Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de dagvaardingen d.d. 15 mei 2013
- de akte houdende overlegging producties zijdens [eiser]
- de brief d.d. 5 juni 2013 met producties zijdens [gedaagde 1] en [gedaagde 2]
- de brief d.d. 3 juni 2013 met producties zijdens [gedaagde 3] en MKB
- de brief d.d. 5 juni 2013 met producties zijdens [gedaagde 3] en MKB
- de mondelinge behandeling d.d. 7 juni 2013
- de pleitnota van mr. Van Dijk tevens conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie
- de pleitnota van mr. Van den Berg tevens conclusie van antwoord/eis in reconventie
- de pleitnota van mr. Van der Eerden houdende conclusie van antwoord
2.Het geschil in conventie
3.Het geschil in voorwaardelijke reconventie
4.De beoordeling in conventie
de bevoegdheid van de voorzieningenrechter
geen huur- en/of koopovereenkomst zal sluiten met [gedaagde 3] Accountants op straffe van een boete van € 500,00 per dag.”
“Het betreft [gedaagde 3] Accountants (of elk gelieerd bedrijf, aftakking of voortvloeisel) thans gevestigd aan [adres 2].”), is niet gebleken. De zin tussen haakjes onder randnummer 6 in de pleitnota zijdens [gedaagde 2] dat [gedaagde 2] daar niet mee akkoord was, is onvoldoende om dit voorshands aan te nemen. Zoals ook ter zitting is betoogd door [gedaagde 2], was opnemen van het beding voor [gedaagde 2] geen issue, “omdat [gedaagde 3] al had laten weten dat ze te klein waren en de middelen niet hadden om in het pand te gaan zitten”. Door desondanks op 28 maart 2013 een huurovereenkomst kantoorruimte met MKB te ondertekenen, heeft [gedaagde 2] bewerkstelligd dat toch een in de ogen van [eiser] geduchte direct aan [gedaagde 3] verbonden concurrent zich in het pand heeft gevestigd, terwijl hij wist dat [eiser] op basis van de gesloten overeenkomst er vanuit ging dat dat niet zou gebeurden. Van een noodzaak voor [gedaagde 2] om de huurovereenkomst met MKB te sluiten is niet gebleken. De voorgenomen samenwerking tussen [gedaagde 2] en [B] en de leegstand in het gebouw is onvoldoende om de belangen van [eiser] te verwaarlozen en alsnog in zee te gaan met [B]. [eiser] mocht met het opnemen van het beding in de koop-/aanneemovereenkomst verwachten dat [gedaagde 3], noch een door [gedaagde 3] op te richten vennootschap die soortgelijke werkzaamheden zou uitoefenen als [eiser], zich in het pand zou vestigen. [eiser] mocht erop vertrouwen dat [gedaagde 2] in privé niet alsnog met [B] zou contracteren. Het handelen van [gedaagde 2] is dan ook onzorgvuldig jegens de mede-eigenaar van het pand, [eiser], in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt en derhalve onrechtmatig jegens [eiser].
“MKB Boekhoudservice B.V. zal een gedeelte van het (gehuurde) pand van jouw onderneming [gedaagde 2] financieel advies onderverhuren aan [gedaagde 3] Accountants ZHE B.V. Voor de presentatie voor het kantoor zouden wij graag [gedaagde 3] Accountants als uitstraling op het grote bord opnemen en MKB Boekhoudservice hanteren met [gedaagde 3] Accountants op de kleine bewegwijzeringen en buiten het kleine bord”).
- dagvaarding € 196,69
- griffierecht 274,00
- salaris advocaat
5.De beoordeling in reconventie
€ 408,00 (factor 0,5 x tarief € 816,00) aan salaris advocaat.