ECLI:NL:RBROT:2012:BZ2883
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontslag van testamentair executeur op grond van gewichtige redenen
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 16 mei 2012 een beschikking gegeven in een verzoek tot ontslag van de testamentair executeur. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. L.E.M. de Vries-Blom, heeft verzocht om het ontslag van de verweerder als executeur in de nalatenschap van de erflater, die op een onbekende datum is overleden. De verzoeker heeft gegronde vrees geuit dat de executeur vermogensbestanddelen zal onttrekken aan de nalatenschap. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de verweerder heeft nagelaten om enige voortgang te maken met de afwikkeling van de nalatenschap, wat voldoende grond biedt voor ontslag op basis van gewichtige redenen, zoals bedoeld in artikel 4:149 lid 2 BW.
De rechtbank heeft ook overwogen dat de erflater de bevoegdheid om een opvolgend executeur te benoemen niet aan de kantonrechter heeft toegekend, waardoor dit onderdeel van het verzoek is afgewezen. Daarnaast is de kantonrechter niet bevoegd om een vereffenaar te benoemen; verzoeker dient hiervoor een verzoek in te dienen bij de sector civiel. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de executeur is met ingang van de uitspraak ontslagen. De beschikking is gegeven door mr. V.M. de Winkel en is uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.