Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure in de hoofdzaak
- het tussenvonnis van 6 maart 2013;
- het proces-verbaal van comparitie van 23 mei 2013.
2.De procedure in de vrijwaringszaak
- het tussenvonnis van 6 maart 2013;
- incidentele conclusie tot voeging van Randstad;
- antwoordconclusie in het voegingsincident van Reaal c.s.;
- antwoordconclusie in het voegingsincident van [eiser];
- het proces-verbaal van comparitie van 23 mei 2013.
3.De feiten
Wagenparkclausule
- Merk
- Kenteken
- Verzekerd bedrag
- Aan/verkoopdatum
4.Het geschil
in de hoofdzaak
5.De beoordeling in de hoofdzaak en in de vrijwaringszaak
nietop het standpunt dat het [eiser] gelet op haar opstelling in de hoofdzaak niet meer vrij zou staan in de vrijwaringszaak een andersluidend standpunt in te nemen. Die opstelling van Reaal c.s. komt de rechtbank juist voor: behoudens bijzondere omstandigheden, die niet zijn gesteld of gebleken, betekent het innemen van een zeker standpunt jegens de ene wederpartij niet dat daarmee het recht wordt verwerkt om jegens een andere wederpartij een andersluidend of zelfs tegengesteld standpunt in te nemen.
- uit de eerste zin van de clausule volgt dat de verzekering geldt voor alle aan [eiser] toebehorende motorrijtuigen;
- de tweede zin van de clausule handelt over de wijze waarop de premie wordt vastgesteld;
- uit deze opbouw van de clausule volgt dat de eerste zin bepaalt welke objecten verzekerd zijn en dat de tweede zin slechts betrekking heeft op de premievaststelling;
- die tweede zin bevat dus geen voorwaarde voor het onder de verzekering brengen van bepaalde objecten;
- de laatste zin van de clausule dient klaarblijkelijk slechts om te benadrukken dat ook motorrijtuigen die gedurende een verzekeringsjaar zijn aangeschaft verzekerd zijn;
- niet logisch is dat met die laatste zin zou zijn bedoeld te bepalen dat de lopende het verzekeringsjaar aangeschafte motorrijtuigen slechts tot aan het einde van het jaar verzekerd zouden zijn, waarna de melding zou moeten plaatsvinden om ook nadien nog verzekerd te blijven; dat is niet logisch omdat daarmee de eerste zin van de wagenparkclausule opzij gezet zou worden, terwijl zulks niet uit de tekst blijkt.
- het was voor Reaal c.s. slechts van belang te weten om welke bussen het ging teneinde de premie te kunnen vaststellen, niet met het oog op het bepalen van de omvang van de verzekering; de verzekering strekte er immers toe het gehele wagenpark van [eiser] te verzekeren.
6.De beslissing
106