ECLI:NL:RBROT:2012:BY7608
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Te late betaling griffierecht en de gevolgen daarvan voor de toegang tot de rechter
In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam, ging het om de te late betaling van het griffierecht door de eiseres, CRÉME DE LA CREAM COMPANY B.V. De procedure begon met een dagvaarding op 23 juli 2012, en de eiseres had het griffierecht uiterlijk op 17 oktober 2012 moeten betalen. Echter, de rechtbank ontving de betaling pas op 26 oktober 2012, wat te laat was. De eiseres voerde aan dat de vertraging het gevolg was van een omissie van haar advocaat, die de factuur niet tijdig had verwerkt. Daarnaast stelde zij dat een aanmaning van de griffie op 25 oktober 2012 suggereerde dat zij alsnog zonder consequenties kon betalen.
De rechtbank oordeelde dat de eiseres, ondanks haar argumenten, niet in aanmerking kwam voor toepassing van de hardheidsclausule. De rechtbank benadrukte dat de verplichting tot tijdige betaling van het griffierecht duidelijk was en dat de eiseres correct was geïnformeerd over de termijn. De rechtbank wees erop dat de aanmaning geen verwarring schepte over de gevolgen van de te late betaling. De eiseres had de betaling te laat gedaan, en de rechtbank kon geen onbillijkheid van overwegende aard vaststellen die toepassing van de hardheidsclausule rechtvaardigde.
Uiteindelijk besloot de rechtbank de gedaagde te ontslaan van de instantie en veroordeelde de eiseres in de proceskosten. Dit vonnis werd uitgesproken door mr. Th. Veling op 12 december 2012.