ECLI:NL:RBROT:2012:BY9059

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 december 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
412978 / HA RK 12-912
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek buiten behandeling gesteld wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid

Op 4 december 2012 heeft de Rechtbank Rotterdam een beslissing genomen op een wrakingsverzoek dat was ingediend door een verzoeker in de zaken met de kenmerken 12/3373 tot en met 12/3375 AWBZ/GVZ. Het verzoek tot wraking werd ingediend via een faxbericht op 14 november 2012. De wrakingskamer heeft de ontvankelijkheid van het verzoek beoordeeld en geconcludeerd dat het verzoek niet voldeed aan de vereisten zoals gesteld in artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht. Het verzoeker heeft niet voldoende feiten of omstandigheden aangedragen die zouden kunnen leiden tot schade aan de rechterlijke onpartijdigheid. Hierdoor werd het verzoek als kennelijk niet-ontvankelijk beschouwd en buiten behandeling gesteld.

De beslissing werd genomen door de meervoudige kamer voor wrakingszaken, bestaande uit de voorzitter mr. A.J.P. van Essen en de rechters mr. P.H. Veling en mr. P. Vrolijk. De uitspraak vond plaats tijdens een openbare terechtzitting, waarbij ook griffier J.A. Faaij aanwezig was. De rechtbank overwoog dat het indienen van een klacht bij de president van de rechtbank, zoals verzoeker had gedaan, niet onder de bevoegdheid van de wrakingskamer valt. De wrakingskamer kan geen oordeel vellen over het uitblijven van een reactie op die klacht, wat verzoeker als onredelijk beschouwde. De rechtbank benadrukte dat het wrakingsverzoek niet gemotiveerd was ten aanzien van de rechters en dat de omstandigheid dat de zaken nog niet waren toegewezen aan een rechter, geen grond voor wraking kan zijn.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK ROTTERDAM
Meervoudige kamer voor wrakingszaken
Uitspraak: 4 december 2012
Zaaknummer: 412978
Rekestnummer: HA RK 12-912
Beslissing van de meervoudige kamer op het verzoek van:
[naam verzoeker],
wonende te [woonplaats],
verzoeker,
in deze bijgestaan door Adviesburo Ciobanu,
tot wraking in de zaken met de kenmerken 12/3373 tot en met 12/3375 AWBZ/GVZ bij de rechtbank Rotterdam, sector bestuursrecht.
1. Het procesverloop en de processtukken
Bij de sector bestuursrecht van deze rechtbank zijn in behandeling de procedures tussen verzoeker en CIZ met de kenmerken 12/3373, 12/3374 en 12/3375 AWBZ GVZ.
Bij faxbericht van 14 november 2012 heeft verzoeker met betrekking tot die zaken een verzoek tot wraking ingediend.
De wrakingskamer heeft kennis genomen van de volgende stukken:
- het hiervoor omschreven faxbericht met bijlage;
- de brief van de secretaris van de wrakingskamer aan genoemd adviesburo d.d. 16 november 2012;
- het faxbericht (en de correctie daarop) van het adviesburo aan de secretaris van de wrakingskamer d.d. 18 november 2012;
- het e-mailbericht van 19 november 2012 de secretaris van de wrakingskamer aan de voorzitters van de teams van de sector bestuursrecht, alsmede van het daarop door voorzitter mr. Van Strien per e-mail van 19 november 2012 gegeven antwoord.
2. De ontvankelijkheid van het verzoek
2.1
Ter adstructie van het wrakingsverzoek heeft verzoeker aangevoerd - verkort en zakelijk weergegeven - dat zelfs na het indienen van een klacht bij de president van de rechtbank,- nu alweer zes weken geleden - de zaken van verzoeker zonder deugdelijke reden niet op de rol schijnen te kunnen komen. Hierdoor krijgt de wederpartij een onredelijk voordeel, omdat de factor tijd in het nadeel van verzoeker is.
2.2
Desgevraagd heeft genoemde teamvoorzitter in de sector bestuursrecht meegedeeld dat de onderhavige zaken van verzoeker nog niet zijn toebedeeld aan een rechter.
2.3
Ingevolge hetgeen is bepaald in artikel 8:15 Algemene wet bestuursrecht kan elk van de rechters die een zaak behandelen worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Het wrakingsverzoek dient gemotiveerd te zijn ten aanzien van iedere rechter op wie het betrekking heeft.
2.4
Het onderhavige verzoek voldoet niet aan voormelde vereisten. Zo omschrijft het verzoek geen handelen of nalaten van een rechter, op grond waarvan de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Het verzoek is daarom kennelijk niet-ontvankelijk en zal om deze reden buiten behandeling worden gesteld.
2.5
Ten overvloede overweegt de rechtbank dat de omstandigheid dat de zaken van verzoeker tot aan de indiening van het wrakingsverzoek nog niet zijn geappointeerd voor behandeling op een zitting, aanleiding kan zijn voor indiening van een klacht, zoals verzoeker deze naar zijn zeggen inmiddels ook heeft ingediend bij de president van de rechtbank. Het geven van een oordeel over uitblijven van het door verzoeker gewenste effect van die klacht valt buiten de bevoegdheid van de wrakingskamer.
3. De beslissing
stelt het verzoek van verzoeker tot wraking in de procedures tussen verzoeker en CIZ met de kenmerken 12/3373, 12/3374 en 12/3375 AWBZ GVZ buiten behandeling.
Deze beslissing is gegeven op 4 december 2012 door mr. A.J.P. van Essen, voorzitter, mr. P.H. Veling en mr. P. Vrolijk, rechters.
Deze beslissing is door de voorzitter uitgesproken ter openbare terechtzitting in tegenwoordigheid van J.A. Faaij, griffier.