"In de procedure tot dusverre is onduidelijk gebleven of volmachten van participanten/volmachten [bedoeld zal zijn: vennoten, toevoeging rechtbank] zijn verstrekt aan het bestuur, bestuursleden, de directie of de heer [persoon Z2] persoonlijk.
Wij hebben vastgesteld dat op incidentele basis volmachten zijn verleend aan het bestuur van de Stichting of het College van Toezicht. (...).
Wij hebben niet kunnen vaststellen dat er thans nog geldige volmachten zijn die aan het bestuur of aan het College van Toezicht zijn verleend.
Tijdens ons bezoek aan het kantoor van de Stichting in [plaats] heeft de heer [persoon Z2] ons een groot aantal volmachten getoond die aan hem is verleend.
De volmachten die wij hebben bekeken, betroffen volmachten die reeds vele jaren geleden zijn verleend. Ze waren in algemene bewoordingen opgesteld en bevatten geen steminstructie of andersoortige last. (...)
Voor de vaststelling van het stemrecht dat aan de volmachten is verbonden is ver gaand onderzoek nodig dat zich onder meer richt op de vraag naar de gevolgen van overlijden van volmachtgevers en de vraag of volmachten zijn herroepen. (...)
De heer [persoon Z2] heeft de afgifte van volmachten geweigerd. (...)
Het is ons gebleken dat reeds gedurende een groot aantal jaren door de heer [persoon Z2] van dezelfde volmachten gebruik wordt gemaakt. Bij ons bestaat het beeld dat meerdere jaren namens participanten/ vennoten wordt gesteld die zich niet meer betrokken tonen bij het beleid en de gang van zaken bij de Stichting en de C.V. Desondanks is de stem die namens hen wordt uitgebracht schijnbaar van groot belang bij de uitslag van stemmingen.
( ..) nemen wij aan dat heer [persoon Z2] zich bij stemmingen beroept op een doorslaggevend aantal stemmen. ( ..) gaan wij bij de formulering van onze mening over het gebruik van de volmachten van die doorslaggevende invloed uit. (...)
Door het gebruik van de volmachten ontstaat het beeld dat de uitslag van stemmingen niet het resultaat is van constructief en vruchtbaar overleg tussen de participanten I vennoten. De uitslag van de stemming staat reeds vast omdat de heer [persoon Z2] met de door hem ingeroepen volmachten de uitkomst van de stemming bepaalt. (...) Wij waren voornemens om tijdens het Onderzoek wellicht steekproefsgewijs met volmachtgevers contact op te nemen om te zien of het werkelijk gebruik van de door hen afgegeven volmacht nog overeenkomt mei het doel waarvoor zij de volmacht hebben verstrekt. Om dit te kunnen doen hebben wij de contactgegevens nodig van participanten / vennoten. Het bestuur noch het College van Toezicht beschikt over deze contactgegevens. Deze zijn opgevraagd b(i de heer [persoon Z2] , die tot nu toe de 'afgifte hiervan feitelijk heeft/ geweigerd. (...)
De problemen bij de vaststelling van de geldigheid van individuele volmachten kunnen worden beëindigd door de oude volmachten te doen intrekken of 'daarvan geen gebruik meer te maken en uitsluitend gebruik te maken van volmachten die ten tijde van de vergadering-
bijvoorbeeld - niet ouder zijn dan drie maanden. Door het afgeven van bijzondere volmachten voor specifieke vergaderingen en eventueel specifieke besluiten , zou ook het bezwaar
van artikel 3:68 BW met betrekking tot tegenstrijdige belangen kunnen worden ondervangen. Wij verwijzen hiervoor naar (...) de omstandigheid dat de heer [persoon Z2] in meerdere hoedanigheden substantiële financiële verhoudingen onderhoudt met de Stichting of C.V.
Om overleg ter vergadering te bevorderen zou het aantal stemmen dat krachtens volmacht door één gevolmachtigde kan worden uitgebracht kunnen worden beperkt. Om te zorgen dat reeds bij of kort na en vergadering de stemuitslag kan worden vastgesteld zou kunnen worden bepaald dat volmachten tijdig voor de vergadering moeten worden aangemeld. ( ..)"