ECLI:NL:RBROT:2013:10797

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 november 2013
Publicatiedatum
3 februari 2014
Zaaknummer
C/10/435572 / FT EA 13/2430
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot faillietverklaring op eigen aangifte

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 14 november 2013 uitspraak gedaan in een verzoek tot faillietverklaring op eigen aangifte van de aangeefster. De aangeefster is op 12 november 2013 in raadkamer gehoord, waarna de rechtbank op 14 november 2013 de beschikking heeft gegeven. De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat het doel van een faillissement is om een gemeenschappelijk verhaal op het gehele vermogen van de schuldenaar te verwezenlijken ten behoeve van zijn gezamenlijke schuldeisers. De aangeefster heeft echter niet aannemelijk gemaakt dat er voldoende baten aanwezig zijn of zullen zijn om de kosten van het faillissement te dekken. Bovendien is er geen verwachting van enige uitkering aan de schuldeisers. Hierdoor is het verzoek tot faillietverklaring niet in het belang van de Faillissementswet. De rechtbank heeft daarom besloten het verzoek tot faillietverklaring af te wijzen. De beschikking is gegeven door mr. C. van Steenderen-Koornneef, rechter, in aanwezigheid van N. van Gaans, griffier. Tegen deze uitspraak kan degene aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, binnen acht dagen na de uitspraak hoger beroep instellen via een advocaat.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team Insolventie
Rekestnummer: C/10/435572 / FT EA 13/2430
BESCHIKKING op het verzoek van:
[aangeefster]
wonende te[woonplaats]
aangeefster,
strekkende tot haar (op eigen aangifte) faillietverklaring

1.De procedure

Aangeefster is op 12 november 2013 in raadkamer gehoord.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.De beoordeling

Het doel van een faillissement is het verwezenlijken van een gemeenschappelijk verhaal op het gehele vermogen van de schuldenaar ten behoeve van zijn gezamenlijke schuldeisers.
Verzoekster heeft niet aannemelijk gemaakt dat er voldoende baten aanwezig zijn of zullen zijn om de kosten van het faillissement te bestrijden, laat staan dat enige uitkering aan schuldeisers valt te verwachten. Haar faillissement dient daarom geen door de Faillissementswet beschermd belang. Het verzoek tot faillissementsverklaring wordt daarom afgewezen.

3.De beslissing

De rechtbank:
- wijst af het verzoek tot faillietverklaring.
Deze beschikking is op 14 november 2013 gegeven door mr. C. van Steenderen-Koornneef, rechter, in aanwezigheid van N. van Gaans, griffier. [1]

Voetnoten

1.