ECLI:NL:RBROT:2013:5099
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vergoeding van pooldeclaraties door het Vervangingsfonds en de termijnoverschrijding
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 11 juli 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen het bestuur van het Vervangingsfonds en een schoolbestuur over de vergoeding van pooldeclaraties. Eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. M. Botter, had verzocht om vergoeding van declaraties voor poolvervangers vanaf augustus 2010. Het Vervangingsfonds, vertegenwoordigd door mr. A.L.P.M. Konings, had dit verzoek afgewezen, omdat de declaraties te laat waren ingediend, namelijk na de termijn van drie maanden zoals voorgeschreven in het Reglement Vervangingsfonds Primair Onderwijs.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres sinds augustus 2010 gebruik maakte van poolvervanging, maar dat de declaraties niet tijdig waren ingediend omdat de poolleerkrachten onjuist waren geregistreerd in het salarisbetalingssysteem RAET. Eiseres stelde dat er sprake was van buitengewone feiten of omstandigheden die de termijnoverschrijding rechtvaardigden. De rechtbank oordeelde echter dat het bestuur van de school verantwoordelijk was voor het tijdig indienen van declaraties en dat de handelingen van het administratiekantoor aan eiseres konden worden toegerekend.
De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van buitengewone feiten of omstandigheden die de termijnoverschrijding konden rechtvaardigen. De financiële situatie van eiseres, hoewel zorgwekkend, was niet voldoende om aan te nemen dat er bijzondere omstandigheden waren. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de beslissing van het Vervangingsfonds om de vergoeding van de declaraties te weigeren. De uitspraak is openbaar gemaakt op 11 juli 2013 en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.