Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
2.De feiten
12.4 Alle ter beschikking gestelde documenten, materialen en/of gereedschappen
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 22 juli 2013 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [X Buizen B.V.] en UITZENDBUREAU ADA B.V. [X Buizen B.V.] vorderde dat Ada zou meewerken aan de afvoer van materialen van Van Oord die zich op het terrein van Ada bevonden. De vordering was gebaseerd op de stelling dat Ada geen retentierecht toekwam, zoals vastgelegd in de overeenkomst tussen partijen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de overeenkomst duidelijk een verbod bevatte voor Ada om een retentierecht uit te oefenen. Dit verbod was van toepassing op alle materialen die door Ada waren ontvangen voor de uitvoering van de werkzaamheden. De rechter oordeelde dat de vordering van [X Buizen B.V.] toewijsbaar was, omdat Ada niet kon aantonen dat zij een vordering had die haar het recht op retentie zou geven. De voorzieningenrechter heeft de vordering toegewezen en bepaald dat Ada binnen 24 uur na betekening van het vonnis moest meewerken aan de afvoer van de materialen, op straffe van een dwangsom. Tevens werd Ada veroordeeld in de proceskosten van [X Buizen B.V.]. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat de beslissing onmiddellijk effect zou hebben, ongeacht een eventueel hoger beroep van Ada. De rechter benadrukte dat de beoordeling van de deugdelijkheid van de prestaties van Ada niet aan de orde kwam in deze procedure, maar dat het enkel ging om de vraag of Ada recht had op retentie.