ECLI:NL:RBROT:2013:6618
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuurlijke boetes opgelegd aan ondernemer wegens overtredingen van hygiënevoorschriften
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 29 augustus 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen [persoon 1] en de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De rechtbank behandelt een beroep tegen een besluit van de minister waarin bestuurlijke boetes zijn opgelegd aan [persoon 1] wegens overtredingen van het Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen. De rechtbank constateert dat het bestreden besluit, dat is geadresseerd aan [persoon 2], als gemachtigde van [persoon 1], een kennelijke vergissing bevat. De rechtbank kwalificeert het beroep van [persoon 2] als een beroep dat namens [persoon 1] is ingesteld.
De rechtbank oordeelt dat de opgelegde boetes noodzakelijk zijn om [persoon 1] en zijn zoon te bewegen tot naleving van de hygiënevoorschriften, gezien de herhaalde overtredingen en de hardnekkige volharding in het niet naleven van deze voorschriften. De rechtbank wijst de stelling van [persoon 1] over zijn benarde financiële positie af, omdat deze niet voldoende is onderbouwd. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken waarin soortgelijke overtredingen zijn vastgesteld en concludeert dat de boetes gerechtvaardigd zijn.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.