Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, gelet ook op de in zoverre niet betwiste inhoud van de in het geding gebrachte producties, staat tussen partijen - voor zover van belang - het volgende vast:
2.1
[eiser] is decennia lang verslaafd geweest aan diverse drugs (heroïne, cocaïne) en was al sedert 1988 bekend bij diverse instanties in Rotterdam in verband met verslavingsproblematiek en mogelijke psychiatrische problemen. Op 15 mei 2007 is een beschikking tot inbewaringstelling (IBS) op basis van de wet Bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet BOPZ) genomen.
2.2
Op 23 mei 2007 is door de burgemeester van Rotterdam wederom een IBS afgegeven; de rechtbank heeft bij beschikking d.d. 30 mei 2007 machtiging tot voortzetting van IBS tot uiterlijk 20 juni 2007 gegeven. In de beschikking wordt aangegeven dat sprake is van schizofrenie, een antisociale persoonlijkheidsstoornis en middelenmisbruik alsmede dat [eiser] niet bereid was tot, kort gezegd, vrijwillige opname. Ten aanzien van het aanwezig geachte onmiddellijk dreigend gevaar is vermeld
“(heeft) een aantal van zijn behandelaars bedreigd, in de stad achtervolgd en verbaal belaagd”.
2.3
Op 26 juni 2007 is door de rechtbank een voorlopige rechterlijke machtiging als bedoeld in de Wet BOPZ (RM) verleend, tot uiterlijk 26 december 2007. [eiser] verbleef toen in een instelling die werd geëxploiteerd door Bouman.
2.4
Tijdens het verblijf van [eiser] in het kader van de RM heeft Bouman aan de FPC Veldzicht, die een psychiatrisch ziekenhuis exploiteert waarin onder meer tbs-gestelden worden verpleegd, verzocht [eiser] in haar instelling op te nemen. Ter zake is een protocol getekend, dat voor zover thans van belang het volgende inhoudt: “(…)
PROTOCOL TIJDELIJKE OPNAME IN F.P.C. VELDZICHT
*Voor collega-instellingen en instellingen in de geestelijke gezondheidszorg bestaat de mogelijkheid een psychiatrische patiënt bij wie de behandeling zodanig stagneert dat binnen de eigen setting geen alternatieven voorhanden zijn, tijdelijk te plaatsen in Veldzicht.
*Veldzicht biedt een dergelijke tijdelijke opname onder de volgende voorwaarden
De duur van de opname wordt vooraf bepaald.
De plaatsende instelling informeert de Inspectie voor de Gezondheidszorg schriftelijk over de desbetreffende plaatsing.
Bij de melding aan de inspectie wijst de plaatsende instelling er op dat de desbetreffende patiënt in Veldzicht valt onder de in deze kliniek vigerende interne rechtspositieregeling van
de Beginselenwet Verpleging ter beschikking gestelden (Stb. 1997, 280) en het Reglement Verpleging ter beschikking gestelden (Stb. 1997, 217).
De in Veldzicht toepasselijke regeling van de interne rechtspositie houdt onder meer in dat betrokkene zich met grieven en klachten kan vervoegen bij een onafhankelijke Commissie van Toezicht, benoemd door de minister van Justitie.
*Voor het maken van afspraken over het behandelbeleid neemt de plaatsende instelling contact op met de voor de tijdelijke opname verantwoordelijke psychiater en psycholoog in de kliniek.
*Gedurende de periode dat patiënt [eiser] in Veldzicht verblijft, blijft de plaatsende instantie verantwoordelijk voor een doorlopende Rechterlijke Machtiging danwel een IBS in overleg met de behandelend psychiater.
De plaatsende instelling draagt zorg voor de overdracht van relevante behandelgegevens, waaronder gegevens over eventuele medicatie; na beëindiging van de opname draagt de kliniek op haar beurt zorg voor de overdracht van behandelgegevens,
*Tijdens de opname houdt de kliniek een behandeldossier bij, waarvan inzage door staf en patiënt geregeld is in het in de kliniek geldende Reglement Persoonsregistratie,
*Patiënt [eiser] blijft gedurende de tijdelijke opname tot de sterkte van de plaatsende instelling behoren. (…)”
2.5
Van 26 juli 2007 tot en met 20 december 2007 is [eiser] opgenomen geweest op de afdeling vreemdelingen van de kliniek in Grittenveld, een dependance van Veldzicht, die niet is aangewezen als instelling in of krachtens art. 1 lid 1 onder h van de wet BOPZ. In die periode bestond het voornemen [eiser] te doen opnemen in een instelling waar hij duurzaam zou kunnen verblijven, te weten de GGZ Drenthe te Beilen (die dubbele diagnose- problematiek behandelt en verblijfsmogelijkheden biedt).
2.6
Na een verzoek van (de raadsman van) [eiser] is [eiser] overgeplaatst naar de locatie van Veldzicht gevestigd aan de Ommerweg te Balkbrug (hierna: Balkbrug). Deze locatie is wel aangewezen als instelling in/krachtens art. 1 lid 1 h Wet Wet BOPZ.
2.7
De rechtbank Zwolle heeft de RM op 29 januari 2008 met een jaar verlengd.
2.8
Op 22 mei 2008 is aan Bouman verzocht om ontslag; dit verzoek is op 30 mei 2008 afgewezen.
2.9
Op 11 juni 2008 heeft het OM te Zwolle een verzoek tot ontslag van [eiser] ingediend bij de rechtbank. Dit verzoek is, na aanhouding van de zaak, afgewezen bij beschikking d.d. 15 juli 2008.
2.1
Op 9 december 2008 heeft [eiser] de Staat aansprakelijk gesteld.
2.11
Op 30 december 2008 heeft het OM een verzoek ingediend tot ontslag van [eiser] uit de kliniek. Dit verzoek is bij beschikking van 26 januari 2009 toegewezen.
2.12
Op 30 januari 2009 heeft de Raad voor strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) uitspraak gedaan op het hoger beroep van de uitspraak van de beklagcommissie van Veldzicht d.d. 15 mei 2008. Deze beslissing luidt voor zover thans van belang als volgt: “(…)1. (…)
Het beklag betreft: