ECLI:NL:RBROT:2013:6884

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 juli 2013
Publicatiedatum
4 september 2013
Zaaknummer
C/10/421185 / HA ZA 13-335
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Relatieve bevoegdheid na gerechtelijke herindeling en de rol van het zaaksverdelingsreglement

In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, heeft Teamsoft Webdiensten B.V. een incidentele vordering ingediend tot onbevoegdverklaring van de rechtbank Rotterdam, locatie Rotterdam, en verzocht om verwijzing naar de rechtbank Rotterdam, locatie Dordrecht. De gemeente Rotterdam, eiseres in de hoofdzaak, heeft verweer gevoerd tegen deze vordering. De rechtbank heeft vastgesteld dat het arrondissement van de rechtbank Rotterdam sinds 1 januari 2013 ook het grondgebied van de gemeente Dordrecht omvat. Dit betekent dat de rechtbank Rotterdam relatief bevoegd is om kennis te nemen van de vordering tegen Teamsoft, die gevestigd is in Dordrecht.

De rechtbank heeft in haar beoordeling geconcludeerd dat de vordering van Teamsoft tot onbevoegdverklaring niet voor toewijzing in aanmerking komt. De rechtbank heeft verder verduidelijkt dat de term "rechter" in artikel 99 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) verwijst naar de rechtsprekende instantie die bevoegd is voor het desbetreffende geschil. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat er geen aparte rechtbanken zijn voor de locaties Rotterdam en Dordrecht, en dat de zittingslocatie geen invloed heeft op de relatieve bevoegdheid.

Teamsoft heeft ook geprobeerd te betogen dat er geen overeenkomst tot stand is gekomen tussen haar en de gemeente, waarin een forumkeuzebeding voor de rechtbank Rotterdam is opgenomen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het niet wenselijk is om deze inhoudelijke kwestie te behandelen in het kader van de incidentele vordering over de relatieve bevoegdheid. De rechtbank heeft de vordering van Teamsoft afgewezen en bepaald dat de hoofdzaak zal worden voortgezet, waarbij Teamsoft als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het incident wordt veroordeeld.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/10/421185 / HA ZA 13-335
Vonnis in incident van 24 juli 2013
in de zaak van
de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE ROTTERDAM (GGD ROTTERDAM-RIJNMOND),
zetelend te Rotterdam,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. V. Wiegman,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TEAMSOFT WEBDIENST B.V.,
gevestigd te Dordrecht,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr. P.W. Tubbergen.
Partijen zullen hierna gemeente en Teamsoft genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 26 februari 2013 met producties;
  • de incidentele conclusie tot onbevoegdverklaring, met producties;
  • de incidentele conclusie van antwoord, met producties;
  • de aanvullende producties 45 t/m 48, overgelegde door de gemeente;
  • de pleitaantekeningen van beide partijen, overgelegd bij pleidooi van 15 juli 2013.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.De beoordeling in het incident

