In deze strafzaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 19 december 2013 een tussenvonnis uitgesproken in de zaak tegen de verdachte, die ten tijde van het onderzoek preventief gedetineerd was. De rechtbank heeft het onderzoek heropend om meer duidelijkheid te krijgen over de mate van ontoerekeningsvatbaarheid van de verdachte. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 10 jaren geëist, maar de rechtbank achtte zich onvoldoende voorgelicht over de geestestoestand van de verdachte. Er zijn rapporten opgesteld door psychologen en psychiaters die de verdachte als volledig ontoerekeningsvatbaar beschouwen, maar de rechtbank heeft twijfels over de betrouwbaarheid van de verklaringen van de verdachte en de conclusies van de deskundigen. De rechtbank heeft daarom besloten om een nieuw psychiatrisch en psychologisch onderzoek te laten uitvoeren, mogelijk in het Pieter Baan Centrum. De beslissing om het onderzoek te heropenen is genomen in het belang van de waarheidsvinding en om de juiste beslissing te kunnen nemen over de toerekeningsvatbaarheid van de verdachte. De rechtbank heeft de officier van justitie opgedragen om dit onderzoek in gang te zetten en heeft de termijn van schorsing van het onderzoek op maximaal drie maanden gesteld. De zaak zal opnieuw worden behandeld na het verkrijgen van de nieuwe rapporten.