In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 15 augustus 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, eiseres, en de stichting Stichting Pensioenfonds Recreatie, verweerster. De zaak betreft de vraag of eiseres recht heeft op vrijstelling van deelname aan het bedrijfstakpensioenfonds van verweerster, na de overname van personeel en activiteiten van de stichting per 1 januari 2010. Verweerster had eerder de aanvraag van eiseres om vrijstelling afgewezen, met het argument dat er geen fusie had plaatsgevonden in de zin van de relevante wetgeving, het Vrijstellings- en boetebesluit Wet Bpf 2000 (Vbb). De rechtbank oordeelde echter dat verweerster het begrip fusie te eng had geïnterpreteerd. De rechtbank stelde vast dat er sprake was van een activa- en passivatransactie, waarbij de werknemers van de stichting met alle bijbehorende verplichtingen, waaronder pensioenvoorzieningen, overgingen naar eiseres. De rechtbank benadrukte dat de invloed van de gemeente Leusden op de stichting niet afdoet aan de fusie-interpretatie. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit van verweerster en verklaarde het beroep van eiseres gegrond. Tevens werd verweerster opgedragen om een nieuwe beslissing te nemen op het bezwaar van eiseres, met inachtneming van de uitspraak. De rechtbank bepaalde dat verweerster het betaalde griffierecht aan eiseres moest vergoeden en veroordeelde verweerster in de proceskosten van eiseres. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.