2.1.
Teamsoft vordert dat de “rechtbank Rotterdam, locatie Rotterdam” zich onbevoegd verklaart en de zaak verwijst naar de “rechtbank Rotterdam, locatie Dordrecht”. De gemeente voert verweer. Zij concludeert tot afwijzing van de vordering met veroordeling van Teamsoft in de proceskosten, uitvoerbaar bij voorraad.
2.2.
De rechtbank overweegt als volgt.
2.3.
Het arrondissement van deze rechtbank omvat (sinds 1 januari 2013) onder meer het grondgebied van de gemeente Dordrecht (artikel 12 Wet op de rechterlijke indeling). Dat betekent dat, voor zover de relatieve bevoegdheid van deze rechtbank moet worden bepaald op basis van de woonplaats van de gedaagde (artikel 99 Rv), deze rechtbank bevoegd is ten aanzien van gedaagden die in Dordrecht woonachtig (of in geval van rechtspersonen: gevestigd) zijn.
2.4.
Aan haar incidentele vordering legt Teamsoft het vaststaande feit ten grondslag dat zij is gevestigd in Dordrecht. Uit het hiervoor overwogene volgt dus dat deze rechtbank relatief bevoegd is kennis te nemen van een vordering die is ingesteld tegen Teamsoft. Dat betekent dat de vordering van Teamsoft tot onbevoegdverklaring van de “rechtbank Rotterdam, locatie Rotterdam” niet voor toewijzing in aanmerking komt.
2.5.
Voor de goede orde wijst de rechtbank er op dat met het begrip “rechter” in artikel 99 Rv wordt geduid op de rechtsprekende instantie die voor de beslechting van het desbetreffende geschil is aangewezen. Voor het onderhavige geschil gaat het om de rechtbank (artikel 42 Wet op de rechterlijke organisatie), gelet op artikel 99 Rv en de vestigingsplaats van Teamsoft in dit geval dus de rechtbank Rotterdam (artikel 1 Wet op de rechterlijke indeling). Een “rechtbank Rotterdam, locatie Dordrecht” (of: een “rechtbank Rotterdam, locatie Rotterdam”) bestaat niet.
2.6.
Hieraan doet niet af dat op grond van artikel 111 lid 2 aanhef en onder e Rv de dagvaarding melding moet maken van het adres van de zittingsplaats waar de zaak moet worden behandeld. Die bepaling bevat de voorwaarden waaraan een dagvaarding moet voldoen. De vraag welke rechtbank relatief bevoegd is staat daar los van.
2.7.
Teamsoft vordert tevens verwijzing van de zaak naar de “rechtbank Rotterdam, locatie Dordrecht”. Voor zover Teamsoft zich daarbij baseert op de onbevoegdheid van de “rechtbank Rotterdam, locatie Rotterdam” is die vordering, gelet op het voorgaande, niet toewijsbaar. Voor zover Teamsoft zich in dit verband wenst te beroepen op het door haar genoemde Zaakverdelingsreglement van de rechtbank (zoals, ingevolge artikel 21 Wet op de rechterlijke organisatie, vastgesteld door het gerechtsbestuur), kan ook dat beroep niet worden gehonoreerd. Het Zaakverdelingsreglement bevat, voor zover hier van belang, niet meer dan een beschrijving van de categorieën van zaken met vermelding van de locatie(s) waar die categorieën van zaken worden behandeld. De hier relevante categorie zaken (handelszaken met een belang van meer dan € 25.000,--) wordt op beide locaties behandeld. Een aanspraak op verwijzing van de ene locatie naar de andere roept deze beschrijving niet in het leven.
2.8.
De achtergrond van de onderhavige incidentele vordering is kennelijk het standpunt van Teamsoft dat tussen haar en de gemeente geen overeenkomst tot stand is gekomen, laat staan een overeenkomst waarin een forumkeuzebeding voor de rechtbank Rotterdam is opgenomen. In haar processtukken is Teamsoft daarom al uitvoerig ingegaan op de vraag of een dergelijke overeenkomst is gesloten. Zij heeft bij pleidooi opgemerkt dat het “wenselijk” zou zijn als de rechtbank zich reeds in het kader van dit incident over die vraag uitlaat. De rechtbank acht dat echter niet wenselijk, in de eerste plaats omdat aldus een inhoudelijk geschilpunt zou worden behandeld in het kader van een incidentele vordering over de relatieve bevoegdheid, terwijl die relatieve bevoegdheid in het geheel niet in geschil is. In de tweede plaats is van belang dat Teamsoft nog niet in de hoofdzaak voor antwoord heeft geconcludeerd. Het is wenselijk dat de inhoudelijke bespreking van de zaak met partijen, bijvoorbeeld bij gelegenheid van een comparitie van partijen, plaatsvindt op basis van een volledig schriftelijk dossier.
2.9.
De rechtbank zal de vordering van Teamsoft dan ook afwijzen. De hoofdzaak zal worden voortgezet. Daarbij is thans eerst Teamsoft aan het woord. Daarna zal door de rechtbank beoordeeld worden of een comparitie van partijen gelast zal worden. Zo ja, dan zal tevens worden bepaald op welke locatie die comparitie zal plaatsvinden.
2.10.
Teamsoft zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het incident worden veroordeeld.

3.De beslissing

De rechtbank
in het incident
3.1.
wijst het gevorderde af,
3.2.
veroordeelt Teamsoft in de kosten van het incident, aan de zijde van de gemeente tot op heden begroot op € 904,--, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van veertien dagen na heden,
3.3.
veroordeelt Teamsoft in de nakosten, aan de zijde van de gemeente tot op heden begroot op € 131,-- vermeerderd met € 68,-- als betekening van dit vonnis plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van veertien dagen na heden,
3.4.
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
in de hoofdzaak
3.5.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
4 september 2013voor conclusie van antwoord.
Dit vonnis is gewezen door mr. Th. Veling en in het openbaar uitgesproken op 24 juli 2013.
1980/
2396