Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[eiser 1] ,
6. [eiser 6]
7. [eiser 7],
9. [eiser 9],
1.Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 29 mei 2012;
- de akte overlegging producties, tevens wijziging van eis;
- de conclusie van antwoord met producties;
- de conclusie van repliek met producties
- de conclusie van dupliek met producties.
2.De vaststaande feiten in beide zaken
“De uitzendkracht treedt bij de uitzendonderneming met ingang van (…) voor onbepaalde tijd in dienst. De uitzendkracht zal in de functie van Operationeel medewerker (I), bij de opdrachtgevers de navolgende werkzaamheden verrichten: stacker draaien, eenvoudig
“In afwijking van het bepaalde in de leden 2, 3 en 4a en 4b wordt nadat de uitzendkracht in 26 weken voor dezelfde uitzendonderneming arbeid heeft verricht ten behoeve van dezelfde opdrachtgever, onafhankelijk van de aard van de werkzaamheden, de rechtens geldende beloning van de werknemer, werkzaam in een gelijke of gelijkwaardige functie in dienst van de inlenende onderneming toegekend aan de uitzendkracht. Het feitelijk loon bij de toepassing van de inlenersbeloning dient indien de uitzendkracht werkzaam is in fase C minimaal gelijk te zijn aan het terugvalloon. Deze inlenersbeloning is samengesteld uit de navolgende elementen, overeenkomstig de bepalingen, zoals die gelden in de inlenende onderneming:
“Groep I (dat betreft de operationeel medewerkers, ktr) is van toepassing voor medewerkers die vanaf 1-11-2006 in dienst treden, medewerkers uit groep I die op
“Inleen van werknemers van Transcore zal in principe geschieden voor arbeid volgens de functie I uit de functielijst”.
3.Het geschil in beide zaken
4.De beoordeling in beide zaken
: “De arbeidsovereenkomst wordt aangegaan voor een arbeidsduur van minimaal 31 en maximaal 38,75 uur per week (ofwel minimaal 4 en maximaal 5 diensten per week). De werkzaamheden zullen respectievelijk in de containersector en in de overige sectoren in dag, avond en nachtdienst op zowel werk- als zon- en feestdagen in wisselende diensten worden uitgevoerd”.Dat het is toegestaan met uitzendkrachten een afwijkend arbeidspatroon overeen te komen volgt, aldus Transcore, uit artikel 34 lid 1 van de ABU-CAO.
aanpassen in plaats van
toepassen, verdraagt die uitleg zich niet met het bepaalde in artikel 22 lid 6 (nu: lid 7) van de ABU-CAO waarin is opgenomen dat de inlenersbeloning wordt toegepast vanaf de eerste dag van de verblijfsduur bij de opdrachtgever. Nu voor het overige niet is weesproken dat eisers recht hebben op belgeld van € 10,00 bruto tot 1 januari 2012 en de vergoedingen en toeslagen als genoemd in artikel 33 Matrans-CAO en zij een en ander in voldoende mate hebben onderbouwd, zullen de daarop gerichte vorderingen worden toegewezen als nader vermeld.
“Als een medewerker niet beschikbaar wil/kan zijn, dient men dit, in geval van een doordeweekse dagen tussen 8:30-9:30 uur aan de planning gemeld te hebben. De planning gaat er anders van uit dat hij elke dienst beschikbaar is.”Op grond van de uitzendovereenkomst moeten eisers zich minimaal 31 uur per week beschikbaar te stellen.
beoogt houvast te bieden in situaties waarin de omvang van de arbeid niet of niet eenduidig is overeengekomen, alsmede in situaties waarin de feitelijke omvang van de arbeid zich structureel op een hoger niveau ligt dan de oorspronkelijk overeengekomen arbeidsduur”(zie o.a. MvT II, 1996/1997, 25 263, nr. 3, p. 22/23). Voor zover eisers zich op het standpunt stellen dat de met hun overeengekomen arbeidsduur van minimaal 31 en maximaal 38,75 uur per week niet als eenduidig kan worden aangemerkt, kunnen zij daarin niet zonder meer worden gevolgd. Nu zij dit gemotiveerd weersproken standpunt op geen enkele wijze nader hebben onderbouwd, gaat de kantonrechter daaraan dan ook voorbij.