij meerwerk had verricht. De rechtbank oordeelde dat MDG inderdaad onverschuldigd had betaald, omdat Stadstimmerwerf niet voldoende had aangetoond dat er sprake was van meerwerk ter waarde van het betwiste bedrag. De rechtbank heeft de vordering van MDG toegewezen en Stadstimmerwerf veroordeeld tot terugbetaling van het onverschuldigd betaalde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente. In reconventie vorderde Stadstimmerwerf schadevergoeding van MDG, maar deze vordering werd afgewezen, omdat Stadstimmerwerf niet had aangetoond dat MDG tekort was geschoten in de nakoming van de overeenkomst. De rechtbank heeft de proceskosten aan beide zijden toegewezen, waarbij Stadstimmerwerf als de in het ongelijk gestelde partij werd aangemerkt.