In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 7 maart 2013, staat de verhandeling van een partij batterijladers centraal. De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) had eiseres, Brands Group B.V., gelast de verhandeling van deze batterijladers te staken, omdat de minister van mening was dat de producten niet voldeden aan de veiligheidsnormen. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij zij aanvoert dat de minister onterecht een onjuiste norm heeft gehanteerd voor de beoordeling van de batterijladers. De rechtbank oordeelt dat de minister niet aannemelijk heeft gemaakt dat de batterijladers niet alleen als zodanig moeten worden beoordeeld, maar ook als contactstop voor huishoudelijk gebruik. De rechtbank biedt de minister de gelegenheid om nieuwe testen uit te voeren op een nieuw monster van de batterijladers, om te bepalen of deze voldoen aan de relevante normen. De rechtbank benadrukt dat de minister binnen zes weken na deze uitspraak moet aangeven of hij gebruik maakt van de gelegenheid om de gebreken in het bestreden besluit te herstellen. Tevens wordt de minister in de gelegenheid gesteld om een standpunt in te nemen over het verzoek om schadevergoeding van eiseres, die stelt dat zij door het onrechtmatige besluit van de minister schade heeft geleden. De rechtbank concludeert dat het beroep gegrond is en dat het bestreden besluit voor vernietiging in aanmerking komt, voor zover de minister heeft verzuimd een beslissing te nemen op het verzoek om schadevergoeding.