ECLI:NL:RBROT:2013:6704

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
28 augustus 2013
Publicatiedatum
29 augustus 2013
Zaaknummer
10/ 041240-03
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hervatting van de dwangverpleging van een ter beschikking gestelde met overtredingen van voorwaarden

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 28 augustus 2013 uitspraak gedaan over de vordering van de officier van justitie tot hervatting van de verpleging van overheidswege van een ter beschikking gestelde. De ter beschikking gestelde, die eerder ter beschikking was gesteld wegens meerdere diefstallen met geweld, heeft herhaaldelijk de voorwaarden van zijn terbeschikkingstelling overtreden. De rechtbank heeft overwogen dat, hoewel de ter beschikking gestelde meerdere voorwaarden heeft geschonden, de hervatting van de dwangverpleging op dit moment nog een te verregaande maatregel is. De rechtbank heeft de proportionaliteit van de maatregel meegewogen, vooral gezien de impact die hervatting op de duur van de maatregel kan hebben. De rechtbank concludeert dat de beveiliging van de maatschappij ook kan worden gewaarborgd door wijziging van de voorwaarden, waarbij plaatsing in een kliniek als bijzondere voorwaarde een reëel alternatief is. De rechtbank heeft de vordering tot hervatting van de verpleging van overheidswege afgewezen en de voorwaarden van de terbeschikkingstelling gewijzigd, waarbij de reclassering de ter beschikking gestelde moet ondersteunen bij de naleving van de voorwaarden. De beslissing is genomen in het belang van de ter beschikking gestelde en de maatschappij.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10/ 041240-03
Datum uitspraak: 28 augustus 2013
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, meervoudige raadkamer voor strafzaken, op de vordering van de officier van justitie in dit arrondissement tot hervatting van de verpleging van overheidswege van:
[naam ter beschikking gestelde] , hierna ook te noemen de ter beschikking gestelde,
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
formeel verblijvende in een sociowoning van de afdeling [naam afdeling] van de [naam kliniek] [plaatsnaam kliniek],
ten tijde van de behandeling in raadkamer gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting “[naam penitentiaire inrichting]”.

PROCEDURE

Bij vonnis van deze rechtbank, uitgesproken op 23 december 2003, is de terbeschikkinggestelde ter beschikking gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege ter zake van meerdere diefstallen met geweld. Dit betreffen misdrijven als bedoeld in artikel 38e eerste lid van het Wetboek van Strafrecht. De termijn van de terbeschikkingstelling is ingegaan op 8 januari 2004.
Bij beslissing van deze rechtbank van 26 oktober 2011 is de terbeschikkingstelling met één jaar verlengd en is de verpleging van overheidswege voorwaardelijk beëindigd.
Bij beslissing van deze rechtbank van 9 februari 2012 is de terbeschikkingstelling verlengd met één jaar. Tevens zijn bij deze beslissing de voorwaarden verbonden aan de beëindiging van de verpleging van overheidswege gewijzigd en is de (eerdere) vordering tot hervatting van de verpleging van overheidswege d.d. 23 januari 2012 afgewezen.
Bij beslissing van deze rechtbank d.d. 30 mei 2012 is de vordering van de officier van justitie tot hervatting van de dwangverpleging afgewezen welke beslissing door het gerechtshof Arnhem d.d. 6 augustus 2012 is bevestigd.
Bij beslissing van deze rechtbank van 9 oktober 2012 is de vordering tot hervatting van de verpleging van overheidswege d.d. 11 september 2012 afgewezen. Tevens zijn bij deze beslissing de voorwaarden die bij de beslissing van 9 februari 2012 zijn verbonden aan de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege gewijzigd en is opdracht gegeven aan Novadic-Kentron om de ter beschikking gestelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen.
Bij beslissing van deze rechtbank van 7 februari 2013 is de terbeschikkingstelling (laatstelijk) verlengd met één jaar en zijn de voorwaarden waaronder de terbeschikkingstelling met dwangverpleging voorwaardelijk is beëindigd, gewijzigd zoals in die beslissing is vermeld.
Op 19 juli 2013 is op de griffie van de rechtbank binnengekomen de vordering van het openbaar ministerie als bedoeld in artikel 509j, lid 1 van het Wetboek van Strafvordering, gedateerd 19 juli 2013, met daarbij gevoegd:
- een advies hervatting dwangverpleging d.d. 6 juni 2013 van GGZ [naam], opgemaakt door [naam rapporteur];
- een aanvullend advies hervatten dwangverpleging d.d. 18 juni 2013 van Reclassering [naam], opgemaakt door [naam rapporteur];
- een voortgangsverslag terbeschikkingstelling d.d. 24 juni 2013 van GGZ [naam] opgemaakt door [naam rapporteur];
- een aanvullend advies hervatten dwangverpleging d.d. 17 juli 2013 van Reclassering [naam], opgemaakt door [naam rapporteur].
In openbare raadkamer van 14 augustus 2013 is de vordering behandeld. De officier van justitie, de ter beschikking gestelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw en de deskundige
[naam rapporteur], werkzaam bij de reclassering te Arnhem, zijn gehoord.

