In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 11 juli 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen verschillende eisers en de Autoriteit Consument en Markt (voorheen het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit). De eisers, waaronder een reclameadviesbureau, kregen een boete opgelegd van € 25.000,- wegens overtredingen van het spamverbod zoals vastgelegd in artikel 11.7 van de Telecommunicatiewet. De rechtbank oordeelde dat de eisers ongevraagde commerciële e-mails en faxen hadden verzonden naar natuurlijke personen zonder hun voorafgaande toestemming, wat in strijd is met de wet. De rechtbank benadrukte dat het niet relevant is of de geadresseerden zich als onderneming presenteerden; het gaat om de registratie bij de provider. De eisers voerden aan dat zij niet op de hoogte waren van de klachten en dat de Autoriteit hen eerder had moeten waarschuwen. De rechtbank oordeelde echter dat de Autoriteit voldoende klachten had ontvangen om een onderzoek te rechtvaardigen. De rechtbank concludeerde dat de opgelegde boete terecht was, maar matigde deze tot € 21.250,- vanwege de lange duur van de procedure. De rechtbank verklaarde het beroep van de eisers ongegrond en herstelde de hoogte van de boetes, waarbij de eisers hoofdelijk aansprakelijk werden gesteld voor de overtredingen.