Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraak van de meervoudige kamer van 5 september 2013 in de zaak tussen
[naam], te[woonplaats], eiser,
Procesverloop
Overwegingen
Nu de handhavingstermijn voor de panden 38-62 in 2013 verstrijkt, stelt verweerder zich, naar de rechtbank begrijpt, op het standpunt dat voor die panden wel gevaar voor overtreding van het Bouwbesluit dreigt. Verweerder heeft ter zitting, onder verwijzing naar de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) van 5 oktober 2011, ECLI:NL:RVS:2011:BT6683, toegelicht dat hij in een dergelijk geval, mits geen sprake is van een gevaarlijke situatie die tot onmiddellijke handhaving noopt, de beleidsregels toepast. Op grond van deze beleidsregels, die zijn gebaseerd op artikel 13 van de Woningwet, gaat verweerder slechts tot handhaving over, indien de eigenaren van ten minste 50% van de panden in een bouwkundige eenheid een verbeterplan tot herstel van de fundering willen uitvoeren. In dat geval schrijft verweerder de eigenaren die niet aan het verbeterplan willen meewerken, aan. De rechtbank acht deze beleidsregels niet in strijd met een redelijke beleidsbepaling.
Ten aanzien van de panden nummers 38-62 is geen sprake van een situatie waarbij de eigenaren van ten minste 50% van de panden een verbeterplan tot herstel van de fundering willen uitvoeren. Verweerder was dus ook op grond van de beleidsregels niet gehouden tot aanschrijving.