BEOORDELING

Vordering hervatting verpleging van overheidswege.
Het advies en het voortgangsverslag van GGZ [naam] houden, voor zover van belang, het volgende in. Het reclasseringstoezicht in het kader van de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging is moeilijk uitvoerbaar. Gezien het feit dat de ter beschikking gestelde zich niet aan bijzondere voorwaarden, aanwijzingen en afspraken houdt, is het niet mogelijk inhoudelijk invulling te geven aan het toezicht. Verzocht wordt de dwangverpleging van de ter beschikking gestelde te hervatten. Op 6 juni 2013 is het toezicht over de ter beschikking gestelde van [naam GGZ] overgedragen aan [naam reclassering].
De adviezen van Reclassering [naam] houden, voor zover van belang, het volgende in. De reclassering is van mening dat de ter beschikking gestelde onvoldoende heeft meegewerkt aan de beslissing van 26 oktober 2011 en vraagt de rechtbank een hervatting van de verpleging van overheidswege in overweging te nemen. De overtredingen begaan sinds de zitting van 9 oktober 2012 onderstrepen de conclusies van de psychiater [naam psychiater] van 22 oktober 2012. De ter beschikking gestelde houdt zich niet aan afspraken en er lijken geen opties te zijn om hem binnen het resocialisatietraject, voldoende handvatten te bieden om het traject succesvol te doorlopen en daarmee het recidive risico te verlagen. Zowel de risico analyse van de reclassering als die van de psychiater, opgesteld na de zitting van 9 oktober 2012, bieden geen aanknopingspunten om de begeleiding in het kader van de resocialisatie vorm te geven. Indien de rechtbank de vordering hervatting opnieuw afwijst wil de reclassering de rechtbank meegeven dat voortzetting van het toezicht onder de huidige voorwaarden de mate van begeleidbaarheid van de ter beschikking gestelde niet zal veranderen. Indien de reclassering wordt verplicht toezicht op de ter beschikking gestelde voort te zetten, moeten de voorwaarden worden aangepast.
Op grond van de voorwaarden moet het dan mogelijk worden dat de ter beschikking gestelde tot aan de eerstkomende beslissing op een vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling zal verblijven in een instelling die door de reclassering en het IFZ toegerust wordt geacht om het resocialisatietraject te begeleiden.
Standpunt deskundige
De deskundige heeft tijdens de behandeling in openbare raadkamer - zakelijk weergegeven- het volgende verklaard.
De ter beschikking gestelde heeft op 12 augustus 2013 een intakegesprek gehad in de FPK [naam kliniek]. Op korte termijn zal een definitieve beslissing worden genomen of hij in de kliniek terecht kan. De ter beschikking gestelde past in de doelgroep qua problematiek. Wegens onvoldoende inzicht in zijn eigen situatie stagneert het traject keer op keer. De ter beschikking gestelde heeft tot nu toe te weinig competenties laten zien. Met zijn huidige mogelijkheden is resocialisatie niet mogelijk. Het behandelplafond is bereikt, maar er is toch een behandelbehoefte. Er kan verder worden gewerkt aan het aanleren van competenties. Er kan meer structuur worden aangebracht en daarom wordt een plaatsing in de FPK geadviseerd. De ter beschikking gestelde heeft meer handvatten en meer structuur nodig om zich staande te kunnen houden in de maatschappij zonder terug te vallen in risicovol gedrag. Ook in [naam kliniek] wordt abstinentie gevraagd, zowel van cocaïne als van cannabis.
De ter beschikking gestelde kan bij hervatting van de verpleging beter worden toegerust om een stapsgewijze resocialisatie mogelijk te maken en om het optimale uit zijn leven te halen zodat hij deel kan uitmaken van de maatschappij. Bij hervatting van de dwangverpleging moet wel worden gedacht aan een langdurig traject dat niet binnen enkele maanden gereed zal zijn. Het zal een zwaar en moeizaam traject worden. Dat staat vast.
Bij voortzetting van de terbeschikkingstelling met voorwaarden is de angst voor stagnatie en het risico op het plegen van delicten heel groot en heel reëel. Er is weliswaar geen angst dat hij op korte termijn een soortgelijk feit zal plegen als waarvoor de maatregel is opgelegd, maar hij gebruikt cocaïne waardoor het gevaar voor terugval op de lange termijn groter wordt. De geweldsdelicten zijn drugsgerelateerd. Als alle structuur wegvalt en hij geen bed, dak of brood meer heeft wordt ook het risico op verwervingsdelicten groter. Alsdan zal hij geld nodig hebben om drugs te kunnen kopen en onder invloed van drugs zal door hem toegepast geweld naar aanleiding van eventuele conflicten excessief kunnen worden.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft tijdens de behandeling in openbare raadkamer primair hervatting van de dwangverpleging gevorderd. Subsidiair heeft zij wijziging van de voorwaarde onder het tweede gedachtenstreepje in de beslissing van de rechtbank van
