In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, heeft Teamsoft Webdiensten B.V. een incidentele vordering ingediend tot onbevoegdverklaring van de rechtbank Rotterdam, locatie Rotterdam, en verzocht om verwijzing naar de rechtbank Rotterdam, locatie Dordrecht. De gemeente Rotterdam, eiseres in de hoofdzaak, heeft verweer gevoerd tegen deze vordering. De rechtbank heeft vastgesteld dat het arrondissement van de rechtbank Rotterdam sinds 1 januari 2013 ook het grondgebied van de gemeente Dordrecht omvat. Dit betekent dat de rechtbank Rotterdam relatief bevoegd is om kennis te nemen van de vordering tegen Teamsoft, die gevestigd is in Dordrecht.
De rechtbank heeft in haar beoordeling geconcludeerd dat de vordering van Teamsoft tot onbevoegdverklaring niet voor toewijzing in aanmerking komt. De rechtbank heeft verder verduidelijkt dat de term "rechter" in artikel 99 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) verwijst naar de rechtsprekende instantie die bevoegd is voor het desbetreffende geschil. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat er geen aparte rechtbanken zijn voor de locaties Rotterdam en Dordrecht, en dat de zittingslocatie geen invloed heeft op de relatieve bevoegdheid.
Teamsoft heeft ook geprobeerd te betogen dat er geen overeenkomst tot stand is gekomen tussen haar en de gemeente, waarin een forumkeuzebeding voor de rechtbank Rotterdam is opgenomen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het niet wenselijk is om deze inhoudelijke kwestie te behandelen in het kader van de incidentele vordering over de relatieve bevoegdheid. De rechtbank heeft de vordering van Teamsoft afgewezen en bepaald dat de hoofdzaak zal worden voortgezet, waarbij Teamsoft als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het incident wordt veroordeeld.