In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 28 augustus 2013 uitspraak gedaan over de vordering van de officier van justitie tot hervatting van de verpleging van overheidswege van een ter beschikking gestelde. De ter beschikking gestelde, die eerder ter beschikking was gesteld wegens meerdere diefstallen met geweld, heeft herhaaldelijk de voorwaarden van zijn terbeschikkingstelling overtreden. De rechtbank heeft overwogen dat, hoewel de ter beschikking gestelde meerdere voorwaarden heeft geschonden, de hervatting van de dwangverpleging op dit moment nog een te verregaande maatregel is. De rechtbank heeft de proportionaliteit van de maatregel meegewogen, vooral gezien de impact die hervatting op de duur van de maatregel kan hebben. De rechtbank concludeert dat de beveiliging van de maatschappij ook kan worden gewaarborgd door wijziging van de voorwaarden, waarbij plaatsing in een kliniek als bijzondere voorwaarde een reëel alternatief is. De rechtbank heeft de vordering tot hervatting van de verpleging van overheidswege afgewezen en de voorwaarden van de terbeschikkingstelling gewijzigd, waarbij de reclassering de ter beschikking gestelde moet ondersteunen bij de naleving van de voorwaarden. De beslissing is genomen in het belang van de ter beschikking gestelde en de maatschappij.