7 februari 2013 gevorderd, in die zin dat deze voorwaarde als volgt komt te luiden: “tot aan de eerstkomende beslissing op een vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling zal de ter beschikking gestelde verblijven in FPK [naam kliniek] of een soortgelijke instelling”.
Standpunt verdediging
De raadsvrouw heeft de afwijzing van de vordering tot hervatting van de verpleging van overheidswege bepleit. Zij heeft verzocht de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden te handhaven en de voorwaarden zoals opgenomen in de beslissing van de rechtbank van 7 februari 2013 aan te passen.
De ter beschikking gestelde heeft verklaard dat hij - indien de rechtbank hem nog een kans wil geven - in het kader van eventuele bijzondere voorwaarden in [naam kliniek] wil worden opgenomen.
Oordeel rechtbank
Hoewel de ter beschikking gestelde meerdere malen diverse voorwaarden heeft overtreden wordt hervatting van de verpleging van overheidswege ook op dit moment nog een te verregaande maatregel geacht. De rechtbank overweegt, anders dan de officier van justitie, dat ook bij de beslissing over de hervatting van de dwangverpleging, net als bij de beslissing over de verlenging, de proportionaliteit meegewogen kan worden, zeker nu hervatting van de dwangverpleging naar verwachting van merkbare invloed zal zijn op de duur van de maatregel. Immers, gelet op de stukken en het verhandelde in raadkamer zal resocialisatie van de ter beschikking gestelde na hervatte dwangverpleging een langdurig traject worden. Aan de ter beschikking gestelde is wegens meerdere diefstallen met geweld de maatregel van terbeschikkingstelling opgelegd die thans al ruim negen jaar duurt en gesteld kan worden dat in de behandeling van de ter beschikking gestelde weinig zicht is op verbetering. Naar het oordeel van de rechtbank kan de beveiliging van de maatschappij via wijziging van de voorwaarden afdoende worden gewaarborgd. In raadkamer bleek namelijk dat plaatsing in [naam kliniek] als bijzondere voorwaarde een reëel alternatief is. Hierbij is mede van belang dat de reclassering deze kliniek geschikt acht vanwege de toekomstige doorplaatsingsmogelijkheid naar een bijbehorende RIBW met continue begeleiding en dat ook de ter beschikking gestelde zelf positief is over het eerste contact met de kliniek.
Alles overwegend zal de vordering tot hervatting van de verpleging van overheidswege worden afgewezen.
De rechtbank zal bepalen dat de in de beslissing van de rechtbank van 7 februari 2013 vermelde voorwaarden zullen worden gewijzigd zoals in het dictum wordt vermeld. De instelling die de ter beschikking gestelde bij naleving van de voorwaarden hulp en steun dient te verlenen dient te worden gewijzigd van [naam GGZ] in [naam reclassering]. Zo lang plaatsing in de FPK niet gerealiseerd is, is vanuit het oogpunt van continuïteit de huidige reclasseringsinstantie aangewezen. Deze kan het reclasseringstoezicht gezien de recente ervaringen met de ter beschikking gestelde ook als beste overdragen op het moment dat hij in een andere regio in een FPK wordt geplaatst.

BESLISSING

De rechtbank
wijst afde vordering tot hervatting van de verpleging van overheidswege;
wijzigtde bij de beslissing van de rechtbank van 7 februari 2013 gestelde bijzondere voorwaarden, in die zin dat:
- de onder het tweede gedachtenstreepje vermelde voorwaarde thans komt te luiden:
“tot aan de eerstkomende beslissing op een vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling zal verblijven in FPK [naam kliniek en vestigingsplaats kliniek] hierna de kliniek, of een soortgelijke instelling;
- de onder het vierde gedachtenstreepje vermelde voorwaarde thans komt te luiden:
“zich conformeert aan de richtlijnen en aanwijzingen van de kliniek;”
geeftaan [naam reclassering] opdracht de ter beschikking gestelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen.
Deze beslissing is gegeven door:
mr. R.F. de Knoop, voorzitter,
en mrs. N. Doordijn en M.J.F. van der Wolf, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier, en uitgesproken ter openbare raadkamer van deze rechtbank op 28 augustus 2013.