Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraak van de meervoudige kamer van 29 augustus 2013 in de zaak tussen
[eiser], te [woonplaats], eiser,
de naamloze vennootschap De Nederlandsche Bank N.V. (DNB), verweerster,
Procesverloop
Overwegingen
Volgens DNB is deze weigering noodzakelijk gelet op het bepaalde in de artikelen 1:89 en 1:92 van de Wet op het financieel toezicht (Wft).
Naar het oordeel van de Afdeling is vereist dat de persoonsgegevens een gestructureerd geheel vormen dat volgens bepaalde criteria toegankelijk is. Zoals blijkt uit de geschiedenis van de totstandkoming van artikel 1 van de Wbp is daarvoor een samenhangend geheel en een systematische toegankelijkheid van de persoonsgegevens vereist. Ook geautomatiseerde gegevensverwerkingen moeten aan beide vereisten voldoen wil er sprake zijn van een bestand. Het vereiste “gestructureerd geheel” houdt in dat de gegevensverwerking of de verzameling op grond van meer dan één kenmerk een onderlinge samenhang vertoont.
1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 472,- en een wegingsfactor 1).
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond,
- vernietigt het bestreden besluit voor zover dit ziet op de weigering van het verzoek,
- laat de rechtsgevolgen van het vernietigde deel van het bestreden besluit in stand,
- bepaalt dat DNB aan eiser het betaalde griffierecht van € 160,- vergoedt,
- veroordeelt DNB in de proceskosten tot een bedrag van € 1.888,-, te betalen aan eiser.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 29 augustus 2013.